Tekstweergave van GA-1914_MB001_12010
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
noemen
alleen
maar
Dathenus
en
Gomarus.
Ook
geleerden
en
kunstenaars
kwamen
uit
het
Zuiden
:
Daniël
Heinsius
kwam
uit
Gent
en
•
ooral
Vondel,
hoewel
te
Keulen
inde
bal
-
lingschap
geboren,
was
toch
een
Antwerpenaar
van
afkomst.
Er
is
ook
een
keerzijde
der
me
-
daille
:
wie
kent
niet
den
armoedigen,
have
-
loozen,
en
ook
beschaafden
Zuid-Nederlander,
door
het
lot
naar
Amsterdam
verzeild,
m.a.w.
den
Spaanschen
Brabander?
Na
dien
zijn
er
niet
zoo
heel
veel
betrekkin
-
gen
tusschen
Antwerpen
en
Amsterdam
ge
-
weest.
De
Schelde
was
en
bleef
gesloten
;
Ant
-
werpen
werd
de
ademhaling
belet.
Maarde
stad
bleef
veel
aantrekkelijks
behouden,
ook
om
haar
weergalooze
kunstschatten,
door
Van
Dijck
en
Rubens
en
zoovele
anderen
juist
in
de
eerste
helft
der
zeventiende
eeuw
zoo
be
-
langrijk
verrijkt.
Geen
wonder,
dat
Frederik
Hendrik
haar
wilde
veroveren
en
bij
de
Repu
-
bliek
voegen
;
geen
wonder
ook,
dat
Amster
-
dam
zich
daartegen
verzette,
omdat
het
daar
-
van
terecht
groot
nadeel
voor
zijn
handel
vrees
-
de.
Het
verhaal,
dat
amsterdamsche
kooplie
-
den
Antwerpen
proviandeerden
en
van
ammu
-
nitie
voorzagen,
toen
de
Stadhouder
de
Schel
-
destad
aanviel
en
dreigde
te
belegeren,
is
zeer
verdacht
van
oorsprong
en
dus
niet
zeer
geloof
-
waardig,
maar
dat
Amsterdam
Frederik
Hen
-
drik,
gelijk
op
ander
gebied,
ook
tegenwerkte
bij
zijn
plannen
op
en
met
Antwerpen,
staat
vast.
Een
andere
instrooming
van
vluchtelingen
uit
het
Zuiden
naar
het
Noorden
is
van
veel
later
tijd
en
ook
van
geheel
ander
karakter.
Het
betrof
hier
ook
geen
Zuid-,
maar
juist
Noord-
Nederlanders,
die
uit
de
zuidelijke
provinciën
vluchtten
in
1830
en
volgende
jaren.
Het
wa
-
ren
meestal
ambtenaren,
maar
toch
ook
wel
antwerpsche
kooplieden.
Onder
hen
noemen
wij
Kinker,
die
uit
Luik
moest
vluchten,
en
Thorbecke,
die
zijn
katheder
te
Gent
moest
ruimen.
Het
getal
van
deze
vluchtelingen
was
evenwel
veel
kleiner
dan
dat
van
1580
en
vol
-
gende
jaren
en
natuurlijk
ook
dan
dat
van
october
1914.
H.
B.
Belgische
vluchtelingen.
Het
beleg
der
stelling
Antwerpen
door
de
duitsche
troe
-
pen
onder
commando
van
Hans
Hartwig
von
Beseler
leidde
9
October
tot
bezetting
der
stad
zelf.
Reeds
had
een
deel
der
bevolking
de
stad
verlaten,
naar
Engeland
en
Nederland
vluch
-
tend,
toen
het
naderend
gevaar
hen
die
achter
-
gebleven
waren
tot
het
zelfde
besluit
dreef.
Honderd
duizenden
weken
uit,
het
aantal
Bel
-
gen
vermeerderend,
dat
om
andere
redenen
zich
hier
reeds
bevond.
Verdeeld
over
ongeveer
alle
gemeenten,
kreeg
ook
Amsterdam
ruimschoots
zijn
deel
inde
huisvesting
dezer
vluchtelingen,
die,
in
deze
stad
althans
voor
zoover
naspeur
-
baar
voor
het
overgroote
deel
behoorden
tot
de
lagere
klasse
der
bevolking.
