Tekstweergave van GA-1916_JB014_00147

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
dit portret een hulde van de Utrechtsche kunstenares*geleerde aan den dichter van Gekreutzigter Liebsjlammen Vorschmack is, waarbij het raadselachtige onderschrift aan een slordigheid van den graveur zou moeten worden toege* schreven. Wat daarvan zij, wij hebben hier een portret van Von Zesen, waarvan de echtheid door monogram en bijschrift met vrij groote zekerheid wordt gewaar* borgd, al zou ook de eenigszins onsdichterlijke sjerp twijfel kunnen wekken. Gelukkig is het niet het eenige portret, dat wij bezitten. Van het medaillons portret op de titelgravure van de Gekreutzigte Liebesf lammen (vgl. de reproductie op p. 60), dat den dichter voorstelt met het insigne vaneen dichtgenoots schap getooid, terwijl het devies Last h'aget Lust het persoonlijke element versterkt, staat de echtheid uiteraard onomstootelijk vast. Nauwkeurige vers gelijking tusschen beide portretten zal allicht punten van gelijkenis doen onts dekken, terwijl in elk geval het bezwaar tegen de sjerp zal moeten verdwijnen. „Hoe gaarne zouden wij, vooral wij Amsterdammers, van dezen man (Zesen) niet een portret kennen”, schreef E. W. Moes in het Vijfde Jaarboek der VereenU ging Amstelodamum 1 . Hij had daarvoor een zeer bepaalde reden. „In het museum te Kassei hangt een fraai levensgroot portret vaneen geleerde in bruinzijden kamerjapon met blauwen weerschijn. Het fijnbesneden gelaat met de donkere oogen, den grooten gebogen neus en de zinnelijke lippen, is omlijst doorbet tot op de schouders afhangende bruine haar. Met de rechterhand steunt hij op de leuning vaneen armstoel, inde linker heeft bij een horloge, rustend op een lezenaar, waarop gedeeltelijk bedekt dooreen groot boek, een plattegrond van Amsterdam ligt. De catalogus van het museum te Kassei zegt, dat tegen den achtergrond twee landschappen hangen. De voorstelling van het linksche is wegens het gedeeltelijk er vóór hangende gordijn niet wel te onderscheiden, maar het rechtsche vertoont de zeer groote afbeelding vaneen rozenstruik. Een plattegrond van Amsterdam en een rozenstruik! Bij wien ter wereld anders komen deze twee emblemen tezamen, dan bij den beschrijver van de groote koopstad aan het IJ, tevens stichter van de Rosenzunft?” Zoo schreef Moes een tiental jaren geleden. Het is een weemoedige gedachte, dat het beslissende woord, of het portret uit het Museum te Kassei met de onderteekening G. Lairesse al of niet Philipp von Zesen voorstelt, door onzen betreurden 1 Het portret „op den titel vaneen zijner geestelijke liederenbundels”, waarvan Moes het bestaan aanduidt, is zonder twijfel dat van de Gekreutzigte Liebesflammen, 112