Tekstweergave van GA-1914_MB001_05006

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Drinkwater. - In de Bouwwereld 21 Jan. herinnert J. D. C. van Dokkum er aan, dat was het in het begin der vorige eeuw de Maria-pomp te Utrecht geruimen tijd - voorzag inden waternood van Amsterdam. J. W. E. Drinkwater. In 1540 werd de vergade - ring der Staten van Holland naar Haarlem, in plaats van naar Amsterdam beschreven ter wille van de gezondheid van Keizer Karei V, die tegenwoordig zou zijn, en diens gevolg, omdat het drinkwater te Amsterdam niet deugde (dr. L. Knappert in Het huiselijk en maatschappelijk leven onzer voorouders I 151). J. W. E. Muziek. Het Nieuws van den dag 10 febr. brengt in herinnering dat het amsterdamsch studentenmuziekgezelschap J. Pzn. Sweelinck 28 sept. 1878 opgericht werd door de heeren C. H. van Heteren, A. E. Gompertz, Ant. M. A. Smits, N. M. Josephus Jitta en C. B. Tilanus. Directeuren waren Daniël de Lange, God - fried Mann, Joh. Zaagmans, Anton Tierie, André Spoor, Peter van Anrooy en Willem Gerke. Onder de merkwaardige uitvoeringen noemt het blad onder De Lange’s directie La damnation de Faust van Berlioz (1882) en onder die van Gerke Die Geschöpfe des Pro - metheus van Beethoven (ig Juni 1907). J. W. E. Lukas Bols. „Aber was glauben Sie, was die Dame fur uns bereithalt? „Danziger Lachts und Lukas Bols „Das lasst sich horen”. Aldus laat Viktor von Kohlenegg een paar personen spreken in zijn roman Die drei Lieben der Dele Voss, die in vervolgen verschijnt inde Dahcitn. Het geciteerde staat in het nummer van 6 dec. 1913 p. 9. De roman is, zoo juist, compleet verschenen inde serie Vllstein Bücher. J. W. E. Electriciteitswerken. Ineen voor - dracht over de ontworpen wettelijke regeling inzake electriciteits-voorziening ten platte lande door C. D. Nagtglas Versteegh gehouden in het departement Amsterdam der Alg. Mij. van Nijverheid, herinnert deze er aan, dat in 1888 de Mij. Electra begon met een klein ge - bouwtje inde Kalverstraat ter verlichting van de perceelen inde buurt ( N. Rolt. Crt. 19 dec. Ocht. B.) J. W. E. Nieuwe Kerk In Het Huis Oud en Nieuw October 1913 komt een korte geschie - denis voor van de Nieuwe Kerk, fraai geïllus - treerd, voornamelijk met afbeeldingen van het belangrijke beeldhouwwerk, dat zich in het gebouw bevindt. Vijf platen zijn gewijd aan detail-afbeelding van den monumentalen kansel. v. D. LANGS DEN WEG Onkelboerensteeg. Naar aanleiding van hetgeen geschreven is over de naamsaflei - ding van deze steeg wil ik gaarne mededeelen dat er alles tegen is om met den heer F. Kra - nenburg aan te nemen dat kweekers van jonquilles Onkelboeren werden genoemd. De jonquilles n.l. ofschoon reeds drie eeuwen bekend, zijn steeds een alleronbeduidendst artikel geweest inden bollenhandel. Zij werden en worden in ons land slechts op zeer kleine schaal gekweekt en er zijn slechts zeer enkele kweekers, die zich met die teelt bezig houden. Om die reden komt het mij hoogst onwaar - schijnlijk voor, dat kweekers van jonquilles onder een algemeenen volksnaam bekend zouden zijn. Het woord bollenboeren is niet ongebruikelijk maar slaat op kweekers van bollen in het algemeen en men denkt daarbij voornamelijk zoo niet uitsluitend, aan kwee - kers van hyacinthen en tulpen. Dat Onkel een verbastering zou zijn van Jonquil lijkt mij ook niet zeer aannemelijk. Indien inderdaad onkel in het dagelijksch leven voor jonquil werd gebruikt, zou dit woord zeer zeker te vindon moeten zijn in dc oude tuinbouw-literatuur of inde oude kruid - boeken, maar dit is, voor zoover ik na kan gaan, niet het geval. Ernst H. Krelage. De oude Damsluis. Bij het maken van de fundeeringen voor het groot winkel- en kantoorgebouw op den hoek van Vijgendam en Rokin (Beurssteeg), waarin de kantoren en clublokalen van de Industrieele Club zullen worden gevestigd, is men gestuit op de over - blijfselen van de oude Damsluis. Het jaar - verslag van de Club vertelt o.a. dat men stuitte op zware fundeeringen, die bleken deel uitte maken vaneen vervallen sluis. De sluismuren werden blootgelegd, terwijl werd vastgesteld, dat de kolk zich uitstrekte juist onder de plaats bestemd voor toren en hal van het nieuwe gebouw, en zich naar het Rokin door twee vleugelmuren verwijdde. De sluisdeuren waren niet meer aanwezig. In het bijzonder vestigt het verslag de aandacht op de groote hoeveelheid klei, die daar werd aangetroffen. De sluismuren zelf zijn niet weggebroken. Deze dienen als bescherming voor het buitenwater. „De breedte tusschen de sluismuren be - droeg 5 M., de diepte was ongeveer 6 M. onder de straat, of 3.90 M. onder A.P. „Er blijken twee paar deuren te zijn geweest, één naar de zeezijde, één naar de rivierzijde gericht. Zwalpen en slagdrempels waren nog aanwezig. Alleswas van eikenhout en nog in goede conditie”. D. K. Kaarsenfabriek. De geïllustreerde bla - den o.a. De Katholieke illustratie van 14 Maart 30