Tekstweergave van GA-1915_MB002_00048

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM waarom er hier dus verder geen aandacht aan gegeven behoeft te worden. Maar wel moet die aandacht gegeven wor - den, zelfs in volle mate, aan den doorkijk Vijgendam—Rokin. Want wat zoo te zien komt, vóór het watervlak, op den achtergrond de achteruitwijkende, ietwat omhoog gaande huizenreeks van het Rokin, is dat in het lijnen - verloop, inde waterspiegeling, niet het beste bewijs, hoe een Rokin-demping zonder twijfel het stadsbeeld hier voor goed zou bederven? Trouwens dat zelfde gebouw, dat op zulk een bijzonder gelukkige wijs afsluit het zelfde Rokinwater, van de hoogte der Enge Kapel - steeg noordwaarts te zien, geeft ook elders een gewenscht effect. Ik denk hier aan de schittering van den achtergevel ’s middags, wanneer deze door feilen zonneschijn belicht wordt, in tegenstelling met het dan door slagschaduw bedekte pleintje voor het beurs - poortje, [waarboven, van bedoeld punt bij de Kapelsteeg te zien, het dak en torentje van den Bijenkorf zoo aardig uitsteekt, en ik denk ook aan den kloeken opgaanden muur, gezien van den hoek Nes—Hermietenstraat zuid. Er is hier inderdaad iets goeds verkregen dat, zoodra die muren over honderd jaar een behoorlijken toondiepte verkregen zullen heb - hebben, zonder twijfel nog in waarde vooruit zal zijn gegaan. J. W. E. PERSONALIA J. P. Kelly. Met het overlijden op 17 April j.l. van dezen welbekenden acteur is een komiek heengegaan, wiens amsterdamsch karakter zoozeer naar voren kwam, dat hij in andere steden o.a. in ’s-Gravenhage niet dat succes heeft kunnen hebben, dat hij hier inAmsterdam’steedshad.Vooralin den schouw - burg van Prot. Op bepaald amsterdamsch ge - bied heeft hij, behalve zijn eigen Hartjesdag weinig geproduceerd. Door Aug. F. C. Kiehl, met Kelly en Kreeft één der drie K’s, inde groene Amsterdammer van 25 April en door J. H. Róssing in het Leven van 27 April wer - den geschetst de eigenaardige qualiteiten van dezen amsterdamschen jongen, die in zijn jonge jaren o.a. op de binderij van de heeren Proost op het Rusland werkzaam was geweest. J.W.E. S. A. Naber. Aan den amsterdamschen hoogleeraar Samuel Adrianus Naber wijdt prof. dr. K. Kuiper een uitvoerig levens - bericht in het Jaarboek der Koninklijke Aka - demie 1914, dat kort geleden het licht zag. De werkzaamheid des overledenen aan de amster - damsche universiteit wordt als volgt ge - teekend: „Wie Naber’s veertig-jarige am - sterdamsche periode, een tijd, die van Pot - gieter en P. N. Muller tot op onze dagen reikt, overziet, zal niet ten onrechte zeggen, dat van een concentratie voorloopig niet veel te be - speuren is. Schoolcommissies, het Nut van de Javaan, het Aardrijkskundig Genootschap met de uitgaaf der Nomina geographica neerlandica : waarlijk althans inde eerste decenniën toonde de amsterdamsche hoog - leeraar niet minder dan vroeger, zijne leven - dige belangstelling in vragen van ouderwijs en van staatkunde; met name van koloniale politiek. Toch zien wij Naber’s eigenlijke persoonlijkheid inden loop der jaren meer en meer op drie punten geconcentreerd: de Universiteit, de Koninklijke Akademie en zijn eigen woning. Zijne positie aan de Uni - versiteit was die vaneen harer bekende voor - mannen. De amsterdamsche Hoogeschool heeft het altijd geweten, dat de roem van zijn ge - leerdheid werd geëvenaard door de trouw van zijn toewijding aan hare belangen, en de band, die Naber aan haar verbond, werd nog hechter, nadat in 1884 een korte tijd het gevaar had gedreigd dat hij de Oudemanhuispoort zou prijs geven voor het Rapenburg”. Én verder: „Een akademiedag is altijd voor Naber een feestdag geweest; en wie inzage heeft geno - men van zijne correspondentie met Boot, Borret of Francken, werd telkenmale verrast door de nauwlettendheid, waarmede hij placht te werken voor de wetenschappelijke waar - digheid van het Trippianum. Maar het eigen - lijke brandpunt van zijn wetenschappelijk werk was van nu aan zijn woning, waar hij ineen zeer intiem en zeer intellectueel familie - leven den arbeid zijner kinderen eerst leidde en staks begeleidde, en waar hij in zijn rustige studeerkamer den vertrouwelijken kring der societas graeca deelgenoot maakte van hetgeen straks die Mnemosyne aan de buitenwereld zou verkondigen”. v. D. VRAGENBUS (Antwoorden in te zenden Heerengracht 68) VRAGEN. Marsch van Wilms. De dagbladen hebben in herinnering gebracht dat het 17 Maart een eeuw geleden was, dat de eerste proclamatie afgekondigd werd van den Son - vereinen Vorst als Koning der Nederlanden. Den volgenden dag 18 Maart hield Z.M. als koning Willem I zijn ofiicieelen intocht in Am - sterdam als hoofdstad des rijks, ’s Avonds bezocht de vorst met gevolg den schouwburg op het Leidscheplein en trad de zaal binnen, terwijl het orkest „den immer meer geliefden marsch van Willems uitvoerde”. Welk was dit muziekstuk? Het Wien Neer - landsch bloed is het natuurlijk niet, daar dit zijn ontstaan dankt aan de prijsvraag uit - geschreven door Van Kinsbergen, die zes we - ken later 1 Mei 1815'eerst gepubliceerd werd. J. W. E. 40