Tekstweergave van GA-1914_MB001_02002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM van het verleden en heden van Amsterdam, heeft met belangstelling kennis genomen, zoowel van de voorstellen van B. en W., tot aanleg vaneen nieuwen verkeersweg van het Spui naar de Nassaukade, als de voorstellen Hendrix en Scheltema, tot verbreeding der Leidschestraat, en het voorstel ter Haar, tot demping van de Leidschegracht. Het bestuur veroorlooft zich uwe vergadering met den meest mogelijken aandrang te ver - zoeken niet in te gaan op het laatstgenoemd denkbeeld. Bij het op zichzelf reeds voldoende ar - gument, door B. en W. tegen de demping der Leidschegracht aangevoerd, dat de belangen der scheepvaart zich er tegen verzetten, kan nog deze gewichtige overweging worden gevoegd, dat ook het schoon onzer stad daardoor aanmerkelijk zou worden verminderd. De Leidschegracht toch is ontegenzeggelijk eene der mooiste en schilderachtigste dwarsgrachten ; als straat daar - entegen zou zij ongetwijfeld een wanstaltig en leelijk stadsbeeld opleveren. Dezelfde redenen, die voor eenige jaren er toe hebben geleid om af te zien van de demping der Reguliersgracht, pleiten evenzeer voor het behoud der Leidschegracht. Inzake het door B. en W. ingediende plan, wenscht het bestuur op te merken, dat door de voorgestelde demping der Beulingsloot een zeer typisch stukje oud-Amsterdam zal verloren gaan. Voorts acht het bestuur de vrees niet ongegrond, die B. en W. zelf inde voordracht ter sprake brengen „dat het schoon onzer hoofdgrachten door de doorsnijding zal worden geschaad”. B. en W. verklaren, dat zij deze vrees niet deelen, „omdat de doorsnijding telkens ineen recht gedeelte van een gracht zal geschieden en de eigenaardige effecten, die juist door de bochten gevormd worden, ongeschonden zullen blijven”,, doch daartegenover wenschen wij als onze overtuiging uitte spreken, dat vooral de doorsnijding van de Heerengracht inde onmiddellijke nabijheid van de uitmonding der Leidschegracht, zeer zeker de schoonheid van dat stadsgedeelte niet zal verhoogen, en daarom ernstig beraad eischt. Het is onze meening dat verbreeding der Leidschestraat voor het stadsschoon het minst schadelijk zou zijn. Adressant verzoekt alzoo uwen Raad in geen geval te besluiten tot demping der Leidschegracht en bij het overwegen der andere plannen voor den nieuwen verkeersweg, maatregelen te nemen, waardoor het schoon der oude stad zooveel mogelijk behouden blijve. * * Door het bestuur van het Genootschap is aan den heer A. Th. Hartkamp bij gelegenheid van zijn gouden jubileum als verzamelaar een schrijven van geluk - wensching gericht. De heer Hartkamp heeft dat schrijven beantwoord met een uitnoodiging aan het bestuur om zijn tentoonstelling over den franschen tijd in het Stedelijk Museum officieel te komen bezoeken. Die uitnoodiging is gaarne aan - vaard ; het bedoelde bezoek is Maandag 24 November gebracht, REPRODUCTIE VAN DEN PLATTEGROND VAN AMSTERDAM IN 1597 DOOR PIETER BAST Bij het bestuur bestaat het voornemen in facsimile uitte geven de groote kaart van Amsterdam, in 4 bladen door Pieter Bast gegraveerd, naar het exemplaar, dat berust in het Museum Fodor. Het belang daarvan behoeft niet uitvoerig te worden toegelicht. Immers deze kaart geeft in verschillende drukken den toestand der stad rond 1600. Het wensche - lijke eener nauwkeurige reproductie is duidelijk, daar de vroegere kaart van Cornelis Anthonisz (1544) en de jongere kaart van Balthasar Floris van Berkenrode (1625) beide in moderne herhaling reeds uitgegeven zijn. Aangezien de uitgave hooge technische eischen stelt en bijgevolg zeer kostbaar is, aarzelt het bestuur er toe over te gaan, voordat het de zekerheid heeft, dat een aantal leden prijs stelt op het bezit van zulk een exemplaar. Intusschen is het bestuur zoo gelukkig geweest in dr. C. P. Burger den persoon te vinden, die eventueel bereid is de uitgaaf voor te bereiden en vaneen toelichting te voorzien, terwijl de technische invoering dan zal worden toevertrouwd aan de firma Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem. Bij voldoende deelneming kan echter de uitgaaf tot stand komen. Tegen den ge - raamden kostenden prijs van / 5. kan een exemplaar (4 bladen in heliogravure, toelichting en omslag, groot folio van 46 bij 40 6 c.M.) den leden van het Genootschap Amstelodamum waarschijnlijk geleverd worden ; inden handel zal de prijs per exem - plaar op circa / 10. gesteld moeten worden. 2