Tekstweergave van GA-1913_JB011_00129

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
aangemaakt, en al d’oude spuiten en blusgereetschappen in weezen en gebruik gelaaten, fwelk de stadt dubbeld beswaarde; dat ook den heere Hooft loffel. ged. doenmaals presiderende, nevens aanrading van accepteering der premie van drieduizent guldens, hun zeide dat noch verschijde heeren aan de nuttigheid van d’inventie geheel twijfelden en dat zij over zulx, als ’t goede effect overvloediger zoude gebleeken zijn, hun verzoek konden herneemen en in twee reizen verkrijgen, ’t geen de heeren in eene reis niet konden toestaan; en dat hij ondergez. daarenboven meende dat hun reeds te vooren 200 gl. winst voor ieder vermaakte spuit was geacordeert, daar van hij ook achte kragtig blijk te hebben, zo heeft hij gehoopt dat haar Edle Groot Achtb d > zodanig verzoek, ten einde d’inventeurs daar bij geen schaade mochten leyden, ten goede zouden hebben believen te nemen; temeer dewijl hij alles ten vollen submitteerde aan het hoogwijs oordeel van haar Ed Gr. Achtb hdn ; maar dewijl hij dit ziet mislukt, wil hij veel liever zulx nochmaals te rug zetten, als op eenigerhande wijze ’t mishaagen van UWelEdle verdienen: en te gelijk hoopen dat UWelEdl. de goetheit zal hebben van het gepasseerde, als ’t eenemaal buiten intentie en meninge van den ondergez. voorgevallen, verschoonelijk aan te merken; en nogmaals zijn verdre zaaken, en inzonderheit meede die van zijn zoon, omtrent het begroeten der Tractementen voor het toekomende, te begunstigen en ook te considereeren d’extraordinaire moeiten, waarop haar Ed. Gr. Achtban genees gentlijk reflexie hebben gemaakt; verblijvende zij beijde alles aan het hoogwijs oordeel en gewoone discretie van haar Edl. Groot Achtbaarheden, op U WelEdl* s favorable inductie; die in alle onderdanigheit verzoekende, en sich daar op verlaatende, zal hij met permissie verblijven, WelEd: Groot Achtb re Heere, UwWWel Ets.d ts . onderdanigste dienaar AMSTERDAM, dezen 12 April 1615. JAN van der HEIDE. KORT BEGRIP, VAN ’T GEENE BIJ D’ONDERGESCHREVE WORDT VERZOCHT; MET BIJVOE* GING VAN EENIGE REEDENEN, DIENENDE TOT AANWIJZING VAN DE BILLIJKHEID EN REGTMAATIGHEIT VAN ’T ZELVE VERZOEK. Belangende het Eerste, namelijk het verzoek zelve, is Eerstelijk, voor Jan van der Heide de jonge Tractament van 2000 gulden ’sjaars, voor de waarneming van ’t generaale Brandmeesterschap, en d’opsicht der blusgereetschappen; dog daaronder begreepen ten zijnen laste de helft der jaarlijxe kosten, die gedraagen moeten worden, aan plaats, werkhuis, bederving, schoonmaaken, enzt-, gelijk breeder is aangeweezen. Ten 2 de , voor d’ondergeschreve, Tractament ƒ 800, jaarlijx, daar onder begreepen d andre helft der gezeide kosten. Ten 3 de , voor dezelve kosten voor heen gedaan, ƒ 2770. Ten 4 de , voldoening van voorgaande tijdt en arbeidt aan den dienst der Brandspuiten, en andre zaken, den brand betreffende, op ordre van haar Ed. Groot Achtb n gedaan. Belangende het tweede, namelijk de billijkheit en Regtmaatigheit van hun verzoek; des* 85