Tekstweergave van GA-1915_MB002_00043
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
De
oorsprong
van
het
Nederlandsch
Pers-Museum
moet
gezocht
worden
inde
door
wijlen
den
heer
J.
L.
Beijers,
directeur
van
het
Nieuws
van
den
Dag,
bijeenge
-
brachte
verzameling
couranten
en
werken
betreffende
de
pers
althans
de
verkoop
van
de
boekerij
van
den
heer
Beijers,
na
diens
dood,
was
voor
verschillende
personen
aanleiding
om
de
eerste
stappen
te
doen
voor
de
oprichting
vaneen
Nederlandsch
Pers-Museum.
Tot
die
personen
behoorden
inde
allereerste
plaats
bestuurderen
van
de
organisatie
van
journalisten
inde
Hoofdstad,
de
Vereeniging
De
Amster
-
damsche
Pers.
Zij
vonden
echter
niet
dien
financieelen
steun
waarop
zij
gehoopt
hadden.
Dit
deed
den
heer
Van
Waalwijk
besluiten
zijn
aanvankelijk
meer
be
-
scheiden
order
voor
die
veiling
uitte
breiden
en
zoo
werd
hij
eigenaar
van
de
geheele
verzameling-Beijers
op
journalistiek
gebied.
Het
heeft
toen
heel
wat
tijd
en
moeite
gekost
om
de
min
of
meer
chaotische
massa
„courantenpapier”
te
ordenen.
Dat
dit
gelukt
is,
en
dat
men
thans
de
beschikking
heeft
over
eene
tot
op
dit
oogenblik
bij
gehouden,
geheel
geordende
verzameling,
is
vooral
te
danken
aan
den
bekenden
heer
A.
Th.
Hartkamp,
die
nog
altijd
conser
-
vator
van
het
Pers-Museum
is.
Trouwens,
de
collectie
werd
al
dadelijk
op
zeer
be
-
langrijke
wijze
vervolledigd,
doordat
de
heer
Hartkamp
zich
bereid
verklaarde
een
groot
deel
van
zijne
als
alles
wat
zijne
hand
bijeenbrengt
zeer
merkwaardige
pers-verzameling
te
voegen
bij
de
toen
reeds
bestaande
kern.
Bovendien
werd
de
bibliothecaris
van
de
Universiteitsbibliotheek
alhier,
dr.
C.
P.
Burger
Jr.,
bereid
gevonden,
zijne
medewerking
te
verkenen,
om
dein
die
bibliotheek
aanwezige
verzameling
couranten
aan
het
Nederlandsch
Pers-Museum
in
bruikleen
af
te
staan.
Hetzelfde
deed
ook
het
Bestuur
der
Vereeniging
tot
bevordering
van
de
Belangen
des
Boekhandels,
terwijl
ook
de
heeren
J.
F.
L.
de
Balbian
Verster,
redacteur
van
het
Nieuws
van
den
Dag,
(nu
wijlen)
A.
S.
de
Rochemont,
redacteur-administrateur
van
het
Nieuwsblad
voor
den
Boekhandel
en
C.
Schlick
van
Reuter’s
Office
de
collectie
met
verschillende
zeldzame
en
merkwaardige
exemplaren
verrijkten.
Het
aldus
uit
verschillende
kleinere
verzamelingen
opgebouwde
Nederlandsch
Pers-Museum,
werd
gevestigd
in
eene
groote
zaal
van
het
gebouw
Concordia
op
den
Nieuwe
Zijds
Voorburgwal,
toentertijd
de
zetel
van
het
Nieuwsblad
voor
Nederland.
Men
vond
er
verschillende
boekwerken
betreffende
de
journalistiek;
eenige
por
-
tretten
van
bekende
dagbladschrijvers,
zooals:
Charles
Boissevain,
H.
de
Veer,
dr.
Camping,
Doorman
Senior;
eene
complete
verzameling
van
alle
inden
loop
der
tijden
door
de
politie
aan
de
verslaggevers
der
pers
uitgereikte
identiteits-bewijzen,
zooals
er
hier
en
in
andere
steden
nog
altijd
gebruikt
worden,
maar
vooral:
duizenden
en
nog
eens
duizenden
kranten.
Het
zijn
om
met
den
heer
Van
Waalwijk
te
spreken,—
exemplaren
van
„welhaast
alle
bladen
die
ooit
in
Nederland
zijn
verschenen,
van
de
alleroudste
tot
de
bladen
van
onzen
tijd,
vertegenwoordigd
dooreen
nummer
uit
elke
periode,
die
zij
hebben
doorgemaakt;
eerste
nummers,
feestnummers,
herinne
-
ringsnummers
laatste
nummers
ook
van
bladen,
welke
den
strijd
om
het
bestaan
niet
wisten
vol
te
houden.
L’histoire
en
action
zouden
wij
kunnen
zeggen
;
de
geschiedenis
der
bladen
in
die
bladen
zelf
meegedeeld
of
door
veranderd
uiterlijk
aangetoond”.
Alleen
nederlandsche
bladen
zijn
verzameld,
maar
dan
ook
„nederlandsche”
in
den
ruimsten
zin
van
het
woord;
niet
alleen
de
couranten
die
binnen
onze
lands
-
grenzen
of
in
onze
koloniën
het
licht
zagen,
maar
ook
vlaamsche
bladen,
hollandsche
en
afrikaansche
bladen
uit
Zuid-Afrika
en
hollandsche
bladen
uit
Amerika.
Ten
tijde
toen
de
eerste
catalogus
verscheen,
dat
was
in
Maart
1903,
waren
er
m
het
Museum
al
30000
exemplaren,
betreffende
ruim
2700
uitgaven,
bijeen.
Hoeveel
er
nu
zijn
weet
ik
niet;
en
het
doet
er
ook
minder
toe.
De
hoofdzaak
is
dat
het
Mu-
Seum
„bij”
is
tot
op
dezen
dag.
35