Tekstweergave van GA-1914_MB001_11008
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
eerst
te
Brussel,
later
te
Leuven
werd
overge
-
bracht,
die
ook
te
Amsterdam
de
zorg
voor
de
Clarissen
gehad
hadden.
Na
de
opheffing
van
hun
klooster
ging
de
monstrans,
of
1
et
„hoog
-
waardig”
over
aan
de
Dominikanen
of
Predik
-
heeren,
na
wier
opheffing
het
echter
in
hun
kerk
bewaard
bleef,
waar
het
zich
wellicht
nog
be
-
vindt.
Vermoedelijk
toch
is
de
kerk
N.
Dame
aux
Dominicains
niet
verwoest,
en
zal
de
mons
-
trans
misschien
te
eeniger
tijd
ineen
berlijnsch
museum
prij
ken,
als
een
van
de
getuigenissen
van
„duitsche
kunst”,
zooals
de
heer
Fritz
Stahl
in
het
Berliner
Tageblatt
de
belgische
kunstwer
-
ken
in
„de
kleine
oudduitsche
steden
van
Bra
-
bant”,
gelieft
te
noemen!
-
De
monstrans
bevat
onder
den
voet
dit
opschrift:
t
hoert
toe
d
claerrissen
Amsterdam.
Een
afbeelding
met
beschrijving
is
te
vinden
in
het
Amster
-
damsch
Jaarboekje
1897
door
Moes
en
inde
Bij
-
dragen
voor
de
geschiedenis
van
het
Bisdom
van
Haarlem,
1897,
Dl.
22,
bl.
74,
volgg.,
door
B.
de
Bont.
De
verbrande
bibliotheek
der
leuvensche
Universiteit
was
ook
bijzonder
rijk
aan
16e
eeuwsche
uitgaven
van
vlaamsche
drukkers,
waaronder
voor
ons
niet
onbelangrijke
werken
van
amsterdamsche
schrijvers
als
Alardus
Am
-
stelredamus
en
Cornelius
Crocus,
die
veelal
te
Leuven,
o.a.
bij
Rutgerus
Rescius,
werden
ge
-
drukt,
omdat
de
amsterdamsche
drukkerijen
toen
nog
niet
waren
ingericht
voor
de
betrek
-
këlijk
groote
oplaag
van
deze
boekjes.
Al
zijn
dit
zeker
niet
de
grootste
en
geen
onherstel
-
bare
verliezen,
in
vergelijking
met
de
onschat
-
bare
handschriften,
die
verloren
zijn,
de
groote
zeldzaamheid
van
deze
amsterdamsche
ge
-
schriften
doet
hun
verlies
toch
des
temeer
betreuren.
Ook
te
Mechelen
ging
een
belangrijk
amster
-
damsch
kunstwerk
verloren
in
het
klokkenspel
van
de
St.
Romboutstoren,
in
1674
gegoten
door
Pierre
Hemony,
wiens
klokken-
en
geschut
-
gieterij
zich
bevond
nabij
het
Molenpad.
S.
Dekenaat.
Als
pastoor
van
het
Begijnhof,
en
dus
als
bewaker
van
dit
merkwaardige
plekje
en
van
de
kunstschatten,
welke
de
pas
-
torie
bezit,
is
eenige
maanden
geleden
benoemd
de
HoogEerw.
Deken
van
Amsterdam
mgr.
L.
E.
Jansen.
Voortaan
zal
het
Begijnhof
de
zetel
blijven
van
den
Deken
in
het
amsterdamsche
Dekenaat.
Als
pastoor
van
het
Begijnhof
is
mgr.
de
opvolger
van
den
kunstlievenden
rec
-
tor
mgr.
B.
H.
Klönne,
die
emeritus
is
ge
-
worden.
S.
Klokkenspel
op
het
paleis.
Blijkens
mededeeling
van
den
klokkenist
J.
Vincent
zijn
met
ingang
van
14
September
op
de
trom
-
mel
gestoken:
heel
uur,
Reissiger’s
Weber’s
Letzte.
Gedanke;
half
uur,
Ferme
jongens
stoere
knapen
;
kwart
na
heel
uur,
Coda
uit
Lied
ohne
Worte
;
kwart
voor
heel
uur,
motief
uit
het
andante
van
de
Sonate
in
D,
beide
van
den
heer
Vincent
en
niet
gedrukt.
J.
W.
E.
Bank
van
leening.
Het
wasi
Mei
1.1.
300
jaren
geleden
dat
de
Stads
Bank
van
Lee
-
ning
te
Amsterdam
werd
opgericht.
Bij
deze
gelegenheid
is
een
boekje
verspreid,
dat
naast
tai
van
gegevens
over
den
tegenwoordigen
toestand
der
instelling
ook
een
beknopt
over
-
zicht
biedt
van
hare
geschiedenis.
Het
slechts
32
bladzijden
tellend
boekje
is
met
een
aantal
afbeeldingen
van
ouderen
en
jongeren
datum
versierd.
Joh.
C.
B.
Vechtwaterleiding.
Met
ingang
van
omstreeks
13
September
is
het
water,
uit
de
Vechtwaterleiding
getapt,
van
hoedanigheid
veranderd,
het
bevat
sedert
bepaaldlijk
met
vroeger
vergeleken
tijdelijk
minder
chloorver
-
bindingen,
wat
geschied
is
om
het
als
voe
-
dingswater
voor
ketels
meer
bruikbaar
te
maken.
Voor
drinkwater
is
het
echter
niet
dienstig
geworden.
J.
W.
E
PERSONALIA
J.
A.
Langerhuizen.
Op
bijna
77-jarigen
leeftijd
is
hier
ter
stede
6
September
overleden
Jan
Anne
Langerhuizen,
lid
van
de
firma
Langerhuizen
&
Co.,
commissionair
in
effecten.
De
overledene
was
ook
in
kunstkringen
als
verzamelaar
van
schilderijen
een
welbekende,
wiens
hulp
dikwijls
gevraagd
en
verkregen
werd
om
waardevolle
zaken
voor
onze
open
-
bare
instellingen
aan
te
koopen.
Gedurende
vele
jaren
heeft
hij
deel
uitge
-
maakt
van
de
commissie
van
toezicht
op
de
Rijks-academie
van
beeldende
kunsten
en
van
het
bestuur
van
de
vereeniging
Rembrandt.
J.W.E,
VRAGENBUS
{Antwoorden
in
te
zenden
Hoerendracht
68)
VRAGEN.
C.
Outshoorn.
In
no.
34
van
Architectura
schrijft
Candidus
naar
aanleiding
van
den
lof,
waarmede
inde
laatste
maanden
de
naam
van
Outshoorn
als
ontwerper
van
het
Paleis
voor
Volksvlijt
genoemd
wordt,
het
volgende
hekelrijmpje:
Uit
Elysium
Outshoorn
spreekt:
Men
wil
van
mij
een
constnaer
maecken
,
Maer....’k
was
alleen
een
man
van
saecken.
Daarover
ondervraagd
deelt
Candidus
mede
dat
er
grond
is
voor
het
vermoeden,
dat
het
ontwerp
voor
het
Paleis
voor
Volksvdjt
voor
-
namelijk
gemaakt
is
door
den
chef
de
bureau
van
Outshoorn,
iemand
die
Beeke
of
Beeken
heette
en
wegens
zijn
eigenaardige
levensop
-
vattingen
nooit
en
relief
gekomen
is.
Mocht
een
onzer
lezers
iets
naders
hiervan
weten,
dan
houden
wij
ons
voor
mededeeling
zeer
aanbevolen.
H.
A.
J.
B.
80