Tekstweergave van GA-1915_MB002_00018

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM De eens zoo fraaie buitensingels, die zulke prachtige wandelingen opleverden, werden „genormaliseerd”. De weilanden, die daar bniten lagen, gingen in handen van speculanten over, ten wier behoeve straten werden aangelegd met het eenig doel, zoo voordeelig mogelijk verkoopen van den grond als bouwterrein mogelijk te maken. Millioenen zijn dus gewonnen, doch de uitbreiding van Amsterdam inde negentiende eeuw kan zeker niet als een winst voor de stad worden beschouwd. Maar niet alleen buiten de oude wallen, ook daarbinnen is veel gezondigd. Fraaie oude gebouwen werden afgebroken, om door andere te worden vervangen, die van slechts zeer geringe waarde, wat de schoonheid betreft, zijn. De overheid bekommerde zich niet om de eischen, welke die schoonheid stelde, en liet ieder die bouwen wilde zijn gang gaan, mits hij maar aan de bepalingen inde politieverordening opgenomen, voldeed. Het is hier de plaats niet, om die politieverordening, welke af en toe ver - anderd werd, te bespreken. Men grondde vele der bepalingen op wat een zoo vage wetenschap als de gezondheidsleer meende te kunnen voorschrijven. De wisselende meeningen dier wetenschap zijn voor het nageslacht in menig bouwwerk te Amster - dam bewaard. Misschien het meest karakteristieke gedenkteeken is zeker koffiehuis inde Kalverstraat, dat, om den winkeliers aan de overzijde zoo gezond mogelijk te maken, door trapsgewijze terrassen bekroond wordt, die de hangende tuinen van het oude Ba bel in herinnering brengen. Bleef het hart der stad nog betrekkelijk lang in zijn ouden toestand, nadat in 1883 het zuidelijk deel van het Damrak was gedempt werd ook daar heel wat ver - anderd. Zulke wijzigingen zijn in dit stadsdeel ook vroeger wel gemaakt. Toen viel er niet over te klagen ; wat echter in onzen tijd geschiedde heeft weinig lof geoogst. De Dam was inde zestiende eeuw maar een klein plein. Toch plaatste men daar de Waag, een sierlijk bouwwerk, dat zeer goed in zijn omgeving paste en dat pas gesloopt is in 1808, toen koning Bodewijk een vrij uitzicht uit zijn paleis begeerde De oostzijde van den Dam werd in het begin der zeventiende eeuw veranderd. Het plein zelf en de Vijgendam scheidde men toen van de Vischmarkt, en ook de over - zijde van den Vijgendam werd met huizen bebouwd. Aan een zoo talentvol bouw meester als Hendrik de Keyser werden de ontwerpen gevraagd, en er ontstond een bijzonder fraai geheel, waarvan het laatste gedeelte eenige jaren geleden werd ge - sloopt. Wat later bouwde dezelfde meester de Beurs op het Rokin en de huizen op den hoek van den Dam en de Beurssteeg, wier overblijfselen wij onlangs zagen ver - dwijnen. Zoo had dit stadsgedeelte in 1612 zijn eigen karakter gekregen ; het ver - toonde eenheid, die, ondertusschen, volstrekt geen verscheidenheid uitsloot. In 1648 onderging het westelijk deel van den Dam een verandering. Toen werden de huizen, die aan de rooilijn welke Kalverstraat en Nieuwendijk gestaan hadden, gesloopt en begon men met het bouwen van het nieuwe Stadhuis, dat veel meer achteruit geplaatst werd. Het stadhuis verhief zich trotsch boven de lage gebouwen van zijn omgeving ; alleen de Nieuwe Kerk, na den brand van 1645 hersteld, wedijverde in hoogte met ’s werelds achtste wonder. Men had Jacob van Campen zelfs een toren voor de Nieuwe Kerk laten ontwerpen, die, als hij volbouwd was geworden, aan het geestelijk ge - sticht het overwicht over het wereldlijk zou hebben gegeven. Het verdwijnen der Waag in 1808 schaadde het geheel. Immers dit betrekkelijk kleine gebouw gaf schaal aan het groote Stadhuis en deed het nog beter voorkomen. Dat de kruiskozijnen van het Stadhuis werden weggenomen, dat zijn galerij aan den Dam werd dichtgemaakt en een balcon daarboven werd aangebracht verhoogde alweder de schoonheid niet. Reeds in 1775 had men aan de oostzijde van den Dam een ander karakter gegeven, toen Hendrik de Keyser’s schilderachtig „Huis onder het Zeil” werd gesloopt, om 10