Tekstweergave van GA-1915_MB002_00032

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM name de Balthasar Florisstraat, Cornelis An - thonisstraat en Pieter Baststraat. Voorloopig althans’was'dit kwartier van de richting Con - certgebouw lang niet gemakkelijk en slechts langs vrij onbegane wegen, zandhoopen, steenmassa’s e.d. te bereiken, terwijl de groen - tentuintjes en sloten moerassige dampen ver - spreidden en de brug over de Ruysdaelkade slechts een houten hulpbrug was, naar ik mij meen te herinneren. Van de bewoners waren er inden eersten tijd, zooals meer inde uit - loopers van buitenwijken ’t geval is, meer - deren, die ’t daglicht om eenige reden schuw - den. Het volk had dan ook spoedig voor deze wijk den naam Duivelseiland bedacht, ’t was toen inden tijd van Dreyfus en zijne tijde - lijke gevangenschap op ’t Duivelseiland. En onder dien naam is ’t inden volksmond, in die buurt althans nog bekend. Inde eerste jaren was het zelfs verre vaneen aanbeveling om er te wonen, later is dat veel verbeterd. Kn. PERSONALIA J. V. de Groot o. p. Het onlangs ver - schenen 12e Jaarverslag van den Katholieken Kunstkring „De Violier” (1913 —1914) bevat o. a. een portret van den amsterdamschen hoogleeraar P. Mag. J. V. de Groot O. P. bij gelegenheid van zijn in 1914 gevierd 40- jarig priesterschap, met een bijschrift over zijn werk en streven. S. VRAGENBUS [Antwoorden in te zenden Heerengracht 68) VRAGEN. Amsterdam in 1805. —ln 1805 verscheen te ’s-Gravenhage bij J. Immerzeel Jr. de roman Twee-en-dertig woorden; of de les van Koteshue door Bruno Daalberg, pseudoniem van P. de Wacker van Zon; hij was een achterneef van minister Falck, die in 1818 algemeen Secretaris van Staat was, toen Van Zon benoemd werd tot Secretaris van den Hoogen Raad van Adel. Verschillende amsterdamsche elementen wor - den in dezen roman te pas gebracht:[een knecht van den prentenkooper Bufïa (I 20), de musico de Bremerton (I 99) en de Pijl (I 147), de veilinglokalen van hout- en wijnveilingen de Witte Zwaan aan den Nieuwendijk en de Brak - kegrond inde Nes (I, 100), de concurrentie - strijd tusschen de psalmdrukkers Allart te Amsterdam en Enschedé te Haarlem (I 34, 173,' 395), de Spijkerbalsem (II 79) en als plaat een karakatuurteekening vaneen gezicht uit het Noordhollandsche koffiehuis inde tegen - woordige Paleisstraat langs stadhuis naar de Nieuwekerk (II93). Van enkele amsterdamsche dingen weet ik niet en vraag daarom of zij ont - leend zijn aan de werkelijkheid, een zielver - kooper bij de Plantage (II 92), de burger Bronsberg, die op zijn hofstede de bloem der burgerlijke noblesse te dineren vraagt (II 292) en de heer van Ommeren, die zeer bekend was in Amsterdam, in weerwil dat zijn beroep schoon vroolijk en lucratief, niet bijzonder aanzienlijk is (II 292). J. W. E ANTWOORDEN. Gevelsteen Singel 142. Het huis Singel 142 vormde oorspronkelijk een geheel met no. 140. Het werd gebouwd door Hendrik de Keyser en is afgebeeld op plaat XXXIV der Architectura moderna, terwijl het op blz. 21 van dit werk wordt aangeduid als „daer den Dolfijn inde Gevel is uytgebeelt, tegenwoor - dig bewoont door den Heer van Nieukoop”. Deze laatste aanduiding kan niet slaan op den tijd, waarin het boek verscheen (1631), maar is vermoedelijk letterlijk aan eene aanteeke - ning van De Keyser ontleend, die het huis voor rekening van den heer van Nieukoop, Johan de Bruyn van Buytenwech had ge - bouwd. Van dezen moet het overgegaan zijn aan den dichter Henrick Laurensz. Spiegel, die het op 2 Mei 1609 weder overdroeg aan Volckert Overlander. Het opschrift inden gevel van no. 142 : FIL. NIC. GHIS. OEVERLAND. MARIA. OEVERL. ALTERI. VXIM FECER. LAPID. XVI. KAL. AVGS. waarvan de heer C. Visser vraagt, is zooals het hier staat blijkbaar verminkt. Voor zoover vertaalbaar zou het luiden : „De ioon Nicolaas Chijs Overlander. Maria Overlander deden [of maakten] den steen 17 Juli. De woor - den ALTERI vxim kunnen geen zin geven. Ik merk hierbij, dat op de lezing: alteri prim decer. inde Bouwmeester 1887 evenzeer onzin is en vermoed dat het opschrift slechts voor de helft bewaard is geworden ; de andere helft moet gestaan hebben inden gevel van no. 140. Ook zal de eerste regel zijn weggeschilderd. Ik gis dat het zal geluid hebben voor zoover ik het kan aanvullen Volckardi I Oeverland. Fü, Nic. Ghis. Oeverland atque filia eiusdem Maria Oeverl I constHu feceruntlapid.XVl. Kal. Augs | Anno Domini MDC waarmede dan gezegd wordt dat de genoemde kinderen van Volckert Oeverlander den steen hebben doen plaatsen of hebben onthuld. Dein het opschrift genoemde zoon, die den naam Chijs voerde naar zijne grootmoeder van vaderszijde, Trijntje Claesdr. Chijs overleed op nog geen 27-jarigen leeftijd, gFebr. 1627. De dochter Maria (1603 —1678) huwde in 1630 met dr. Frans Banninck Cock, den held van Rembrandt’s Nachtwacht. In het beroemde album van Cock komt eene teeke - ning van het huis voor, die gereproduceerd is in Amsterdam inde 17e eeuw, I, 191. Men zie voorts : D. C. Meijer Jr., De familie Overlander , in het Amsterdamsche Jaarboekje voor 1897, blz. 150 vv. en Elias, De Vroedschap van Amsterdam, I 274. Joh. C. B. 24