Tekstweergave van GA-1913_JB011_00117
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Den
27
e
November,
pres.
de
heeren
alle
de
heeren
Thresorieren.
Hans
Jansz,
van
Petersom
is
geauthoriseert,
boven
de
4
persoonen
extraordinaris
bij
hem
aengenomen
ten
dienste
van
Jan
van
der
Heide,
noch
ten
dienste
van
deselve
aen
te
nemen
6
personen,
mits
dat
so
haest
het
werck,
daertoe
die
geëmployeert
werden
bij
Jan
van
der
Heide
sal
ophouden,
sijluyden
ooc
voorts
affgedankt
sullen
werden.
(ibid.,
fol.
83
v°.J
Ten
selve
dage,
pres.
de
Heeren
Cornelis
van
Vlooswijk
ende
Nicolaes
Pancras.
Jan
van
der
Heide
is
geauthoriseert
omme
de
Vullers
en
aensteekers
van
de
Lampen
aen
te
nemen,
bij
provisie
voor
een
jaer,
op
sodanige
voet
als
bij
sijne
instructie
beraemt
is.
(ibid.,
fol
84.)
Den
3
e
December
Hans
Jansz.
van
Petersom
is
geauthoriseert,
boven
de
10
mannen,
aengenomen
tot
assistentie
van
Van
de
Heide,
noch
aen
te
nemen
6
mannen
ten
dienste
als
voren.
(ibid.,
fol.
86
v
n
.)
Den
17
e
December
A°
1669,
pres.
de
Heeren
drs.
Nicolaes
Tulp
en
G.llis
Valkenier.
Jan
van
der
Heide
is
geautoriseert
om
voor
de
respective
Vullers
van
de
Lampen
te
laten
maken,
ider
een
Aem
tot
berginge
van
de
olij.
(ibid.,
fol.
87.)
1670
Den
4
e
Marty,
pres.
de
heeren
dr.
Nicolaes
Tulp
ende
mr.
Coenraet
van
Beuningen.
Is
geresolveert
dat
men
aen
de
Vullers
van
de
Lampen
ider
sal
betalen
extraordinaris
f
16,
vermits
sijluyden.
wegens
de
ongewoonte
ende
ongemene
strenge
vorst
en
veelvoudige
sneeuw,
tot
haer
werck
gebruykt
hebben
noothulpen;
ende
dat
men
de
voorsr.
Vullers
voor
dese
reyse
sal
excuseren
van
de
boeten,
die
sij
ondertusschen
verbeurt
hebben,
ende
die
andersints
van
hare
gagie
gecort
soude
moeten
werden;
beyde
sonder
consequentie
in
toecomende;
also
de
meninge
is
van
nu
voortaen
de
boeten
stricktelijk
te
executeren
ende
geen
extraordinaris
uyt
geenerhanden
insighten
den
Vullers
toe
te
leggen.
(ibid.,
fol.
101.)
BIJLAGE
I.
STUKKEN
DOOR
DE
VAN
DER
HEYDENS
INGELEVERD,
BETREFFENDE
HUN
VERZOEK
OM
SALARISVERBETERING.
A.
REQUEST.
Edle
Groot
Achtbare
Heeren,
Dewijl
U
Edle
Groot
Achtb*’
ed
.
hebben
geapprobeert
en
vastgestelt
d’instructie
voor
d’ondergez.,
waarin
vewat
is
’t
gene
zij
omtrent
en
wegens
de
branden
en
blusgereed=
schappen
hebben
waar
te
nemen;
uijt
welke
dan
ook
blijkt
van
wat
consideratie
en
werk
dezelve
dienste
zijn,
so
keeren
zij
zig
onderdaniglijk
tot
U
Ed.
Groot
de
vaststel»
ling
van
Tractamendt
voor
dezelve
diensten
mede
verzoekende.
En
is
deswegen
aan
te
merken
dat
hij
Jan
van
der
Heijde,
vermids
zijn
andre
Stads»
diensten
van
d’opsigt
der
Lantarens
niet
machtig
is
de
geheele
helft
van
de
voorz.
73