Tekstweergave van GA-1915_JB013_00124
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
zelfden
dag
in
bezit
van
Jeremias
van
Ray,
die
ook
de
erven
6—9
(ten
Westen
van
10)
aan
de
Keizersgracht
en
60—63
daarachter
inde
Kerkstraat
kocht.
Op
19
Sept.
1668
nam
Jan
Claesz.
van
Dijk
de
erven
58
en
59
van
Van
Ray
over,
en
den
13
den
December
deed
Claes
Egbertsz.
afstand
van
zijn
aandeel
inde
erven
aan
de
Keizersgracht;
denzelfden
dag
werd
nu
het
geheel
door
Burgemeesteren
en
Thesaurieren
aan
Van
Dijk
opgedragen.
Voor
f3666
was
hij
alzoo
in
het
bezit
gekomen
vaneen
terrein
van
52
bij
260
voet.
Weldra
zag
hij
kans
het
met
een
aardige
winst
van
de
hand
te
doen:
op
16
Augustus
1669
toch
droeg
hij
de
vier
erven
gezamenlijk
voor
f7IOO
over
aan
Pieter
Dey
of
Day,
die
echter
niet
de
geheele
koopsom
betaalde,
doch
den
verkooper
een
rentebrief
gaf
van
f
200
jaarlijks,
eerst
na
tien
jaren
behoudens
in
geval
van
overlijden,
wanneer
het
eer
mocht
geschieden
aflosbaar
met
fSOO0
1
.
Day,
die
27
April
1663
als
koopman,
geboortig
van
Utrecht,
in
het
Amsterdamsche
poorterboek
was
ingeschreven,
stichtte
aan
de
Keizersgracht
een
huis
met
tuin,
terwijl
hij
de
beide
erven
aan
de
Kerkstraat
onbebouwd
liet.
Blijkens
den
gevelsteen
was
het
huis
in
1671
voltooid;
de
bouwheer
zou
er
echter
niet
lang
genot
van
hebben.
Hij
geraakte
in
moeielijke
financieele
omstandigheden.
Nog
5
Juni
1671
leenden
hij
en
zijne
tweede
vrouw
Margrita
Hackius
van
Johannes
Six
van
Chandelier
een
bedrag
van
f
9000,
waarvan
twee
schepenenkennissen
werden
opgemaakt
3
,
doch
reeds
op
26
Nov.
van
hetzelfde
jaar
vinden
wij
inde
notulen
van
commissarissen
der
Desolate
Boedelskamer
aangeteekend
dat
tot
„curateur”
over
zijn
fallieten
boedel
werd
benoemd
Matthijs
Craeijers,
wien
in
het
volgende
jaar
nog
werden
toegevoegd
Tieleman
Soolmans
en
de
reeds
genoemde
Johannes
Six
van
Chandelier
3
.
Den
9
den
Januari
1672
werd
het
huis
aan
de
Keizersgracht
met
de
daarachter
liggende
erven
bij
executie
verkocht.
Eerst
werd
het
toegewezen
aan
Frederik
Jeuriaensz.,
voor
f
25200,
doch
deze
kooper
bleek
een
„schaap”,
dat
wil
zeggen:
hij
kon
geen
borg
stellen,
zoodat
de
koop
vernietigd
werd.
Daarop
werd
het
ten
anderen
male
geveild,
en
nu
bleef
kooper
Joan
Thijsz.,
voor
de
som
van
f
22150,
waarvoor
hij
als
borgen
stelde
Roeland
de
Carpentier
en
Jan
Prijs
4
.
Bij
den
koop
moesten
tegen
1
Rentebrieven,
30,
fol.
96.
2
Reg.
van
Schepenenkennissen
3
C.
142.
3
Register
van
de
Curatelen,
F.
Des.
Boedelskamer
n°.
304,
fol.
280.
4
Minuut
—Reg.
der
Executiën
(Rechterl.
Archief
2123),
fol.
87.
88