Tekstweergave van GA-1914_MB001_08005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM artikel. Men heeft dat kunnen zien aan den zich snel-ontwikkelenden verkoop van bloe - men op straat, waardoor vooral het Leidsche - plein bij den Stadsschouwburg zoo’n fleurige kleur heeft gekregen. En een nog overtui - gender bewijs is de bloei van den verkoop op de Nieuwmarkt, vooral inde afdeeling mode - artikelen. Niet alleen vrouwen uit den werken - den stand of uit de kleine burgerij gaan daar hare inkoopen doen, maar menigmaal ont - moet men op het voornaamste looppad tus - schen de stalletjes die hoofdverkeersweg wordt door het marktpubliek kenschetsend „Kalverstraat” genoemd een welgekleede dame of een sierlijk nufje, dat het niet bene - den zich acht om naar koopjes om te zien. Want op de Nieuwmarkt is alles veel lager geprijsd dan inde winkels, en onder het on - geregelde goed schuilt nog menig goed-bruik - baar artikel”. En verder na aangetoond te hebben dat aan eene demping van den Kloveniersburgwal niet mocht worden gedacht: „Het is een verheugend teeken, dat ons gemeentebestuur ten aanzien van dit aesthe - tisch belang, deze zaak van stadsschoon, eensgezind was. Het werk van Heemschut en van Amstelodamum draagt dus vruch - ten ! Eenigen wilden echter, in plaats daar - van, aan de andere zijde van de Nieuwmarkt eene demping, en eene amotie verrichten : door de Gelderschekade dicht te gooien en het gebouw der Vischmarkt af te breken. En men kan bun gereedelijk toegeven, dat het stadsschoon hierdoor niet zou worden ge - schaad. Integendeel, zou het gezicht op den Waag, die stoere sterkte met aan haar voet de nederige linnen tentjes, er vrijer door worden”. J. W. E. Dam. De N. Rolt. Crt. van 23 Mei Ocht. B. schrijft: „Nu het Eendrachts-monument van den Dam verdwenen is, biedt ons plein een aanzienlijk grootere ruimte voor een talrijke volksmenigte, gelijk bij gelegenheden als van het bezoek van het deensche Koningspaar op 22 Mei zich steeds voor het Koninklijk Paleis samenpakt. En welke bezwaren tegen het sloe - pen van dit gedenkteeken ook gemaakt mogen zijn ; hoezeer men dat heeft veroordeeld als een blijk van gebrek aan piëteit tegenover onze voorouders, die het er plaatsten om de herinnering aan een belangrijk feit uit onze geschiedenis bij de volgende geslachten leven - dig te houden, duidelijk is toch nu gebleken, hoezeer uit practisch oogpunt de toestand op den Dam bij deze als vandalenwerk uitge - kreten slooperij gewonnen heeft. Niet alleen toch is het veel gomakkelijker voor de politie geworden om de volksmassa terug te houden van den breeden rijweg tusschen het Paleis en den vluchtheuvel, maar ook moeten de duizenden, die inde blakende zonde komst van den vorstelijken stoet hebben staan af - wachten, zich aangenamer hebben gevoeld dan vroeger in het verstikkend gedrang, waar - voor de beschikbaar gelaten ruimte alles be - halve voldoende was !” J. W. E. Dambebouwing. Besprekende Colen - brander’s Inlijving en opstand schrijft prof. dr. L. Knappert inde groene Amsterdammer 7 Juni: „Wie de prent ziet van het Paleis te Amsterdam in de, het prachtig gebouw passende, omgeving, denkt met diepen wee - moed aan wat thans met den Dam geschiedt en hoe Van Kampen’s schepping zal gedrukt worden door de akelige gevaarten, die er bezig zijn te verrijzen”. J. W. E. Schoenmakerij. Ineen artikeltje over Uit het land van Waalwijk schrijft een ano - nymus in Holland expres 8 April 289 dat nog inde vorige eeuw in Amsterdam gewoon was het opschrift: Schoenen en muilen tegen den overtoomschen prijs, zulks omdat aan den Overtoomschenweg vele schoenmakers woon - den. J. W. E. Nederlandsche fabriek van werktui - gen en spoorwegmateriaal. Uit het ver - slag over 1913 blijkt, dat deze fabriek de af - deeling voor machinale houtbewerking, met de daarbij behoorende houtzagerij en -droogerij overbrengt naar Zuilen, zoodat binnen wei - nige jaren de wagenmakerij verplaatst zal wezen. Teneinde de daar werkzame arbeiders te helpen aan goede, gezonde woningen, werd op initiatief der directie een maatschappij opgericht, die inde nabijheid der fabriek een tuindorp, genaamd Elinkwijk, zal stichten. Met den bouw hiervan zal binnenkort ook worden aangevangen. Het kapitaal dezer stichting werd verschaft door belangstellen - den in het woningvraagstuk voor werklieden. J. W. E. Lager Onderwijs. Uit het verslag over 1913 valt aan te stippen, dat de maatregel, waartoe in 1906 is besloten, n.l. om de toen - malige scholen voor gewoon lager onderwijs van de eerste en tweede klasse samen te smelten, geen gunstigen invloed gehad heeft. Voor een twintigtal, waaronder de meeste der vroegere scholen der tweede klasse, wordt in dien zin antwoord gegeven op de vraag: „Zijn er voor uwe school ook gevolgen te noemen, voortvloeiende uit de samensmelting der vroegere scholen van de eerste en tweede klasse !” Op alle openbare scholen waren op 15 Ue - cember tezamen 61.817 leerlingen, op alle bijzondere 25.900, in ’t geheel 87.717. Er zijn 16 openbare voorbereidende scholen met tezamen 4331 leerlingen en 14 bijzondere voorbereidende scholen met tezamen 2729 leerlingen. Over het bijzonder onderwijs wordt gemeld, dat in 1913 het aantal bijzondere scholen be - droeg 108, n.l. 44 voor Protestanten, 42 voor 53