Tekstweergave van GA-1915_JB013_00215
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
„inde
Duivelshoek,
of
op
het
Fransche
Pad
gebooren
en
opgevoed
is,
dubbel
„in
staat
zou
zijn”.
1
Ook
inden
Willem
Leevend
van
Wolffen
Deken
vinden
wij
„de
Jordaan”;
ineen
eenigszins
verward
verband,
maar
dat
verklaard
wordt
door
de
omstandigheid
dat
de
regels
thuis
hooren
ineen
parodieerend
Er
wordt
gewaagd
van
den
tijd
toen
Vrouw
Natuur
het
kroost
des
Adams
spreken
leerde
Die
zelfde
taal,
die
nog
de
taal
is
der
Jordaan;
Niet
dien
onmeetbren
plas,
dien
gryzen
Oceaan,
Waar
van
wy
reeds
den
loop
by
oude
aloudheid
zagen:
Maar
die
in
Amstelvest
dien
zelfden
naam
blyft
dragen;
Waar
Jut,
en
Deen,
en
Zweed
den
vryen
toegang
heeft,
De
kleine
Winkelier
gelyk
een
Koning
leeft.
Een
taal,
nog
niet
enz.
2
Wat
hier
precies
met
„de
Jordaan”
wordt
bedoeld,
is
niet
helder.
De
Prinsengracht?
Het
stadskwartier?
Het
een
zoowel
als
het
ander?
Het
is
moeilijk
te
zeggen.
Maarde
schrijfsters
hebben
hier,
en
in
het
heele
bruilofts*
gedicht,
aan
„Nicht
Hexameter"
met
opzet
onbegrijpelijkheden
inden
mond
gelegd.
Uit
de
eerste
helft
van
de
19de
eeuw
is
een
plaats
voor
„de
Jordaan”
in
de
nu
gewone
beteekenis
bij
te
brengen
uit
de
werken
van
J.
Immerzeel
Jr.
3
(hij)
Trad.
...
ter
herberg
uit,
begroet
van
alle
kanten
Door
woeste
horaas
van
ontelbre
lijftrawanten,
Die
uit
het
paddemoes,
jordaan
en
lange
lijn
Te
zaam
gestroomd,
zich
daar
op
schildwacht
plantten
Om
ooggetuigen
van
het
wonderwerk
te
zijn.
Ik
zal
niet
voortgaan
~de(n)
Jordaan”,
met
afleidingen
en
samenstellingen,
als
Jordane
r,
Jordaansch,
Jordaantaal,
verder
in
onze
literatuur
aan
te
wijzen.
Daarom
is
het
hier
niet
te
doen.
Wie
plaatsen
begeert,
vindt
ze
bij
Van
hennep
(
Klaasje
Zevenster),
Potgieter,
Multatuli,
en
natuurlijk
in
rijken
overvloed
bij
Querido.
1
Aangehaald
in
Het
Tooneel
11,
329;
verg.
Ter
Gouw,
Amstelodamiana,
Derde
Druk,
I,
200.
2
E.
Bekkers
Wolft
en
A.
Deken,
Hist.
v.
Willem
Leevend,
111,
255
(a°.
1784).
3
J,
Immerzeel
Jr.,
Gedichten,
Rotterdam
1823,
Dl.
I,
blz.
94:
De
Dood
van
Augias.
179