Tekstweergave van GA-1914_MB001_07004
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Artis.
*
—
Aan
een
ontboezeming
Lente
in
Artis
in
N.
Rott.
Crt.
3
April
Ocht.
B.
ontleen
ik
:
„Naast
het
veentje
ligt
de
groote
eenden
-
vijver,
die
eigenlijk
een
heel
merkwaardig
atavisme
is
van
Artis.
Hij
is
namelijk
een
overblijfsel
van
de
oude
Keulsche
vaart,
die
weleer
Amstel
en
IJ
verbond.
Het
brakke
water
zit
vol
van
allerlei
gerei
waarop
onze
watervogels
verzot
zijn
:
algen,
vlooikreeftjes,
enz.
Geen
wonder
dat
Artis
steeds
bijzonder
gelukkig
is
met
de
verpleging
van
zijn
water
-
vogels”.
J.
W.
E.
Sterftecijfers.
In
het
Brongebouw
te
Haarlem
sprak
31
Maart
de
Secretaris
van
de
Vereeniging
„Het
Eigendomsrecht”
te
Am
-
sterdam
M.
Pasmooy
over
den
huiseigenaar
en
de
volkshuisvesting.
Uit
het
verslag
inde
Stadseditie
der
Opr.
Haarl.
Crt.
(1
April
IV)
knip
ik
deze
alinea:
„Hij
vergeleek
de
sterfte
in
Uilenburg
in
Amsterdam
met
dat
van
het
Museum-kwartier,
daar
1000
menschen
tegen
hier
150,
terwijl
het
sterftecijfer
van
Uilenburg
g|
tegen
12
aan
het
Museumkwartier
is.
Het
sterftecijfer
van
personen
tot
50
jaar
is
in
Uilenburg
2.5
tegen
2.9
in
het
Museumkwartier,
boven
15
jaar
in
Uilenburg
17.5
tegen
15
in
het
Museumkwartier.
Het
sterftecijfer
is
in
alle
volksbuurten
nagenoeg
gelijk”.
J.
W.
E.
De
Kalverstraat.
Ineen
zijner
Brie
-
ven
uit
de
Hoofdstad
inde
Oprechte
Haar
-
lemsche
Courant
van
18
April
schrijft
Deka
over
de
Kalverstraat:
„De
Kalverstraat
aan
de
zijde
van
den
Dam
is
haast
niet
meer
te
her
-
kennen.
Op
den
hoek
is
verrezen
het
nieuwe
gebouw
van
de
Groote
Club,
dat
inderdaad
Johan
Braakensiek’s
geestige
teekening
in
De
Groene
van
5
Aprilwas
heel
juist
her
-
innert
aan
een
molen
zonder
wieken.
Maar
ernstiger
is
dat
men
gemeend
heeft
de
Kal
-
verstraat
hier
ter
plaatse
tot
een
trechter
te
moeten
verwijden.
Zoo
scherp
is
de
rooilijn
teruggebracht
dat
het
volgend
huis,
de
siga
-
renwinkel
van
Trio,
als
het
ware
met
één
schouder
vooruit
inde
straat
staat.
Als
het
groote
magazijn
van
Peek
en
Cloppenburg
dat
aan
de
overzijde
van
de
Kalverstraat,
op
de
plaats
van
Zeemanskoop
zal
verrijzen,
ook
zoo
schuin
wordt
neergezet,
zal
de
Kal
-
verstraat
bij
den
Dam
veel
vaneen
fuik
krijgen,
„Heeft
de
overheid,
heeft
het
gemeente
-
bestuur,
dat
zóó
verordineerd?
Zoo
ja,
en
ik
vrees
dat
het
antwoord
bevestigend
moet
luiden
dan
heeft
het
daarmee
een
nieuw
bewijs
geleverd
van
niet
voor
het
aes
-
thetische
gedeelte
van
zijn
taak
berekend
te
zijn.
Wij
hebben
daar,
inde
Kalverstraat,
al
meer
voorbeelden
van.
Men
herinnere
zich
den
nieuwen
winkel
van
Gerzon.
Vroeger
stond
daar
de
Nieuwe
Zijds
Kapel.
