Tekstweergave van GA-1915_MB002_00028
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Haarlem,
waarvan
de
eerste
twee
bedrijven
werden
gepubliceerd
in
Groot-Nederland,
Fe
-
bruari
1915,
wijdt
Frederik
van
Eeden
de
volgende
mooie
en
interessante
verzen
aan
Amsterdam,
dat
gedurende
de
17e
eeuw
in
het
oordeel
der
tijdgenooten,
vooral
van
hen,
die
buiten
de
hoofdstad
woonden,
zeer
ver
-
schillend
stond
aangeschreven.
Een
spiegel
dezer
verscheidenheid
van
de
volgende
versfragmenten.
Niet
vleiend
klinkt
het,
wat
de
calvinist
ds.
Baltens
zegt:
De
Hoer
aan
’t
Y
is
voor
elk
geld
te
koop.
Die
vaart
voor
Paap
en
Heiden,
Moor
en
Turk,
die
geeft
om
God
noch
t
lieve
Vaderland.
Die
vraagt
naar
winst
alleen,
naar
winst!
winst!
winst!
Lang
was
Aniwerpe’
in
’s
Prinsen
hand
gevallen,
kreeg
het
geen
kruit
en
lood
van
Amsterdam.
Maar
het
regelrechte
antwoord
op
deze
boet
-
predicatie
geeft
Estella
Cousaert,
dochter
van
den
schout
van
Haarlem,
eenige
bladzijden
verder,
wanneer
ze
praktijken
der
Amster
-
damsche
kooplieden
verdedigt,
onder
welke
haar
man,
Aert
van
Bij
land,
behoort:
Maar
kan
dan
iemand
van
ons
allen
zeggen,
dat
al
zijn
goed
oprecht
gewonnen
is
?
Vaer
krijgt
het
van
de
stad,
mijnheer
de
Bont
wordt
voor
zijn
kunst
en
weetenschap
betaald,
door
rijke
kranken
maar
wie
zegt
u
beiden
hoe
stad
en
burger
aan
dien
rijkdom
komt
?
De
koopmanswinst,
verzameld
t'Amsterdara,
vloeit
00ver
heel
het
land.
en
ieder
deelt
van
koopmans
voordeel,
eerlijk
of
oneerlijk.
Gestoolen
goed
gedijt
niet.
zegt
de
spreuk,
maar
k
hoorde
ook
zeggen
dat
het
geld
niet
stinkt.
Wanneer
de
koopman
steelt,
dan
heelt
heel
Holland.
Krachtiger
noch
argumenteert
de
koopman
Arent
van
Bij
land
zelf
voor
het
goede
recht
van
den
handel
en
lyrisch
zingt
hij
den
lof
van
zijn
schoone
stad:
Het
hart
der
waereld
klopt
in
Amsterdam.
Het
stuurt
zijn
bloed
langs
duizend
nieuwe
banen
tot
alle
volken,
voedend
en
verbindend,
totdat
een
kunstig,
wijdgespannen
net
d’aardkloot
vereenigt
tot
een
enkel
lijf.
Maar
kruit
en
koogels
zijn
niet
onze
kracht.
Dat
is
barbaren
tuig,
dat
«lechts
vernielt.
Wij
bouwen
op,
door
ijver
en
vernuft.
Wij
kennen
niet
de
scherp
getrokken
grenzen
waar
trotsche
vorsten,
sluuwe
diplomaten
volkren
mee
scheiden,
en
hun
machtsgebied
door
vuige
list
of
rouw
geweld
vergrooten.
Wat
raakt
ons,
welke
vlag
Antwerpen
voert
?
Wij
handlen
met
wie
eerlijk
handlen
wil
en
geeven
niet
om
nationaal
getwist.
Menschen
zijn
broeders,
tot
elkanders
dienst
en
weederdienst
bestemd.
De
vrije
koopstad
wordt
niet
tot
werktuig
van
verwaten
prinsen,
steunt
geen
eerzuchtig
plan....
De
diepste
en
hoogste
lof
echter
van
de
stad
aan
Aemstel
en
IJ
wordt
gelegd
inden
mond
van
den
haarlemschen
schilder
Frans
Hals:
Haarlem
is
Holland’s
hart,
zei
Ramp.
Zoo
is
’t.
