Tekstweergave van GA-1914_MB001_03006
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Oudej
aars
avondVIERING.
De
Opr.
Haayl.
Crt.
van
31
Dec.
schrijft
een
artikel
over
Oud
-
en
Nieuwjaar,
waaruit
ik
knip
;
„Wij
lezen
zelfs
dat
de
meeste
Amsterdammers
er
een
.
klein
kanonnetje
op
nahielden,
dat
op
een
houten
blok
was
bevestigd
en
het
geheele
jaar
op
den
zolder
bewaard
bleef.
Echter
op
den
oudejaarsmorgen
werd
het
uit
zijn
schuilhoek
gehaald
en
schoongemaakt”.
Ook
andere
kranten
gaven
natuurlijk
artikelen.
Aan
het
Nieuws
van
den
dag
1
Jan.
ontleen
ik
:
„Op
straat
werd
’t
inden
na-avond
spoedig
stil
en
ook
inde
meeste
koffiehuizen
was
het
niet
bijzonder
druk.
„Echter
inde
intieme
zaaltjes
van
Trianon
op
het
Leidscheplein
waren
heel
wat
bezoekers
om
oud-
en-nieuw
te
vieren,
’t
Was
daar
stamp
-
vol.
Toen
het
nieuwe
jaar
intrad,
werd
’t
plot
-
seling
volslagen
donker
gemaakt,
als
een
sein
voor
de
gasten,
dat
1914
aangebroken
was.
Na
een
minuut
straalden
de
zalen
weer
ineen
zee
van
licht
en
de
muziek
hief
het
Wilhelmus
aan,
dat
staande
aangehoord
werd.
„Der
traditie
getrouw
kondigden
ook
dein
den
Amstei
en
op
het
IJ
liggende
booten
en
schepen
het
nieuwe
jaar
weer
aan
met
een
oorverdoovend
lawaai
van
toeterende
stoom
-
fluiten
en
misthoorns,
dat
eenige
minuten
lang
aanhield.
„Hier
en
daar
inde
buitenwijken
kon
men
ook
weer
hooren
schieten,
en
naar
wij
vernamen
werd
in
sommige
buurten
op
veranda’s
bij
het
scheiden
van
het
oude
jaar
ketelmuziek
en
al
-
lerlei
ander
heidensch
leven
gemaakt”.
J.
W.
E.
Kerstviering.
De
herdenking
van
dezen
hoogen
Christelijken
feestdag,
van
ouds
in
Amsterdam
in
zulk
een
bijzonder
aanzien,
had
voor
zoover
ik
kon
opmerken
dit
jaar
geen
bijzonder
karakter.
Er
waren
in
toonkasten
en
winkels
meer
roode
gloeilampjes
en
roode
versieringen
naar
mij
voorkwam
dan
verleden
jaar,
en
ook
dit
keer
trok
het
beieren
van
den
carilloneur
Vincent
op
het
Paleis
weer
een
menigte
volks
op
kerstavond
naar
den
Dam;
de
auto
in
Het
Leven
van
30
Dec.
toont
het
aan.
Dat
toen
o.a.
het
roomsche
Alma
Redemptoris
Mater
is
uitgevoerd
heeft
niet
de
artistieke
in
-
stemming
van
het
St.
Gregovius-hlad
(Jan.
p.
6)
Of
er
aandacht
was
voor
het
carillonneeren
op
den
Westerkerkstoren
door
J.
Wageman
en
op
den
Zuiderkerkstoren
door
A.
Pomper
heb
ik
niet
gelezen
inde
krantenverslagen.
Wat
echter
nieuw
schijnt
geweest
te
zijn,
is
wat
in
het
bloemenmagazijn
Corona
inde
Kalver
-
straat
van
18—20
dec.
gedaan
werd.
Daar
was
door
de
firma
J.
H.
Addicks
en
Zonen
uit
de
Monnikenstraat
opgesteld
een
klein
discant
klokkenspel
van
25
bellen,
dat
met
pianotoet
-
sen
bespeeld
kon
worden;
dezelfde
heer
Vin
-
cent
gaf
daarop
bespelingen
in
hoofdzaak
na
-
tuurlijk
kerstliederen,
die
blijkbaar
wel
inden
smaak
vielen.
