Tekstweergave van GA-1915_JB013_00120

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
de halve waarde van den gemeenschappelijken muur van het opgetrokken ge* deelte, ter hoogte van acht en ter lengte van 44 voeten, aan haren buurman Lambregt van Notten, een bedrag van 41 gl. 8 st. voldoen. Kort daarop, 18 April 1760, machtigde zij haren schoonzoon Christiaan Schuit om het perceel voor f2IOOO te transporteeren aan haren zoon Daniël Beek; 8 Mei 1760 vond de kwijtschelding ten overstaan van schepenen plaats. Op zijne beurt droeg Daniël Beek het perceel op 24 Mei 1775 over aan den echtgenoot zijner zuster Josina, Hendrik ten Broeke. Hendrik ten Broeke (fin Augustus 1783) en Josina Beek (fin Januari 1795) lieten het huis na aan hunne eenige dochter Levina, gehuwd met Matthijs van Maurik Jansz. Deze, volgens testament van 27 Juni 1777 voor notaris A.J. Vermeer erfgenaam zijner vrouw, verkocht 1 Augustus 1803 het perceel voor fIBOSO aan Hendrik Ferdinand van den Kommer; 9 September 1803 volgde de kwijtschelding. De nieuwe eigenaar bewoonde het huis tot aan zijn over* lijden op 7 April 1816. Hij vermaakte het aan de zusters zijner overledene vrouw, Maria Naraad, met name Margaretha Magdelena, weduwe van Abraham Geurts, en Johanna, weduwe van Gerrit Oyens. Ook dezen bewoonden het. Mevrouw Geurts overleed 16 Juli 1820 en liet hare helft na aan hare zuster, die op 22 Maart 1839 den weg der gansche aarde ging, nalatende twee kinderen: Hendrik Oyens, makelaar, en Magdalena Oyens, gehuwd met Ber* nardus Oostrum de Waal, commissionair, toen wonende Keizersgracht bij de Prinsenstraat. Aan de dochter werd het huis voor f 13000 toebedeeld. Zij testeerde 21 Februari 1840, als weduwe, voor notaris mr. Joh. Commelin, en liet het huis na aan hare kinderen. Dezen negen in getal: Johannes de Waal, assuradeur, Hendrik Ferdinand de Waal, assuradeur, Bernardus de Waal, zonder beroep, Gerrit de Waal, fabrikant te Utrecht, Pieter Adriaan de Waal, med. doctor, Petronella Adriana de Waal, Ida de Waal. Willem de Waal te Utrecht, en Henriëtte Adriana de Waal, meerderjarig verklaard 30 April 1847, - verkochten het 5 Juli 1847 aan Johan Christoph Reesse, suikerraffinadeur, voor f 15900, benevens f 600 voor overgenomen goederen. Johan Christoph Reesse overleed 26 Mei 1861, waarna het perceel eerst aan zijne weduwe Catharina Astro kwam, en na den dood van deze op 13 No* vember 1869 aan hunne dochter Amalia Elisabeth, die bij haar overlijden op 2 December 1878, als erfgenamen naliet hare broeders Johannes Casparis, Hendrik Jacobus en Willem, en de kinderen van haren overleden broeder Hermanus 84