Tekstweergave van GA-1915_MB002_00033

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR Het Bestuur bericht aan de leden, dat de Burgemeester, de heer J. W. C. Tellegen, zich welwillend bereid heeft verklaard het Beschermheerschap van het Genootschap te aanvaarden. Het Bestuur bericht, dat aan de donateurs en leden verzonden is het dertiende Jaarboek met dezen inhoud ; Verslag 1913 —1914 ; Ledenlijst per 1 Jan. 1915 ; Anton Reinhard Falck te Amsterdam, door prof. dr. H. Brugmans (m. afb.) ; Amsterdam in 1592 volgens de beschrijving vaneen Engelschman, door J. N. J. Jensen ; Een request uit de 17de eeuw, door Marie van Soest (m. afb.) ; Een amsterdamsch kanon te Berlijn, door J. F. L. de Balbian Verster (m. 2 afb.) ; Bijzonderheden betreffende Nicolaas Witsen, door J. F. L. de Balbian Verster (m. 2 afb.) : Geschiedenis van het huis Keizersgracht 194, door dr. Joh. C. Breen ; Geschiedenis van het huis Keizers - gracht 676, thans de Nieuwe Kerk der Waalsche hervormde gemeente, door dr. Joh. C. Breen; Onze oude dichters en de amsterdamsche topographie, door Corn. J. Gimpel; Uit de bakermat der amsterdamsche handelsstatistiek, door dr. Leonie van Nierop (m. afb.); De Jordaan, door dr. A, Beets; De hoogduitsche apotheek, Prinsengracht 578, door dr. Joh. C. Breen (m. afb.) ; Kroniek, door dr. Joh. C. Breen. DE BURGEMEESTERS VAN AMSTERDAM SINDS HET BEGIN DER NEGENTIENDE EEUW De Revolutie van 1795 heeft de positie, die Amsterdam in het vaderland innam, geheel van karakter doen veranderen. Onder den ouden regeeringsvorm van de Republiek der Vereenigde Nederlanden bezat de stad, als zoodanig, bestuurd door haren magistraat, een eigen machtspositie inde Staten der provincie Holland, en daardoor ook inde Staten-Generaal; dank zij bovendien haar economisch over - wicht, was wat Amsterdam wilde inden regel feitelijk de wet voor het geheele Ge - meenebest. In het stedelijk bestuur zelf berustte de leiding bij de Burgemeesteren, die een college vormden van gewoonlijk twaalf leden, van wie er jaarlijks vief „re - geerend” waren. Door de Revolutie is dit alles anders geworden ; de stedelijke over - heid heeft als corporatie allen invloed op de landsregeering verloren, en het burge - meesterlijk gezag is thans de vertegenwoordiger van het centraal bewind. Toen op ig Januari 1795 de vier regeerende Burgemeesteren hun zetels op last van het Comité-Revolutionair verlieten, verdween met hen ook de naam van hun ambt. Het bestuur der stad zou in het vervolg bij de Repraesentanten van het Volk van Amsterdam berusten, en verschillende Comité’s werden met de uitvoerende macht belast. Deze toestand duurde tot 12 Maart 1803, toen in plaats der Comité’s een vijftal Wethouders het uitvoerend gezag overnam, gekozen uit den Raad, die, evenals vóór de Revolutie op 36 leden werd gebracht. In 1808, na de instelling van het Koninkrijk Holland werd de oude naam Vroedschap weder aan den nagenoeg geheel invloedloozen Raad gegeven, terwijl het dagelijksch bestuur der stad op - gedragen werd aan één Burgemeester en vier Wethouders. 20 Januari 1808 instal - leerde de Landdrost van het Departement Amstelland het geheele, door den Koning benoemde, stedelijk bestuur. Als Burgemeester trad toen op: mr. Jan Wolters van de Poll. De nieuwe titularis had voor de Revolutie deel uitgemaakt van de 25