Tekstweergave van GA-1914_JB012_00065
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Mierop,
wegens
gezondheidsredenen,
en
de
laatstgenoemde
bovendien
wegens
zijne
bezigheden
als
kassier
en
als
ambtenaar
van
de
Diemermeer;
Jan
Nicolaas
van
Eys,
als
onbenoembaar,
daar
hij,
in
zijne
kwaliteit
van
Bewindhebber
der
Oost*lndische
Compagnie,
van
de
Staten
van
Holland
eene
jaarlijksche
toelage
van
fl9OO
genoot;
Diederik
Johan
van
Hogendorp,
wegens
bevelhebberschap
van
de
gewapende
Burgermacht
en
ook
om
bijzondere
huiselijke
omstandig*
heden;
Jacob
t
Hoen,
Jacob
Luden
Hendriksz.,
Jan
Lugt
Dirksz.
en
Jacob
Walraven,
wegens
beroepsbezigheden
en
bijzondere
omstandigheden;
Willem
Hendrik
Nolthenius,
wegens
zijnen
zeventigjarigen
ouderdom
en
zijne
verbom
denheid
als
advocaat
der
O.
I.
Compagnie;
Matthijs
Romswinkel,
wegens
andere
door
hem
waargenomen
posten,
en
Dirk
Westrik,
wegens,
zijne
aan*
stelling
inden
Raad
der
Coloniën
en
West*lndische
bezittingen.
Nu
werden
achtereenvolgens
de
suppléants,
dat
wil
zeggen
degenen,
die
in
stemmenaanlal
op
de
zestig
eerst
aangewezenen
volgden
en
als
plaatsvervangers
werden
beschouwd,
voor
de
Voorstellers
ontboden,
totdat
uit
dezen
zich
vijftien
bereid
hadden
verklaard.
Vrijgesteld
werden
Adriaan
van
Aalst,
Jan
Gefken,
Herman
Haasebroek,
Pierre
Isaac
Menjolet
en
Gerrit
Nutgens,
wegens
lichamelijke
ongesteldheid;
Salomon
Bosjan
Goldberg,
Jan
Willem
van
Hasselt,
Adriaan
Paets
van
Troostwijk,
Jacques
Teysset
Jr.
en
Bruno
Zweerts,
wegens
de
zorg
voor
hunne
beroepsbezigheden;
Nicolaas
Kiere
als
gekozen
commis*
saris
der
Beleenbank
van
Holland;
George
Gerard
Lans,
als
kapitein
van
de
gewapende
Burgermacht,
en
Jacob
Schouten
de
Waal,
„zonder
eenige
stellige,
immers
duidelijke
redenen”,
terwijl
Jan
Hekman
uitviel,
wegens
de
benoeming
van
zijn
broeder
Pieter.
Den
10
den
Juni
werden
de
namen
der
zestig
personen,
die
geacht
werden
de
benoeming
aanvaard
te
hebben,
van
de
pui
afgekondigd.
Hiertoe
behoorden
ook
Jurriaan
Ondorp
en
Jan
de
Wit,
die
echter
nimmer
zitting
hebben
ge*
nomen:
de
eerste,
omdat
hij
in
Den
Haagwas
geplaatst
bij
het
„Comité
tot
voorlichting
en
bestiering
der
remotiën”,
en
de
tweede
omdat
hij
Ambassadeur
werd
bij
de
Zwitsersche
Kantons,
welk
ambt
de
Municipaliteit
eigenlijk
tegen
zijn
zin
onvereenigbaar
achtte
met
het
lidmaatschap
van
het
stedelijk
bestuur;
hij
zond
den
23
sten
Juli
een
bedankbrief
in,
en
werd
den
volgenden
dag
ontslagen.
Ondorp
werd
23
Juni
vervangen
door
den
suppléant
Dirk
van
Bosse
en
de
Wit,
op
25
Juli,
nadat
Adam
Hakman
bedankt
had,
door
Marten
Kooy.
Toen
was
de
Municipaliteit
alzoo
voltallig.
30