J.
W,
E.
Heemschüt-Conferentie.
Over
Am
-
sterdamwas
men
volgens
het
verslag
niet
algemeen
tevreden.
De
heer
A.
W.
Weiss
-
man
;
Te
Amsterdam
ging
het
al
niet
beter
dan
te
Rotterdam.
Heemschut
heeft
getracht
een
bepaling
inde
politieverordening
tegen
de
reclame
te
verkrijgen
maar
zonder
succes.
De
dames
worden
verhinderd
haar
mede
-
menscheh
met
1
onbeschermde
hoedepennen
de
oogen
uitte
steken,
maar
het
blijft
wel
ver
-
oorloofd
door
schreeuwende
en
flikkerende
reclames
de
Amsterdammers
inde
oogen
te
steken.
B.
en
W.
zijn
nu
reeds
bevoegd
re
-
clametoestellen
op
daken
niet
toe
te
staan,
maar
van
die
bevoegdheid
maken
zij
geen
gebruik
;
telkens
worden
er
nieuwe
aangebracht.
Een
amerikaansch
dagblad
heeft
onlangs
bij
navraag
aan
vele
bij
uitstek
bevoegden
uit
-
gemaakt,
dat
de
lichtreclames
niets
dan
een
betrekkelijk
kostbare
aardigheid
waren,
niet
of
weinig
loonend
voor
de
adverteerenden....
Doch
niet.
alleen
door
reclames
ook
op
andere
wijze
wordt
gezondigd.
Veel
wat
nieuw
ge
-
bouwd
wordt,
ontsiert
de
omgeving.
Spr.
trad
hier
ineen
beschouwing
over
de
schoonheids
-
commissie
te
Amsterdam
en
toonde
aan,
dat
zij,
onder
ongunstige
omstandigheden
wer
-
kende,
niet
heeft
kunnen
bereiken
wat
zij
zou
hebben
gewenscht.
Met
vreugde
begroet
Heem
-
schut
de
nieuwe
amsterdamsche
Commissie
voor
het
stadsschoon,
die,
gesteund
dooreen
gemeente-subsidie,
de
verdere
ontsiering
der
stad
zal
tegengaan.
Haar
wacht
een
veelom
-
vattende
taak.
De
heer
J.
H.
W.
Lehman
:
Zoowel
reclame
als
nieuwbouw
kunnen
publiekrechtelijk
aan
aesthetische
keur
worden
onderworpen
;
Am
-
sterdam
koppelde
de
mogelijkheid
enkele
vrijstellingen
der
bouwverordening
te
ver
-
krijgen
aan
aesthetische
overwegingen....
Ter
uitvoering
van
zoodanige
bepalingen
zijn
te
Amsterdam
(1898)
en
elders
commissies
van
particuliere
deskundigen
ingesteld.
De
misleidende
naam
schoonheidscommissie
wekt
over
haar
taak
en
invloed
overdreven
ver
-
wachtingen,
op
grond
waarvan
de
commissie
vaak
ten
onrechte
wordt
aansprakelijk
gesteld.
Beide
zijn
zeer
beperkt.
Spr.
schetst
uitvoerig
den
werkkring
der
amsterdamsche
schoon
-
heidscommissie.
Tegen
dergelijke
instituten
is
bezwaar
geopperd,
dat
zij
het
middelmatige
inde
hand
zouden
werken.
Nog
moet
echter
worden
aangetoond,
dat
ooit
een
goede
archi
-
tectonische
uiting
is
onmogelijk
gemaakt.
Voor
de
schoonheid
van
het
stadsbeeld
is
echter
verkieslijker
de
geringe
kans,
dat
een
artist
inde
vrije
ontplooiing
van
zijn
vernuft
wordt
belemmerd,
dan
de
zekerheid,
dat
door
vol
-
komen
bouwvrijheid
geheele
stadswijken
wor
-
den
ontsierd.
De
onder
ongunstige
omstandig
-
heden
werkende
amsterdamsche
commissie
kan
geen
zuiver
beeld
geven.
De
gemeente
heeft
geen
partij
weten
te
trekken
van
dein
deze
commissie
saamgetrokken
krachten
noch
het
instituut
geleidelijk
ontwikkeld.
Gemoen-
14