Tekstweergave van GA-1916_JB014_00128
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Das
Glasz
ist
aus;
nun
lasz
ichs
wieder
sinken,
hab’
ichs
vollbracht,
so
lasz
ich
mich
bedünken,
Sie
lebe
noch
von
unserm
klahren
Wein.
Wohll
Nachbar
lasz
dir
wieder
schenken
ein;
Auff
Rosemund
Gesundheit
solsbdu
trinken.
Es
geht
rund
üm.
In
Amsterdam
zag
dit
liedje
het
licht.
Is
het
ook
in
Amsterdam
ontstaan?
Laat
het
een
conclusie
toe
omtrent
de
vraag,
of
Rosemund
een
Hollandsche,
een
Duitsche
of
een
vreemdelinge
van
andere
nationaliteit
was?
„Trotz
der
hollandischen
Gesellschaft
will
er
also
auf
Rosemunds
Gesundheit
ein
deutsches
Lied
singen”,
is
de
interpretatie
van
Gebhardt.
Maar
nauwkeurig
gelezen,
staat
dat
er
niet.
Het
lied
schildert
een
„Umtrunk”,
zooals
die
door
de
eeuwen
heen
in
Germaansche
landen
heeft
bestaan.
Het
feest
heeft
langen
tijd
geduurd,
het
nachtmaal
is
geëindigd,
de
tijd
voor
den
vriendschappelijk*plechtigen
beurt*
dronk
is
aangebroken.
Onze
dichter
verheft
zich
van
zijn
zetel,
neemt
in
zijn
rechterhand
den
algemeenen
beker
en
geeft
met
de
linker
de
maat
aan.
Dan
spreekt
hij
de
woorden,
waarop
het
voor
ons
aankomt:
Ich
singe
Hoochdeutsch
drein,
oh
ich
schon
itzt
musz
mit
Hoüandisch
sein.
Nu
neemt
hij
den
beker
op,
begint
als
eerste
den
„Umtrunk”,
noodigt
de
muziek
uit,
door
snarenspel
en
klaroengeschal
de
stemming
te
verhoogen
en
wekt
zijn
dischgenooten
op,
on*
danks
de
algemeene
ellende
den
oorlog
in
Duitschland
en
Holland
in
onbezorgdheid
vroolijk
te
zijn.
De
beker
gaat
rond
Het
glas
is
leeg*
gedronken;
onze
dichter,
de
leider
van
den
beurt*dronk,
zet
het
neer.
Maar
een
nieuwe
gedachte
maakt
zich
dadelijk
van
hem
meester:
~nu
dit
geschied
is,
komt
het
mij
voor,
dat
met
onzen
parelenden
wijn
nog
haar
gezondheid
moet
worden
gedronken
Sie
lebe
noch
von
unserm
klahren
Wein!"
Thans
is
het
aan
zijn
buurman,
den
beurtdronk
te
leiden.
Tot
hem
richt
zich
derhalve
de
dichter
met
de
woorden:
„Laat
opnieuw
den
beker
vullen
Auff
Rosemund
Gesundheit
solsUdu
hinken
/”
En
weer
gaat
de
beker
rond.
Dit
gedicht
is
naast
het
lied
aan
een
„Amstelinnekeri”
de
belangrijkste
aan*
wijzing
voor
de
historische
feiten,
die
inde
Adriatische
Rosemund
tot
poëzie
zijn
geworden.
Onze
aandacht
concentreere
zich
nog
eens
op
de
drie
volgende
regels:
die
Rechte
faszt
das
Glasz
und
mit
der
Linken
führ
ich
den
schlag,
und
singe
Hoochdeutsch
drein,
ob
ich
schon
itzt
musz
mit
Hollandisch
sein.
94