Tekstweergave van GA-1915_MB002_00051
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
A.
M.
Z.
is
niet
de
eerste,
maar
zal
evenmin
de
laatste
zijn
die
zich,
schoon
op
andere
gronden,
en
terecht,
verzet
tegen
deze
soort
namen,
’t
Is
in
dit
verband,
dat
ik
daarom
de
aandacht
wil
vestigen
op
een
boekje,
dat
van
andere
principen
blijk
geeft
en,
geloof
ik,
vrijwel
onbekend
is
gebleven.
In
zijn
Namen
van
straten,
hand
-
leiding
voor
gemeente-besiuren
en
allen,
die
in
gemeentezaken
belangstellen
(1896)
stelde
W.
Hartsink
zich
tegenover
het
hier
besproken
beginsel,
waaraan,
oordeelt
hij,
niet
te
miskennen
schaduwzijden
verbonden
zijn.
~Ik
meen,
schrijft
hij,
hier
het
allereerst
te
moeten
wijzen
op
de
verbastering,
waaraan
die
namen
inden
volksmond
zijn
blootgesteld,
en
waardoor
de
hulde
aan
den
persoon
gebracht,
niet
of
althans
zeer
gebrekkig
aan
het
beoogde
doel
beantwoordt.
„Ook
de
lengte
dier
namen
is
veelal
een
bezwaar.
Om
slechts
een
enkele
te
noemen:
de
Pieter
Corneliszoon
Hooftstraat,
te
Amsterdam,
is
door
zijne
lengte
veroordeeld.
Inden
volksmond
heet
zij
sedert
lang
eenvoudig
de
P.
C.
zonder
meer.
Is
sterker
uitgesproken
vonnis
mogelijk?
Ook
verdienen
namen
als
Jacob
van
Campenstraat,
Jacob
van
Lennepstraat,
Jonas
Daniël
Meijerplein
om
hun
lengte
geen
aanbeveling”.
Het
„Niemant
ghenoemt,
niemant
gheblameert”
van
den
Amsterdammer
Samuel
Coster
(1620)
is
blijkbaar
ook
zijn
devies,
en
daarom
geeft
hij
lange
lijsten
met
straat
-
namen
naar
heiligen,
waardigheden,
beroepen,
dieren,
delfstoffen,
levensmiddelen
enz.
enz.
alles
met
veel
vlijt
bijeengegaard
uit
de
oude
straat-nomenclatuur
onzer
oude
steden.
Stellig
is
dit
systeem
te
verkiezen
boven
het
gewraakte,
dat
beroemde
personen
wil
eeren
en
hen
feitelijk
zoo
diep
mogelijk
verlaagt
en
vulgair
maakt,
inde
on
-
gunstige
beteekenis
van
het
woord.
Echtei,
er
schijnt
kentering.
Is
het
niet
heuche
-
lijk
dat
thans
op
de
oude
Volenwijksche
landen
aan
de
overzijde
van
het
IJ
geen
peisoonsstraten
gevonden
worden,
maar
wel
een
Ketelstraat,
een
Boorstraat,
een
Hamerstraat,
een
Valkenweg,
een
Meeuwenweg,
een
Havikslaan,
een
Kievitsstraat
en
een
Spreeuwenpark
?
J.
W.
E
UIT
BOEK
EN
TIJDSCHRIFT
Onecht
gedicht
van
Vondel.
Uit
het
journaal
van
den
leidschen
notaris
Paets
ont
-
leent
S.
P.
Perdijk
(
Leidsch
Jaarboekje
voor
1915,
blz.
13)
o.a.
een
mededeeling
omtrent
het
vers,
„dat
thans
op
naam
van
Vondel
gedrukt
is
in
Vondels
poëzy
2e
deel
folio
200,
schoon
het
geen
anderen
maker
heeft
gehad
dan
voorn.
Fraudenius,
die
het
aan
Vondel
had
medegedeeld.
Het
is
getiteld:
„Bede
aan
de
oppervijanden
van
de
voorstanders
der
vrijheid
tot
Leiden.
Gewetensbeulen
die
vermomt
in
rechters
rokken,
D’eerwaarde
Godsdienst
plaagt
met
moordgeweer
en
stokken
enz.”
Fraudenius
was
evenals
Paets
notaris
te
Leiden.
H.
B.
Graanprijzen.
De
middeleeuwsche
stad
-
huishouding,
toen
elke
stad
met
het
omliggen
-
de
land
als
het
ware
een
economische
eenheid
vormde,
voor
productie
en
consumptie
op
haar
zelf
aangewezen,
heeft
in
Amsterdam
nog
lang
sporen
nagelaten,
ook
toen
de
stad
een
cen
-
trum
van
interlocalen
en
internationalen
han
-
del
was
geworden,
en
de
stedelijke
regeering
meende
dat
„die
handelinge
ende
negotie
liber
ende
vry”
moest
zijn.
Dat
was
o.a.
in
1623,
toen
reeds
sedert
jaren
verlaten
was
het
be
-
ginsel,
dat
het
tot
de
taak
der
plaatselijke
overheid
behoorde
zich
tot
in
details
te
be
-
moeien
met
de
productie-kosten
en
verkoop
-
prijzen
van
allerlei
artikelen
en
de
Vroedschap
desondanks
door
de
omstandigheden
ge
-
dwongen
was
zich
daadwerkelijk
te
bemoeien
met
den
in-
en
verkoop
van
graan.
Hooge
prijzen
en
nooddruft
aan
brood
onder
de
lagere
bevolking
was
de
reden.
De
destijds
genomen
maatregelen
en
de
daaruit
voort
-
gevloeide
gevolgen
waren
het
onderwerp
door
dr.
J.
G.
van
Dillen,
privaat-docent
aan
de
Universiteit,
besproken
ineen
voordracht
ter
opening
van
zijn
lessen
inde
economische
geschiedenis.
In
zijn
Duurtemaatregelen
te
Amsterdam
inde
zeventiende
eeuw
(Amst.
A.
H.
Kruyt)
is
allerlei
te
lezen
over
broodzetting,
graan-speculanten,
in
beslagneming
van
voor
-
raden,
aflevering
tot
onmiddellijk
gebruik,
stadsgraan,
aanvoer
van
voorraad
uit
Rus
-
land,
Danzig
en
Koningsbergen,
tusschen
-
handelaars,
kortom
over
veel
wat
ook
nu
tot
de
dadelijke
bemoeiingen
der
Regeering
is
gaan
behooren.
Eén
aanhaling
:
„Graaninkoop
van
stadswege
is
een
practijk,
die
te
Amster
-
dam
eeuwenlang
gevolgd
is.
Inden
loop
der
17e
eeuw
kocht
de
stad
zelfs
een
viertal
eigen
43