Tekstweergave van GA-1915_MB002_00108

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Laurens Jacobsz.’ leermeester in het boeken - bedrijf, Cornelis Claesz, den grooten uitgever van maritieme en geografische zaken. Voor dezen bewerkte hij naar spaansche bronnen een nieuwe groote wereldkaart en een stel kaar - ten van werelddeelen, landen en zeeën (1592), waardoor Holland op dit gebied nu had een zelfstandig werk, dat met de oudere kaart van Mercator, die niet meer op de hoogte van den tijd was, kon worden vergeleken. Het eenig bekende exemplaar dier kaart is te Valencia en is onlangs beschreven door dr. F. C. Wieder in het Tijdschrift van het aardrijkskundig Genootschap, en het is aan dr. Burger gebleken, dat Plancius daarbij ook gebruik gemaakt heeft van andere kaar - ten uit dien tijd en van hetgeen de jongste ont - dekkingsreizen der Engelschen geleerd had. Tusschen 1590 en 1594 is Plancius door eigen studie tot een zelfstandig inzicht gekomen en heeft hij, zich los makende van het gezag van Mercator, niet meer kunnen geloovcn aan de oude overlevering die bestond b.v. ten opzichte der Poollanden. J. W. E. Burger-Weeshuis. De binnenplaats van dit Weeshuis, geschilderd door Max Lie - bermann, welk schilderij behoort aan Wilhelm von Bode, wordt in autotypie vertoond in Kunst und Künstler Juni p. 409. J. W. E. Haringpakkerij. Om het kwijnend bedrijf der haringvangst op te heffen, werden in 1575 krachtige pogingen gedaan door Prins Willem van Oranje, ’t Gevolg was het opnieuw in werking brengen van het vissche - rij-college en een keur (1581), die allerlei betref - fende het bedrijf regelde, o.a. moest de haring los op zee in tonnen worden gepakt en dan aan land weer worden uitgepakt en in andere tonnen gedaan. Dit moest geschieden aan den openbaren weg; namen als Haringspak - kerskade en Haringpakkerstoren herinneren hieraan. In bedoeld visscherij-college, dat te Delft zetelde, was Amsterdam niet verte - genwoordigd ; het had wel een groote visch - markt, maar geen visschersvloot van be - teekenis en was zoodoende uitgeschakeld van het recht om buizen uitte zenden voor het visschen van gekaakte haring. Aldus het ver - ' lag inde N. Roti. Crt. vaneen lezing 25 Oct. gehouden door dr. H. E. van Gelder over den bloeitijd der hollandsche haringvisscherij in het Kon. Oudheidkundig Genootschap. J. W. E. JOAN HüYDECOPER VAN MaARSSEVEEN. Over dezen amsterdamschen magistraat, over - leden in 1661, geeft dr. Alberta J. Portengen eenige beschouwingen in het jongste jaar - boekje van het genootschap Niftarlake (1915, 42). Huydecoper, eender burgemeesteren wiens politiek zich kantte tegen die van den stadhouder, wat in 1650 leidde tot de bekende botsing, had zijn buitenverblijf op Goudestein, de nog bestaande buitenplaats onder Maarse - veen. Zijn relatie tot de schoone letteren blijkt uit de verzen, die Constantijn Huygens en Jan Vos op zijn hofstede dichtten en uit het feit dat Vondel hem in 1660 zijn Edipus opdroeg. j. w. E. West-indisch Huis. In aflevering 9 van den loopenden jaargang van het Huis oud en nieuw zijn opgenomen twee afbeeldingen van het oude West-Indischc Huis aan het ’s Gravenhekje, waarbij ook de zij- en achter - gevels worden gegeven, en eene afbeelding van de oude huizengroep aan de noordzijde van het Leidscheplein 12—24, tusschen de Korte Leidschedwarsstraat en de Lijnbaans - gracht. Joh. C. B. Vroegere wandelingen der Amster - dammers. Het Weekblad de Amsterdammer van 31 October bevat een artikel van J. H. Róssing over de wegen en plaatsen, waarheen in vroeger tijd onze stadgenooten hunne wan - delingen uitstrekten. De deftige jonge dames hielden pantoffel-parade op de Heeren- en Keizersgracht en inde Plantage ; de burgers maakten ’s Zondags groote wandelingen langs de Schansen en Buitensingels, van de Haarlemmer- tot de Muiderpoort, of langs het IJ, langs Westerdoksdijk of Oosterdoks - dijk. Geliefkoosde wandelingen waren ook door de Slatuintjes en de Meer in, alsmede den Amstel langs tot voorbij het Kalfje. Een zestal plaatjes van vroegere uitspanningen zijn in het artikel opgenomen. D. S. Marseillaise. Over de originaliteit der melodie wordt sedert lang getwist. Door oud - deken Graaf wordt inde November-aflevering van het S. Gregoriusblad een nieuw element in debat gebracht. Inde zesde mis, gedrukt achter een Graduale in 1755 bij T. Crajenschot te Amsterdam verschenen, is een Credo, waar - van aanvang en slotkadens noot voor noot overeenkomen met de Marseillaise. Zou het fransche lied inderdaad niet oorspronkelijk zijn? J. w. E. PORTUGEESCH ISRAËLITISCHE GEMEENTE.— Allerlei losse mededeelingen uit het heden en verleden dezer gemeente begint J. S. da Silva Rosa te vertellen in no. 16 van het Weekblad voor Israëlitische huisgezinnen, met het einddoel, aan de hand van officieele bron - nen duidelijk uiteen te zetten, welk aandeel de portugeesch e Joden gehad hebben inden bloei van onzen handel, koloniale politiek enz. Schrijver begint met eenige berichten over de tegenwoordige liturgie der amsterdamsche gemeente, waarbij geaccentueerd worden de gebruiken en ceremoniën, die afwijken van die der hoogduitsche joden : onderscheidene aan het portugeesch ontleende woorden blijken 100