Het
poor
-
tje
van
deze
kleine,
wonderlijk-mooie
kerk
was
wat
naar
voren
gebouwd
hetgeen
aan
de
voorgevellijn
een
aardig
knikje
gaf,
en
aan
de
overzijde
weken
de
huizen,
die
ineen
lange
rij
achter
de
zoogenaamde
„lange
stoep”
staan,
wat
achteruit,
als
wilden
zij
het
poortje
het
vooruitdringen
gemakkelijk
maken.
„De
nieuwe
bebouwing
mist
echter
elke
be
-
koring
van
dien
aard.
Als
met
een
liniaal
is
de
voorgevellijn
er
getrokken,
tusschen
Ënge
-
en
Wijde
Kapelsteeg.
„Het
ergste
is
echter
geschied
op
de
plaats
waar
nu
het
groote
manufacturenmagazijn
van
Vroom
en
Dreesman
staat,
inde
Kal
ver
-
straat
bij
de
Munt
dus.
Vroeger
vond
men
hier
de
kerk
’t
Boompje
met
haar
ouderwetsch
geveltje
van
burgerlijke
huisjes.
Wie
herinnert
zich
niet
de
ramen
met
de
heel-kleine
ruitjes,
en
daarachter
de
laag-neergelaten
gordijntjes?
’t
Oude
gebouw
gaf
een
eigenaardigen
kleur
aan
dit
gedeelte
van
de
straat,
maar
het
was
duidelijk
dat
mettertijd
deze
typische
her
-
innering
aan
vervlogen
tijd
zou
moeten
ver
-
dwijnen.
En
het
komt
dan
ook
niet
in
mij
op
hierover
te
treuren.
Maar
nu
is
op
die
plaats
het
groote
manufacturenmagazijn
gekomen,
en
dit
is
eenige
meters
naar
achteren
geplaatst,
ten
einde
ruimte
te
winnen
voor
’t
plaatsen
vaneen
glazen
kap,
waaronder
de
kijkers
kunnen
drentelen.
De
Kalverstraat
is
daar
-
door
hier
ter
plaatse
op
de
onmogelijkste
wijze
verwijd.
Men
herkent
de
straat
haast
niet
meer.
„De
eigenaardige
schoonheid
van
de
Kal
-
verstraat
is
juist
haar
nauwheid.
Als
men
de
Kalverstraat
twintig
of
dertig
meter
breed
maakt,
zal
zij
als
verkeersweg
waarschijnlijk
beter
bruikbaar
zijn,
maar
haar
bijzonder
cachet
is
ze
kwijt.
De
overheid
had
dit
moeten
begrijpen.
Er
mag
niet
over
de
rooilijn
heen
gebouwd
worden,
niet
vooruit,
dat
is
ver
-
klaarbaar,
maar
in
dit
geval
had
men
ook
niet
moeten
toestaan
achteruit
te
bouwen.
Voor
een
Amsterdammer
die
zijn
stad
lief
-
heeft,
en
die
niet
slechts
in
het
verleden
leeft,
maar
ook
naar
de
toekomst
blikt,
is
het
heer
-
lijk
overat
die
vernieuwing
en
verandering
in
de
stad
te
zien.
Maar
meer
en
meer
wordt
het
aan
velen
duidelijk
dat
deze
„nieuw-bouw”
veel
schoons
zal
verstoren
dat
nimmer
terug
-
keert.
„Onze
luister
gaat
voorbij
!”
J.
W.
E.
Effectenbeurs.
Over
de
verwarming
en
ventilatie
inde
nieuwe
effectenbeurs
schrijft
K.
Erikstrap
in
het
Bouwkundig
weekblad
een
beschouwing
(Jrg.
1914,
No.
13,
14,15)
met
vele
afbeeldingen.
Aan
het
Slot
van
zijn
artikel
vertelt
de
schrijver
:
„bij
gelegenheid
van
de
plechtige
opening
der
beurs
op
Maan
-
dag
22
Deecember
j.l.
was
er
voor
den
eersten
keer
een
groot
aantal
personen
inde
beurs
-
zaal
aanwezig.
Het
bleek
toen,
dat
de
inrich
-
ting
zonder
tocht
of
temperatuursstijging
functioneerde
terwijl
ook
het
rooken
niemand
hinderde.
Nadat
de
daarop
volgende
Dinsdag
-
avond
van
half
tot
half
elf
bijna
5000
per
-
sonen,
waaronder
vele
dames
met
bont-
en
44