Tekstweergave van GA-1916_JB014_00113
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
tijd
van
het
volgend
jaar
bracht
hij
te
Rouen
door
(vgl.
p.
49);
Jellinek
heeft
in
zijn
nauwkeurige
chronologische
onderzoeking
vastgesteld,
dat
hij
op
7
Februari
1644
den
carnavalszondag
kon
meevieren.
Deze
data
bevestigen
elkaar
onderling,
want
bij
de
beschrijving
van
deze
carnavalsfeesten
deelt
de
auteur
mee,
dat
de
Fransche
koning
~nuhn*raehr
fohr
neun
mahnden
tohdes
verblichchen
wahr”;
Lodewijk
de
Dertiende
stierf
den
14.
Mei
1643.
Markhold
moet
dus
in
Frankrijk
geweest
zijn
van
het
voorjaar
van
het
jaar
1643
af
tot
aan
het
einde
van
den
winter
van
het
jaar
1644.
In
het
geheel
misschien
een
maand
of
tien.
Hij
zelf
noemt
dezen
termijn
in
het
reeds
(p.
49)
geciteerde
~Abschihds*Lihd
an
di
schóne
Luhdwichche”:
LUhdwichche,
weine
nicht;
mein
ahdles
Bild,
schweig
stille,
halt
inne!
dan
dein
wülle
ist
jah
der
meine
nicht,
und
kan
es
auch
nicht
sein;
dan
Rosemund
ist
mein,
di
nuhn
zehn
mahndestzeit
sich
ohne
mich
befunden
im
rauhen
Niderland'
am
blanken
AmsteUflus.
Evenwel
kan
het
ook
iets
korter
geweest
zijn,
want
in
zijn
eerste
begroeting
van
Rosemund
na
zijn
terugkeer
spreekt
hij
vaneen
afwezigheid
van
acht
maanden.
Hij
verzekert
haar,
al
was
hij
naar
het
lichaam
inden
vreemde
hij
zegt
uitdrukkelijk
„in
fremden
landen”
zijn
hartwas
steeds
bij
haar;
en
haar
hart
brengt
hij
haar
thans
terug:
„Hihr
hat
si
nuhn,
meine
Wahrte
(sagt’
er)
das*jenige
widerüm,
was
ich
ihr
fohr
acht
mahnden
entwandet
habe.”
Vóór
zijn
reis
naar
Frankrijk
was
Markhold
ongeveer
een
jaar
in
Holland
geweest,
waarvan
hij
gedurende
de
laatste
helft
tot
het
huis
aan
den
Amstel
in
betrekking
stond.
Wij
komen
dus
tot
de
volgende
chronologie
der
ver*
telde
feiten:
in
het
jaar
1642
komt
Markhold
vanuit
Duitschland
naar
Hol*
land,
leert
vermoedelijk
inden
herfsttijd
daar
de
dochter
van
den
Venetiaanschen
edelman
kennen,
vertrekt
in
het
begin
van
1643
over
Rot*
terdam,
Zeeland,
Duinkerken,
Galais,
Boulogne,
Dieppe,
Le
Havre,
Honfleur,
Rouen
naar
Parijs,
blijft
daar
bijna
een
jaar,
althans
acht
maanden,
keert
dan
naar
Amsterdam
terug,
maar
begeeft
zich
al
spoedig
naar
Reinwurf,
naar
het
heet,
om
daar
te
studeeren.
Reinwurf,
waarmee
de
Duitsche
Zesen*
79