Tekstweergave van GA-1914_MB001_03005
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
was
ook
hef
Sint
Pieterskerkhof
aan
het
Funen
buiten
gebruik
gesteld.
Ons
medelid
gen.
maj.
A.
N.
J.
Fabius
herinnert
er
ons
aan,
dat
het
begraven
inde
kerken
uitdruk
-
kelijk
is
verboden
bij
de
wet
van
10
April
1869
(Staatsbl.
65)
„tot
instelling
van
bepalingen
betrekkelijk
het
begraven”.
Jon.
C.
B.
Enkele
bijzonderheden
over
de
politie
IN
DE
LAATSTE
HONDERD
JAREN.
Bij
het
optreden
van
onzen
nieuw'en
hoofd-commis
-
saris
van
politie,
mogen
enkele
gegevens
over
de
geschiedenis
der
politie
inde
laatste
hon
-
derd
jaren
hier
een
plaats
vinden.
Voor
de
revolutie
van
1795
werd
door
den
Schout,
die
belast
was
met
de
rechtsvordering,
ook
het
politietoezicht
uitgeoefend.
Hij
werd
daarbij
ter
zijde
gestaan
door
zijne
substituten
en
dienaars.
In
1795
werd
het
ambt
van
Schout
afgeschaft
en
zijne
taak,
voor
zoover
het
de
politie
betrof,
opgedragen
aan
een
Maire,
ter
-
wijl
de
rechtsvordering
werd
toevertrouwd
aan
den
Procureur
der
Gemeente.
In
1804
werd
de
oude
toestand
weer
hersteld,
totdat
in
1811
de
stedelijke
rechtspraak
opgeheven
en
de
op
fransche
leest
geschoeide
politie
-
inrichting
ingevoerd
werd.
Directeur-général
werd,toen
Devilliers
du
Terrage,
die
zijn
bureau
hield
op
de
Oude
Turfmarkt,
ineen
der
hui
-
zen,
die
opgegaan
zijn
in
het
gebouw
der
Nederlandsche
Bank.
Hij
had
voor
Amster
-
dam
onder
zich
twaalf
commissarissen
in
even
zoovele
arrondissementen.
Na
het
herstel
onzer
onafhankelijkheid
werd
tot
Directeur
der
Politie
benoemd
de
bekende
geleerde
en
dichter
mr.
Samuel
Iperuszoon
Wiselius,
die
deze
functie
ruim
25
jaren
be
-
kleedde,
totdat
hij
in
1840
op
zijn
verzoek
eervol
werd
ontslagen.
Van
de
twaalf
com
-
missarissen
uit
den
franschen
tijd
bleven
er
twee
in
functie
:
Pieter
van
Aardenburg
en
de
gewezen
boekhandelaar
Willem
Holtrop,
be
-
kend
als
eender
oprichters
van
het
Blinden
-
instituut.
Laatstgenoemde
werd
weldra
onder
-
directeur
;
hij
overleed
11
Mei
1835
en
werd
toen
als
zoodanig
niet
vervangen.
Inde
eerste
jaren
na
1813
was
de
stad
ver
-
deeld
in
zes
arrondissementen,
elk
met
een
commissaris
aan
het
hoofd,
terwijl
een
zevende
commissaris
belast
was
met
de
j
usticieele
zaken.
In
1816
kreeg
men
in
plaats
van
arron
-
dissementen
kantons,
en
werd
een
achtste
commissaris
belast
met
het
„schoutambt
van
het
waterrecht”
;
als
zoodanig
trad
de
zooeven
genoemde
Pieter
van
Aardenburg
op.
Na
den
dood
van
Holtrop
werd
de
politie
gereorganiseerd,
en
werden
met
ingang
van
1
Mei
1836
vier
commissariaten
ingesteld
in
vier
kantons.
In
1840
werd
bij
K.B.
van
30
Juni
in
plaats
van
Wiselius
tot
directeur
benoemd
mr.
Hendrik
Provó
Kluit.
Onder
zijn
bestuur
werden
met
ingang
van
1
April
1844
(bij
raadsbesluit
van
31
Mei
1843
goedgekeurd
bij
K.B.
van
12
Sept.
1843)
zes
sectiën
inge
-
steld,
elk
onder
een
commissaris.
