Tekstweergave van GA-1914_MB001_02005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM UIT BOEK EN TIJDSCHRIFT Bouwkunst. Het voorjaarsnummer van The Studio 1913 is gewijd aan Old houses in Holland. De inhoud bestaat uit tekst en zinco’s naar penteekeningen van Sidney R. Jones, die allerlei oude gevels, geveltoppen, stads - gezichten, deuromlijstingen, vensterluiken, windvanen, doorkijkjes enz., enz. naar de natuur in 1912 geschetst heeft in die eigen - aardige engelsche manier, die ons eenigszins romantisch aandoet. Amsterdam is slecht vertegenwoordigd, alleen met Rembrandt’s woning inde Breestraat (p. 54), een niet te determineeren geveltop (p. 110) en de schouw inde vroegere gildekamer van het metselaars - gild, thans werkkamer van het gemeente archief (St. Anthonieswaag, p. 130). J. W. E. Zuiderkerk. In zijn openingsrede van een cursus over protestantsch kerkelijke kunst gehouden te Halle a. S. 14 en 15 April 1913, behandelde de voorzitter von Doemming o.a. de Zuiderkerk als eerste kerk hier te lande voor hervormde doeleinden gebouwd. Het type „Querhausanlage” is sedert talloos veel keeren voor hervormde kerken toegepast. Bij de toespraak, opgenomen in Vortrage zur Einführung in die kirchliche Kunst (Halle a. d. S. 1913 p. VII vlg.) is een doorzicht en een plattegrond beide klein van afmeting toegevoegd. J. W. E. Begraven inde kerken. Ineen kort artikel getiteld: „Wanneer is het begraven in de kerken opgehouden” (Vragen van den Dag jrg. 1913 No. 12 p. 996) vertelt E. D. J. de Jongh dat men gewoonlijk zegt, dat Isaac da Costa, die den 3den Mei 1860 inde Nieuwe Kerk werd bijgezet, de laatste geweest zou zijn, die ineen kerk begraven werd. „Dit laatste nu kan niet juist zijn. Toen ik toch dezer dagen nog eens deze kerk bezocht, viel mijn oog op twee grafschriften, die vaneen nog latere bijzetting in deze kerk getuigen. Het eene leest men op een grafsteen naast het orgel: „Hier rust Charles Jacob Berghuis, Schout-bij-nacht en Commandant van de Marine te Amsterdam. Geb. 1806. Overl. 1862”, Het andere vindt men op een steen in het koor, die vermeldt, dat daar begraven liggen : »T. N. L. Aberson, Generaal-Majoor enz. Overleden te Amsterdam 6 Juli 1859 en zijn echtgenoote M. H. A. Pichot, overleden te Giessen-Nieuwkerk 14 Jan. 1863. Schrijver vermoedt, dat dit wel een van de laatste begrafenissen in deze kerk geweest zal zijn, on dat na dien tijd ook in andere kerken niet meer zal zijn begraven. v. D. Kazerne Oranje-Nassau. - Om te gemoet te komen aan onvoldoende inkwar - tieringsruimte liet tijdens den franschen tijd de hertog van Reggio, bevelhebber der stad, houten kazernen (barakken) bouwen inde Plantage bij de Leidschepoort en bij de Utrechtschepoort (Ossenmarkt) ; een loods op het Reguliersplein diende voor hoofdwacht. Door de ingezetenen werden gelden bijeen gebracht voor een steenen kazerne voor 2400 man buiten de Muiderpoort en Funen ; de eerste steenlegging had plaats in 1811 ; deze kazerne Sint-Charles werd na 1813 verdoopt in Oranje-Nassau. Het wapen in het front - ispiece van den hoofdgevel is dat van den Souvereinen Vorst (1813-1815) ; het her - innert in opvatting sterk aan den keizerlijken tijd van Napoleon (T. van der Laars, Wapens, vlaggen en zegels van Nederland. Amst. 1913 124). J. W. E. Schutterij. Blijkens een staat dd. 28 Nov. 1830 afgedrukt door Camille Buffin in zijn Mémoires et documents sur la révolution beige et la campagne de dix jours II 60. waren op dat oogenblik schutters uit Amsterdam en Friesland samen 1300 man onder bevel van generaal majoor Vermasen in garnizoen te ’s Hertogenbosch, en schutters uit Amsterdam, Groningen en Gelderland, samen 1474 man onder bevel van generaal-majoor George in garnizoen te Nijmegen. J. W. E. Amsterdamsche rijnvaart. In het nummer van Juli 1913 van het duitsche tijd - schrift Weliverkehr und Weltwivthsohaft komt een artikel voor van dr. Paul Martell onder den titel Hollands Seeschifjahrt. Dit artikel wordt besproken in het Tijdschrift voor eco - nomische geographie (jrg. IV (1913) p. 347) Op dezelfde pagina vestigt de redactie de aandacht op een ander artikel van C. Kielhorn in het Zeitschrift für Binnenschiffahrt van 15 Aug. 1913, getiteld Die Entwickelung det Rheinschiffahrt Amsterdam inden letzten 20 Jahren. In het eerstgenoemde artikel vindt de referator weinig nieuws, het tweede echter, dat belangrijke cijfers bevat, wordt met lof vermeld. De schrijver, die de amsterdamsche cijfers der verschillende artikelen voor 1911 met het totale nederlandsche verkeer vergelijkt, eindigt zijn artikel met de uitspraak, dat de ont - wikkeling van het verkeer op het Merwedeka - naal aan menig Duitscher, die nog tegen dezen aanleg van kanalen in eigen land is, als voor - beeld kan worden voorgehouden. v. D. Tabaksetiketten. In het tijdschrift Ex lihris (jrg. XXII (1912) 143) komt een opstel voor van den bekenden verzamelaar Wal ter von zur Westen te Berlijn over Alte Tabaksetiketten. In dit artikel wordt tamelijk uitvoerig gewag gemaakt van wat Holland op dit gebied van graphische kunst presteerde, en onder de reproducties bevinden er zich twee van prentjes van amsterdamsche firma’s. Het oudste dier prentjes, dat volgens het costuum tot het einde der 18e eeuw behoort 5