Tekstweergave van GA-1913_JB011_00200

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
groote eer in schijnen te stellen, dat hun stem de stemmen der gansche Vergadering pverkraait.” Wel kwam de prediker dier dagen eenvoudig uit voor hetgeen hij meende te moeten zeggen. 25 jaar later, na de fusie, werd het kerkgebouw verkocht. Op 7 Dec. 1801 werd eene overeenkomst gesloten met het eerste en tweede Departement der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen om het kerkgebouw te verkoopen voor de somma van f 13250, welke Maatschappij bij de transactie vertegen woor* digd werd door Nicolaas Tusink, Jac. de la Lande en G. van Varick, terwijl de Doopsgezinde Gemeente hare belangen had opgedragen aan ds. Willem de Vos. Volgens de overeenkomst was het gebouw in publieke veiling aangeslagen. 21 December moest de beslissing genomen zijn, nadat gecommitteerden hunne medebestuurders bij circulaire kennis van hun voornemen hadden gegeven. De risico voor de nieuwe eigenares zou ingaan den 21 sten December en de betaling der kooppenningen zou geschieden uiterlijk primo Maart 1802. Aan P. J. van Leuvenig en G. de Clercq werd door de Diaconen der Doops* gezinde Gemeente, aldus de notulen van 1 April 1802, opgedragen gerechte* lijk voor de Gemeente op te treden en voor haar te bekennen dat de diaco* nemvergadering „voor en inde naam der Gemeente” het kerkgebouw uit de hand verkocht had aan „de departementen der Bataafsche Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen”. Bij den officieelen verkoop werd de Maatschappij woordigd door Sigesmundes Frost, Jurrian Andriessen Christe, Pieter Mushart, mr. Willem Ijsbrand van Hamelsveld, Jan Scheltema, Nicolaas Tusink, Pierre Agron, ds. Franciscus Fock, Nicolaas Breukelaar, Pieter Waerma, voor het l ste Departement, Gerrit van Varick, Anthony Frans Allebé, Jacobus de la Lande. ds. Abraham Everaars, Johan Rudolph Reerschemius, Gerrit Arend Halkenscheid, Laurens Jacobus la Maison, Jan George Wijze, Gerrit Stenvers Leeneman, voor het 2 de Departement. 22 April 1802 werd ter Secretarie van Amsterdam de verkoop aangegeven als zijnde geschied. Niet lang echter zou deze algemeen bekende instelling van den stichter Jan Nieuwenhuizen in het bezit zijn van het kerkgebouw De Zon; weldra vond er een vrij zeldzaam gebeuren plaats wat in het algemeen den eigendom van onroerende goederen betreft. 11 Februari 1823 nl. kwam er eene ruiling van perceelen tot stand. De heeren Loth Gijselman en Benjamin van Blijenburgh, beiden Amsterdamsche 156