Tekstweergave van GA-1915_JB013_00218
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
N°.
5
met
het
er
achter
gelegen
n°.
21
vond
voor
f
1708
een
kooper
in
den
boekhouder
Jacobus
Ruttens
L
Deze
bouwde
op
het
erf
n°.
5
een
huis,
dat,
blijkens
een
ten
archieve
berustend
taxatie*register,
in
1706
gereed
was
2
.
Ruttens
overleed
vóór
April
1713,
doch
zijne
weduwe
Alida
Salomons
droeg
het
huis
eerst
8
December
1728,
voor
f5500,
over
aan
Claes
van
Eyk,
die
volgens
het
poorterboek
„varent
man’’
was.
Deze
overleed
vermoedelijk
in
1745;
althans
op
9
November
van
dat
jaar
werd
het
huis
aan
de
Prinsengracht
bij
boedelscheiding
toegewezen
aan
Leendert,
den
zoon
van
Claes
van
Eyk
uit
zijn
huwelijk
met
Hendrina
Mulder.
Den
volgenden
dag
werd
Leendert
van
Eyk
in
het
poor*
terboek
ingeschreven
als
wijnkooper.
Het
perceel
was
toen
verhuurd
aan
Jan
van
Wattens.
De
nieuwe
eigenaar
deed
het
in
1750
van
de
hand;
den
8
5ten
September
van
dat
jaar
droeg
hij
het
over
aan
Christiaan
Baden,
Johannes
Schnitzler
en
Johan
Frederik
Dismar,
die
er
f
8000
voor
betaalden.
De
eerst*
genoemde,
een
Duitscher,
geboortig
uit
Bissendorp,
had
den
16
den
November
1745
zijn
diploma
als
apotheker
verworven.
Inde
oudste
lijst
van
adressen
van
apothekers,,die
ik
kon
raadplegen
en
die
van
1748
dagteekent,
komt
hij
reeds
voor
als
gevestigd
op
de
Prinsengracht
bij
de
Weteringstraat.
Vermoe*
delijk
had
hij
dus
toen
het
huis
reeds
in
huur.
Christiaan
Baden
overleed
16
Augustus
1775.
Hij
schijnt
ongehuwd
te
zijn
geweest;
althans
zijne
medestanders
Dismar
en
Schnitzler,
die
ook
apothekers
worden
genoemd,
doch
van
wier
toelating
mij
uit
het
Amsterdamsch
register
van
apothekers
niets
bleek,
waren
zijne
eenige
erfgenamen.
Het
huis
werd
ten
behoeve
van
het
collateraal
successierecht
getaxeerd
op
f
5500,
en
op‘
16
Januari
1777
door
de
beide
erfgenamen,
voor
f
14000,
overgedragen
aan
Johan
Coenraad
Grauwe,
die
het
reeds
17
Juni
1779
overdeed
aan
Anthon
Maas.
Ook
deze
Duitscher
hij
was
geboortig
uit
Oldenburg
had
hier
op
25
Augustus
1775
zijn
apothekers*diploma
verworven.
Maas
overleed
reeds
in
1783,
eene
zuster
en
twee
halve
zusters,
allen
in
het
buitenland
gehuwd,
tot
erfge*
namen
achterlatend.
Dezen
lieten
huis
en
winkel
verkoopen.
Eigenaar
werd
nu
Reinhard
Ludwig
Gottlieb
Reuter,
die
voor
het
huis
f
14000
en
voor
de
„materiaalen
en
gereedschappen”
f
2000
betaalde.
Reuter
was,
zooals
zijn
naara
reeds
aanwijst,
ook
een
Duitscher,
afkomstig
1
Volgens
kwijtschelding
van
18
Mei
1703
(3
V.,
fol.
145).
2
Taxatie
van
25
Juni
enz.
1709
(Thes.*Extr.
n°.
27).
182