Vooral
inden
nacht
van
10
op
11
October
is
hier
een
belanglooze
hulp
geboden,
die
vermeld
moet
worden.
Want
gaandeweg
moesten
ongeveer
alle
circa
70
be
-
schikbare
gebouwen
in
beslag
genomen
worden
om
dezen
steeds
vlietenden
stroom
van
duizen
-
den
dakloozen
een
onderkomen
te
verschaffen,
van
voedsel
en
kleeding
te
voorzien.
Het
was,
zij
het
gewijzigd
door
tijdsomstandigheden,
een
herhaling
van
het
op
oude
prenten
zoo
dikwerf
afgebeelde
schamele
landvolk,
dat
voor
de
na
-
dering
van
den
vijand
uitwijkt,
zooals
die
troe
-
pen
ellende,
geëscorteerd
door
politie,
padvin
-
ders
en
verplegend
personeel
zich
telkenmale
bewogen
langs
het
Damrak
van
het
Centraal
station
naar
de
Effectenbeurs,
waar
de
vluch
-
telingen
opgeschreven
moesten
worden.
In
het
Zondagsblad
van
De
Tijd
van
25
October
p.
131
gaf
B.
van
Vlijmen
een
typeerende
teekening
van
zulk
een
deerniswaardigen
stoet.
Onder
invloed
eener
proclamatie
van
Frei
-
herr
Vonder
Schütz,
luitenant-generaal
en
kommandant
der
vesting
Antwerpen
10
Octo
-
ber
uitgevaardigd
~dass
nichts
der
Rückkehr
der
Einwohner
von
Antwerpen
in
ihre
Woh
-
nung
in
Antwerpen
entgegensteht”,
gingen
11
October
enkelen
reeds
weder
terug.
Anderen
volgden,
toen
een
paar
dagen
later
het
belgi
-
sche
parlementslid
Louis
Franck
officieel
na
-
mens
het
college
van
Schepenen
en
Burgemees
-
ter
van
Antwerpen,
op
onderscheidene
plaat
-
sen
in
het
zuiden
van
Brabant
in
dien
geest
sprak
en
ook
andere
autoriteiten
in
gelijke
richting
werkzaam
waren.
Er
scheen
dus
kans
te
bestaan
dat
binnenkort
allen
weer
tot
hun
haardsteden
terugkeeren
zouden.
In
af
-
wachting
daarvan
werd
het
20
October
bekend,
dat
de
achterblijvenden
van
gemeentewege
zouden
gecentraliseerd
worden
inde
gebouwen
van
de
Mij.
Nederland
aan
IJ-
en
Handelskade,
onder
beheer
van
den
oud-commissaris
van
politie
H.
S.
Hordijk.
24
October
kreeg
dat
zijn
beslag.
J.
W.
E.
Beiaard
te
Mechelen.
De
heer
redac
-
teur
van
Buiten
schrijft
ons,
verwijzende
naar
het
nummer
van
17
October,
dat
slechts
28
van
de
klokken
van
’t
carillon
te
Mechelen
van
P.
Hemony
zijn
en
niet
alle
45,
zooals
in
Amste
-
lodamum
is
medegedeeld.
Dit
laatste
is
in
Am
-
stelodamum
p.
80
niet
gezegd,
wel
dat
het
klok
-
kenspel
op
de
St.
Romboutstoren
te
Mechelen
in
1674
door
Pierre
Hemony
gegoten
was.
Hemony
leverde
in
1680
een
spel
van
32
bellen
(C-
—c),
dat
verbonden
werd
aan
de
reeds
aanwezige
diepere
luiklokken,
terwijl
sedert
een
paar
ontbrekende
bellen
bijgegoten
en
eenige
valsche
en
gebarsten
klokken
hergoten
zijn.
De
toestand
was
dus,
dat
inden
toren
waren
31
bellen
van
Hemony
(1Ö74),
14
van
anderen,
waarvan
4
uit
ouderen,
10
uit
jon
-
geren
tijd.
Het
is
niet
wel
mogelijk
om
anders
te
schrijven
dan
dat
het
klokkenspel
was
(of
is)
van
Hemony,
die
het
stelde
met
gebruik
-
making
van
reeds
voorhanden
materiaal
en,
dat
in
weerwil
der
wijzigingen
deze
beiaard
bijna
geheel,
maar
toch
nog
immer
zijn
werk
90