Tekstweergave van GA-1914_JB012_00057
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
zouden
in
twee
jaren
niet
herkiesbaar
zijn.
Benoembaar
tot
leden
der
Municipaliteit
waren
allen,
die
voldeden
aan
de
vereischten
om
stemgerechtigd
te
zijn;
voorts
moesten
zij
bekend
staan
als
„deugdzaam,
kundig,
van
beproefde
trouw
en
Vaderlandsliefde”.
Uitgesloten
waren
„geestelijke
persoenen,
van
welke
Gods*
dienstige
Gezindheid
het
zijn
mooge
,
ambtenaren,
die
in
dienst
van
vreemde
mogendheden
stonden,
en
allen,
die
eenigen
post
bij
de
gewapende
macht
of
de
schutterij
bekleedden.
Op
den
dag
der
afkondiging
van
dit
reglement
werd
tevens
bekend
gemaakt
dat
tot
leden
vaneen
comité
tot
voorbereiding
der
verkiezing
waren
benoemd
de
burgers
Hendrik
Ravekes,
Christoffel
Reinhard
Samuel
Toe
Laer,
Jacob
van
Halmael,
Johannes
de
Bruine
en
Daniël
Bleecker.
Secretarissen
dezer
commissie
werden
Adriaan
van
Maurik
en
de
Doopsgezinde
predikant
Arend
Hendrik
van
Gelder.
Algemeene
tevredenheid
verwekte
de
afkondiging
niet.
Inde
eerste
plaats
was
het
Comité*revolutionair
verontwaardigd.
Er
schijnt
oorspronkelijk
te
zijn
toe*
gezegd
dat
de
commissie
van
onderzoek
ook
over
de
proclamatie,
die
het
reglement
begeleidde,
zou
worden
geraadpleegd.
Dit
was
niet
geschied.
Even*
min
was
het
conceptreglement
ter
inzage
gegeven
aan
de
commissie
uit
de
Repraesentanten
van
Holland,
die
om
de
bekende
eeds*quaestie,
waarop
ik
hier
niet
kan
ingaan,
te
Amsterdamwas
geweest;
en
toch
had
men
aan
Van
Hasselt
beloofd,
dat
dit
zou
gebeuren.
Het
Comité
weigerde
dan
ook
de
plechtige
atkon*
diging
bij
te
wonen
en
„besloot
zich
daarmede
niet
in
te
laaten”.
Doch
er
was
meer.
Uit
de
burgerij
zelve
kwam
tegenstand,
die
georganiseerd
was
in
„de
Algemeene
vergadering
van
wijkvergaderingen”.
In
navolging
van
Frankrijk
wilden
ook
hier
de
„clubs”
de
regeering
overheerschen
en
in
eene
bepaalde
richting
drijven.
In
het
Amsterdamsch
archief
berusten
betreffende
het
streven
dezer
organisaties
vrij
wat
gegevens,
wier
bestudeering
de
moeite
zeer
zeker
zou
loonen.
Hier
kan
thans
daarover
niet
nader
worden
gehandeld,
doch
wel
wensch
ik
kortelijk
iets
te
vermelden
over
het
ontstaan
der
boven*
genoemde
„Algemeene
vergadering”.
Den
21
sten
Maart
kwamen,
op
uitnoodiging
van
wijk
14,
in
het
koffiehuis
van
den
burger
Kuhn
inde
Kalverstraat,
de
afgevaardigden
van
elf
(der
65)
wijken
bijeen.
In
deze
vergadering
werd
een
plan
ter
tafel
gebracht
om
voor
het
ver*
volg
geregelde
samenkomsten
te
houden
en
voorts
onderhandelingen
aan
te
knoopen
met
de
„grondvergadering
der
clubs
of
leesgezelschappen”.
Eene
op*
22