Tekstweergave van GA-1913_JB011_00126
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
en
bestedigen
van
haar
industrie
en
konst
aan
alle
diergelijke
Brandspuiten,
die
de
Regenten
van
Amsterdam
oit
zouden
goetvinden
hier
na
meerder
aan
te
maken;
’t
welk
is
hare
vlijdt
en
kennis,
in
’t
besorgen
tot
het
welmaken
der
selve
spuijten
aan
te
wenden,
en
hare
konst
en
Inventie
daar
aan
te
besteden,
en
verder
over
de
gemaakte
en
noch
te
maken
spuiten
den
behoorlijcken
zorg
te
draagen,
dat
wel
gangbaar
werden
gehouden,
dat
is
haar
in
goeden
staat
en
reparatie
te
doen
onderhouden;
’t
welk
beyde
in
’t
onderhaalde
van
’t
6
en
Articul
der
gezeide
notitie
is
begrepen;
en
ook
dat
de
selve,
daar
’t
zal
worden
vereist
ter
brand
worden
gebracht
en
in
actie
gestelt,
waar
toe
vereisten
de
gildens
aan
te
wijsen,
in
welke
districkten
zij
dees
of
geene
spuijten
hadden
te
brengen,
en
in
’t
werk
te
stellen;
zoo
dat
zij
sedert
den
Jaare
1677
tot
1681
(wanneer
genoegsaam
alle
saaken
den
brand
betreffende
door
nieuwe
brandkeur
veranderden)
buiten
en
boven
’t
geene
de
Resolutie
dicteert
hebben
waargenoomen
’t
niet
onderhaalde
in
’t
6
e
en
verder
’t
7
e
en
8
e
Articul;
en
sedert
den
jare
1681
bij
na
alles
’t
geene
de
nieuwe
Instructie
dicteert;
welx
verschil
met
de
geseide
Resolutie,
daar
tegens
vergeleken
zijnde,
klaar
genoeg
blijkt:
't
welk
in
der
daat
meer
als
10
tegen
1
verscheelt.
Ten
3
de
,
dat
ook
op
d’onkosten
in
’t
9
d<
=
Articul
van
de
notitie
E
vermeit,
niet
is
ge»
reffereert;
gelijk
de
voorz.
Resolutie
daar
niet
altoos
van
spreekt,
en
dezelve
veel
meer
als
’t
geheele
gestelde
tractament
bedragen.
Ten
4
de
,
dat
ook
’t
geene
de
voorz.
Resolutie
accordeert
niet
is
aangenomen,
als
op
pers
suadering
van
d’
Ed.
Groot
Achtb.
Heeren
Burgermeesteren,
den
heere
president
doenmaals
seggende
dat
zij
’t
voor
die
tijd
maar
souden
accepteren;
dat
noch
verscheyde
heeren
aan
de
nuttigheit
van
d’inventie
geheel
twijffelden,
en
dat
zij
oversulcx,
als
’t
goed
effect
over*
vloediger
zoude
gebleken
zijn,
hun
versoeck
konden
hernemen,
en
in
twee
reisen
ver*
krijgen
’t
geen
de
Heeren
nu
in
ééne
reis
niet
konden
toestaan.
Boven
al
’t
welke
zij
niet
konnen
denken,
dat
met
de
gewone
discretie
en
't
gebruyk
van
haar
Ed.
Gr.
Achtb.
zou
accorderen,
dat
iemand
de
stad
zou
dienen
en
groote
voor*
deelen
toebrengen,
zonder
betalinge,
geproportioneert
na
den
tijd
en
arbeyd,
of
restitutie
van
onkosten
te
genieten,
gelijk
tot
noch
toe
hier
omtrent
is
geschiet;
dat
ook
omtrent
de
begroeting
der
Tractamenten
voor
het
toecomende
op
de
geseide
Resolutie
niet
is
te
reflec(t)eren,
omdat
nu
ten
tweedemaal
bij
brandkeur
alles
is
verandert;
en
geheele
nieuwe
instiuctiën
voor
hen
niet
simpelijk,
gelijk
voorheen,
als
opsigters
van
stadts
brandspuijten,
maar
als
generaale
brandmeesters,
die
op
alles
wat
den
brand
betreft
opsichf
hebben
te
nemen,
is
opgestelt;
volgens
welke,
en
't
10
de
articul
der
voorz.
notitie
E,
als
begrijpende
d'eerste
hun
werk,
en
’t
laatste
d’onkosten
en
andre
aanmerkingen,
de
Tractamenten
alleen
zijn
te
begroeten.
NADERE
VERKLARING
VAN
JAN
VAN
DER
HEIJDEN.
Den
ondergeschreve,
zeer
gevoelig
voorkomende
’t
mishagen,
dat
UEd:
Groot
Acht*
baarh.d™
schijnen
genomen
te
hebben
uit
zijne
laast
overgegevene
schriften,
vindt
zich
genoodzaakt
deswegen,
met
alle
onderdanigheit,
te
verklaaren
dat
zijn
meening
geensins
nog
in
’t
minst
geweest
is
daar
in
iets
te
doen
influeren,
dat
op
eenigerhande
wijze
choquant
zoude
konnen
schijnen;
waarheen
hij
zelfs
de
gedachten,
ook
om
geenerhande
reden,
oidt
zou
willen
wenden,
of
manqueren
in
’t
respect,
dat
hij
UEdl.
Gr.
Achtbaarhd.
82