Sinds
1843
was
als
commissaris
aan
den
directeur
toege
-
voegd
Christiaan
de
Bie,
en
toen
Provó
Kluit
bij
K.B.
van
28
Maart
1851
werd
ontslagen,
volgde
De
Bie
hem
met
den
titel
van
hoofd
-
commissaris
op
(27
Mei
1851).
Hij
bekleedde
dit
ambt,
totdat
hij
6
Januari
1863
op
bijna
71-jarigen
leeftijd
plotseling
overleed.
Tijdens
zijn
bestuur
werden,
bij
raadsbesluit
van
6
Juni
1855
met
ingang
van
1
Januari
1856
vijf
sectiën
ingesteld,
en
werden
bovendien
twee
commissarissen
aan
het
hoofdbureau
gedetacheerd.
In
plaats
van
De
Bie
werd
op
26
April
1863
aangesteld
mr.
Folix
de
Klopper,
die
in
1869
ook
als
waterschout
optrad
en
op
4
Februari
1878
eervol
werd
ontslagen.
Na
zijn
aftreden
werden
bij
K.B.
van
16
Mei
1878,
twee
hoofd-commissarissen
aangesteld,
terwijl
verder
aan
het
hoofdbureau
geene
commissarissen
werden
geplaatst.
De
nieuwe
functionarissen
waren
mr.
Hendrik
Gerhard
van
Doesburgh,
tot
dusverre
eender
commis
-
sarissen
aan
het
hoofdbureau,
die
met
de
j
usticieele
zaken
werd
belast,
en
Pieter
Willem
Steenkamp,
de
organisator
en
eerste
comman
-
dant
onzer
brandweer,
wien
de
eigenlijke
gemeentepolitie
werd
toevertrouwd.
Van
Does
-
burgh
trad
af
in
1894,
terwijl
Steenkamp
in
Juli
1895
eervol
ontslag
verkreeg
tegen
1
Oc
-
tober
van
dat
jaar.
Bij
K.B.
van
25
November
daaraanvolgende
werd
tot
hoofd-commissaris
benoemd
Jacob
Adriaan
Franken,
com
-
missaris
te
Maastricht.
Sedert
was
er
weder
slechts
één
hoofd-commissaris,
terwijl
de
stad,
met
ingang
van
1
Mei
1876
weder
werd
verdeeld
in
zes
sectiën,
elk
onder
een
commis
-
saris.
Sinds
1899
werd
opnieuw
een
commis
-
saris
aan
het
hoofdbureau
gedetacheerd,
met
het
oog
op
de
administratieve
werkzaamheden.
Op
30
December
1902
nam
Franken,
die
op
zijn
verzoek
tegen
1
Februari
1903
eervol
was
ontslagen,
afscheid,
en
bij
K.B.
van
22
April
1903
werd
in
zijne
plaats
benoemd
Hubertus
Salomon
Hordijk,
kapitein
der
in
-
fanterie
te
Delft.
Na
tienjarigen
dienst
werd
ook
dezen
hoofd-commissaris
eervol
ontslag
verleend
;
in
zijne
plaats
trad
met
ingang
van
1
Januari
dezes
jaars
de
tegenwoordige
titu
-
lam
op,
de
heer
Th.
M.
Roest
van
Limburg,
tot
dusverre
hoofd-commissaris
te
Rotterdam.
Joh.
C.
B.
LANGS
DEN
WEG
Klokkenspel
op
den
oude-kerkstoren.
De
N.
Rolt.
Crt.
(12
Jan.
Av.
D.)
neemt
over
uit
het
Vrijzinnig-godsdienstig
weekblad
voor
A
msterdam,
dat
de
Oudekerkstoren
inden
Oude
-
jaarsnacht
weer
zijn
klokkenspel
heeft
laten
hooren
en
de
Warmoesstraters
uit
erkente
-
lijkheid
den
burgemeester
en
zijn
vrouw'
met
Nieuwjaar
bloemen
hebben
gestuurd.
Ik
voeg
ter
verduidelijking
hieraan
toe,
dat
sedert
eenigen
tijd
het
spel
’s
nachts
stop
staat
om
de
omwoners
ongestoorde
nachtrust
te
ver
-
zekeren.
J.
W.
E.
13