Tekstweergave van GA-1913_JB011_00023

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Inmiddels was de steen onthuld. Hij vertoont het beeld van Jan van der Heyden, den kop met den breedgeranden hoed, zooals wij dat uit de gravure van Houbraken kennen, welke gravure genomen is naar een schilderijtje, waar* schijnlijk van den schilder zelven, dat thans in eigendom behoort aan den heer en mevrouw Gouda*De Vries, te Baarn. Het onderschrift luidt: „Hier woonde en werkte Jan van der Heyden van 1681 tot zijn dood, 28 Maart 1712”. In overleg met den Commandant der Brandweer en met welwillende mede* werking van den heer J. A. Nieuwenhuis, hoofdbrandmeester, waren verschil* lende herinneringen aan Jan van der Heyden een paar oude brandspuiten, de symbolische stoepleuningen van zijne woning, een aantal prenten enz., inde versierde zaal ten toon gesteld, die met veel belangstelling door de aanwezigen werden bezichtigd. Van de oorkonde zijn een honderdtal afdrukken gemaakt en aan allen, die tot het welslagen van ons plan hebben medegewerkt, ter herinnering aangeboden. Het is hier de plaats om een woord van dank te brengen, zoowel aan het Gemeentebestuur voor zijne zeer gewaardeerde medewerking als aan het Schooltoezicht den Wethouder en de Schoolopzieners dat ons het gebruik van het schoollocaal gemakkelijk maakte. In het bijzonder wenschen wij ook het Hoofd der school, den heer A. C. Burgerdijk, dank te zeggen, die, van den beginne aan, ons zijne belangstellende sympathie heeft betoond. Aan den avond van den gedenkdag had in Odéon de zeer druk bezochte samenkomst plaats, waarop boven reeds werd gedoeld. Achtereenvolgens werd daarin gehandeld door den heer dr. Joh. C. Breen over het leven van Vander Heyden, door den heer C. G. ’t Hooft over Vander Heyden als schilder en door den heer J. Meier over de beteekenis van Vander Heyden op het gebied van het brandwezen. De voordrachten werden verduidelijkt door lichtbeelden, terwijl aan het slot de H.H. Pathé fréres eene eerste voor* stelling gaven vandoor hen gemaakte bioscopische opnamen van de oefeningen der Brandweer. Ook deze avond*samenkomst mag volkomen geslaagd heeten. Inden loop van den avond werd een telegrafische betuiging van sympathie ontvangen vanwege de Rotterdamsche Brandweervereeniging Jan van der Heyden, die juist haar 20*jarig bestaan herdacht; met een gelukwensch is onzerzijds langs denzelfden weg hierop geantwoord. Op voorstel van ons bestuurslid den heer E. W. Moes, besloten wij tot de reproductie vaneen achttal door Vander Heyden geschilderde Amsterdamsche XV