Tekstweergave van GA-1916_JB014_00129

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Hoe men ze ook leest zoowel metrisch als naar den inhoud valt het accent op „mit.” De dichter verontschuldigt zich a. h. w., dat hij een Duitsch drinklied zingt, want ook op hem rust thans de plicht, met de anderen een Hollander te zijn. Mit heeft betrekking op de aanwezigen, dat lijdt geen twijfel. Zesen is in Hollandsch gezelschap. Maar hij zingt zijn drinkliedje in het Duitsch. Natuurlijk! hoe zou hij ook, zelfs hij met zijn onloochenbare taak virtuositeit, na de weinige weken, hoogstens maanden, die hij in het vreemde land doorbracht, in staat zijn, in die vreemde taal te dichten! Het zou nog eenige jaren duren, vóór hij zoover was, dat hij de lieflijke Lelie in het Hollandsch kon toezingen. En ook dan, ongeveer zes jaar later, verraadt zijn poëzie nog den invloed van zijn moedertaal. Dus, hoe gaarne hij beleefd wil zijn en de taal van zijn dischgenooten, thans landgenooten, wil gebruiken, hij is genoodzaakt „Hoochdeutsch dreinzusingen." Wij concludeeren thans: Zesen is sinds korten tijd in Holland, maar hij is er geen vreemdeling meer. Hij heeft een kring gevonden, waar hij zich thuis voelt, waar hij de gezellig* heid deelt en zelfs op sommige oogenblikken, geboren maitre de plaisir als hij is, den toon aangeeft. In dit gezelschap kan Rosemund geen onbekende zijn. Von Zesen is te hoffelijk, om aan zijn nieuwe vrienden, naast de vreemde taal ook een hun vreemde sympathie voor te zetten. De wijze waarop Rosemund in het gedicht wordt ingeleid ~Sie lebe noch von unserm klahren Wein!” is een aanduiding, dat de vriendenkring weet, wie voor hem, den jongen vreemdeling, de eenige Zij is. Vermoedelijk kennen zijn vrienden Rosemund zelfs langer dan hijzelf; misschien beteekent het drinkliedje van den gast in deze nieuwe omgeving of het liedje spontaan onstaan is, wat voor Zesen alleszins aannemelijk zou zijn, dan wel of de situatie een herinnerings* beeld, ja zelfs een fictie is, blijft voor de conclusie vrijwel hetzelfde niet slechts een hulde aan de nieuwe vriendin van zijn hart, maar ook is die hulde een hoffelijkheid aan den vriendenkring, waar de jonge vreemdeling het bekoorlijke meisje heeft leeren kennen. Het staat voor mij vast, dat het lied Es geht rund üm in Holland ontstaan is en ik houd het voor waarschijnlijk, dat Zesen Rosemund in Holland heeft leeren kennen. Dat daarmee omtrent haar nationaliteit nog niets beslist is, spreekt vanzelf. Ik zou me voorloopig alleen tegen de conclusie van Gebhardt willen verzetten, dat Rosemund een volbloed Duitsche is. Zij wordt de Adriatische genoemd, haar vader zou procurator di San Marco geweest zijn. 95