Tekstweergave van GA-1914_MB001_03008

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM waarin boer meer venter beteekent dan be - paald buitenman. Wat is nu een onkelboer? Onkel is in onze hedendaagsche, noch in onze vroegere taal te ontdekken, evenmin als honkel. Kuipers’ Woordenboek e.a. geven echter ongel (oor - sprong onbekend), dat gesmolten vet, talk, smeer, reuzel beteekent. (Oudemans’ Middel - en oudnederlandsch Woordenboek heeft boven - dien onghewent als zalf, balsem). Chomel verze - kert dat ongel dient voornamelijk tot ’t maken van kaarsen, spaansche zeep enz. en Beets. in zijn Na vijftig jaar vergelijkt onze verlichting, van ongel tot was, van olie tot gas en petro - leum. Genoeg om te doen zien dat een onkel - boer een bestaand persoon kan zijn geweest, en zelfs een nuttig persoon. De verwisseling van nk in ng en omgekeerd is zeer gewoon. Lang en lank, kringen kronkel, jong en jonk, ding en dink komen telkens voor, ’t is vaak de oude strijd tusschen spreek- en schrijftaal. Om ten slotte aan een bekenden gevelsteen te herinneren: „De Rinck int diep” (de ring van Polykrates) vroeger inde St. Luciënsteeg, sedert 1900 bij ’t Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Dat echter de onkelboer reeds vroeg een vergeten persoon was, kan blijken uiteen 18e eeuwsche spelling Jonquiel boer” Reeds in dien tijd wist men dus al met het woord geen raad meer. Of moeten we, nog een stap verder gaande, aan angel denken, hangelroede, hengel, en is een onkel- of angelboer een man die van de opbrengst van zijn hengel leeft en zijn vangst aan de deuren der ingezetenen slijt? Van ongel zoowel als van angel geven onze oude dichters voorbeelden. Zoo Vondel (Hierusalem verwoest): Die Godheyd Knick gunstigh ’t ongel toe, dat op gewijde altaren Zal d’heylige vlammen vóen.... en (Geboortclock) : Wateyschtghy,rijckeGod, is ’tongelsmeer van Is ’t bockenbloed, of veers rammen? In Palamedes : Hy plant, hy poot, of hy verset Belaeght de vooglen met sijn net Of overlevende met ijver De spartelvisch treckt uit den vijver Met sijn’ gebogene (h)angelroe. In elk geval behoeven wij bij de Onkelboeren - steeg niet uitsluitend aan Ter Gouw en zijn Dirck Honckelboer te denken. Corn. J. Gimpel. PERSONALIA E. W. Moes. De Monatschrift für Kunst - wissenschaft Juli 1913, 294 publiceert een be - spreking van C. Hofstede de Groot’s Verzeich - nis der hollandischen Maler IV door E. W. Moes. Een voetnoot luidt: „Mit freundlichem Beistand von Herrn Dr. jur. N. Beets, jetzt Unterdirektor am Kupferstichkabinet, von mir druckfertig gemacht, (gez) C. R. Moes— Valeton”. De Redactie acht het een daad van piëteit te wijzen op dit posthume werk van wijlen ons aller vriend Moes. In Tijdschrift der Vereen, voor Nederl. Muziekgesch. (IX 197) geeft S. B. enkele waardeerende regelen bij zijn beeldtenis. VRAGENBUS (Antwoorden in te leveren Heerengracht 68) VRAGEN Markthalletjes omstreeks 1884. Bij de bestudeering der geschiedenis van het amsterdamsche marktwezen bleek mij, dat omstreeks het jaar 1884 hier moeten hebben bestaan een soort markthalletjes, althans overdekte verkoopplaatsen, door par - ticulieren geëxploiteerd. Er schijnt er een gevestigd te zijn geweest inde Utrechtsche - straat en op het Koningsplein; althans bij een discussie inden Gemeenteraad in 1884 werd door B. en W. erop gewezen, dat men van gemeentewege geen detailmarkthallen als in Parijs bestaan, behoefde op te richten, omdat deze er reeds waren inde genoemde straten. Het is, blijkens later uitlatingen, die ik vond, ook mogelijk, dat er in die halletjes alleen wild en gevogelte waste koopen. Bij - zonderheden over oprichting, wijze van ex - ploitatie, resultaten en weder tenietgaan van deze inrichtingen heb ik nergens kunnen vinden. Indien iemand mij iets daaromtrent kan meededen, houd ik mij daarvoor bijzonder aanbevolen. De Hoofdcommies der afd. Openbare Gezondheid ter Secretarie. van Zanten. ANTWOORDEN Mietje Manheim. Maria Mauheim weduwe Pascal werd 15 Januari 1868 in haar woning Zandstraat C 203 vermoord door Jo - hannes Hendrik du Chastel, oud 18 jaren geboren te Leiden. Hij werd 22 Mei 1868 door het Prov. Gerechtshof van Amsterdam ter dood veroordeeld. Straatliedjes heb ik er niet van. R. W. P. de Vries. Mietje Manheim. Ingevolge de vraag van den heer J. H. Garms Jr. kan ik mede - deelen dat Mietje Manheim een ronselaars - kroeg hield inde Oude Hoogstraat, waar nu het modemagazijn is van den heer Mendels. Zij w’erd vermoord inde Zandstraat, waar zij op haar ouden dag woonde, dooreen matroos, die in haar herberg was geprest geworden. Meyer, de liedjeszanger op den Dam, heeft het versje gemaakt. De eerste regels waren : In Amsterdam die groote stad Die stad met zijn paleizen Heeft de politie mij gevat Wie zal het mij bewijzen? O ! Brave mannen aan boord Mietje Manheim is vermoord. Verder heb ik het niet onthouden. J. B. van Dijk. 16