Maar
Holland
is
nochthans
de
waereld
niet
en
’t
minnen
van
mijn
schoone,
lieve
stad
verhindert
niet
dat
ik
den
geest
vereer
die
wijder
blikt
en
dieper
schoonheid
zoekt.
't
Is
waer,
wat
Bijland
zei.
dat
Amsterdam,
*t
winzuchtig
eigenmachtig
Amsterdam
een
breeder
wiekslag
heeft
en
grooter
vlucht
dan
’t
eerzaam
werkend
en
trouw-hollandsch
Haarlem.
Het
zoekt
de
menschheid
en
het
waereldrijk.
Als
ik
mag
heeten
tolk
van
Haarlems
ziel
en
schilder
van
goed
Hollands
schoonste
leeven,
dan
is
de
jonge
Rembrandt
te
Amsterdam
schilder
van
waereldschoon
en
tolk
der
ziel
van
heel
de
menschheid,
die
onze
aerd
bevolkt.
Ik
vermoed,
dat
ook
de
volgende
blad
-
zijden
wel
woorden
zullen
bevatten,
die
Am
-
sterdam’s
trotschen
en
grooten
tijd
in
her
-
innering
brengen,
en
hoop
dan
ook
deze
hier
te
memoreeren.
v.
D.
Amsxelodamensia
te
Rome.
In
het
on
-
langs
verschenen
3de
deel
van
wijlen
dr.
Gisbert
Brom’s
Archivalia
in
Italië
belangrijk
voorde
geschiedenis
van
Nederland
('s-Rijks
geschied
-
kundige
Publicatiën.
Kleine
serie
14)
komt
ook
een
en
ander
voor
voornamelijk
over
het
kerkelijk
leven
onder
de
katholieken
te
Am
-
sterdam.
Wij
wijzen
op
de
brieven
van
Fran
-
cesco
Bianchini,
waaronder
een
aan
den
Fran
-
ciscaan
P.
Aegidius
de
Glabbais,
missionaris
te
Amsterdam,
van
1718
(no.
109
vlg.),
op
een
bundel
met
allerlei
papieren
over
de
jansenistische
beweging
in
Holland
,1697
—1702
(no.
145),
op
een
kort
verslag
van
den
be
-
kenden
Aubertus
Miraeus
over
de
godsdienst
-
twisten
in
Holland
tijdens
het
Bestand
(no.
209)
;
op
een
betoog
van
den
Jezuiet
Veto,
hoogleeraar
inde
aardrijkskunde
te
Venetië,
over
handel
en
scheepvaart
der
Oost-Indische
Compagnie,
van
1672
(no.
217),
op
een
aantal
brieven
over
de
kerkelijke
troebelen
inde
hollandsche
zending
na
de
schorsing
van
P.
Codde,
1703
(no.
225),
op
twee
andere
soortgelijke
bundels
(no.
229
en
230).
In
het
bijzonder
trekt
de
aandacht
een
italiaansch
brievenboek
van
Fabio
Chigi
(den
lateren
Paus
Alexander
VII),
die
den
Heiligen
Stoel
op
het
vredescongres
te
Munster
vertegen
-
woordigde
(no.
275)
;
daarin
komen
brieven
voor
aan
Francesco
Ferroni
te
Amsterdam,
die
graan
levert
voor
de
Camera
apostolica
te
Rome,
Pieter
Haukerck
te
Amsterdam
en
Baldassar
van
der
Goes,
koopman
aldaar.
Ineen
ander
brievenboek
van
Fabio
Chigi
(no.
279)
vinden
wijde
uitvoerige
beschrijving
van
den
aanslag
van
Willem
II
op
Amsterdam,
waarop
wij
ten
vorigen
jare
wezen.
Onder
no.
320
vinden
wijde
beschrijving
vaneen
reis
van
Chigi
door
onze
gewesten
in
1651,
waarbij
hij
ook
Amsterdam
aandeed.
Am
-
sterdam
werd
ook
bezocht
door
de
gebroeders
Giulio
en
Guido
de
Bovio,
edellieden
uit
Bologna,
die
in
1677
en
1678
een
reis
door
de
Republiek
maakten
(no.
390).
Ineen
Relation
des
sept
Provinces-Unies
des
Pais
Bas
van
1670
(no.
406)
komt
natuurlijk
ook
een
en
ander
voor
over
Amsterdam.
Stukken
over
Lucas
Ahuys,
jansenistisch
priester
te
Amsterdam,
van
1729
bevat
no.
530.
20