Tekstweergave van GA-1913_JB011_00022

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
een plicht der dankbaarheid, der piëteit. Wij hebben hem een gedenksteen willen wijden in dit gebouw. Wij zijn zoo gelukkig, dat dit gebouw een stedehuis is, zoodat deze hulde een blijvende kan zijn. Het is mij een groote eerden Burgemeester van Amsterdam te mogen uitnoodigen den gedenksteen met het borstbeeld van Jan van der Heyden te willen onthullen en tevens voor de Gemeente te willen overnemen. Hierna werd in welgekozen bewoordingen de gedenksteen door den Burgen meester voor de Gemeente aanvaard, terwijl eene oorkonde in duplo werd onderteekend, waarin de overdracht is geboekstaafd, en die aldus luidt: Op heden Donderdag den XXVIII sten Maart van het jaar MCMXII zijn in het gebouw der Openbare Lagere School aan de Koestraat 5 te Amsterdam verschenen de Heer Jonkheer Meester Doctor Antonie Röell, Burgemeester van Amsterdam, ter eener, en de Heeren Doctor Hajo Brugmans, Hoogleeraaraan de Universiteit van Amsterdam, en Doctor Johannes Christiaan Breen, Adjunct* Archivaris der Gemeente, respectievelijk Voorzitter en Secretaris der Vereeniging „Amstelodamum", ter andere zijde, en heeft de eerstgenoemde comparant, uit naam van het Gemeentebestuur, ten behoeve der Gemeente Amsterdam, van de beide andere comparanten overgenomen en aanvaard een gedenksteen met het borstbeeld van Jan van der Heyden, welken steen de Vereeniging „Amstelodamum” inden voorgevel van het genoemde gebouw heeft doen plaatsen, ten einde in blijvende herinnering te houden der Jan van der Heyden aldaar van den jare MDLXXXI tot zijn overlijden op den XXVIII sten Maart MDCCXII heeft gewoond en gewerkt. Tot getuigenis der waarheid zijn hiervan twee eensluidende verklaringen opgemaakt en door de comparanten onderteekend. Aldus gedaan te Amsterdam, ten dage en jare als voren. De Burgemeester van Amsterdam: (w.g.) A. Röell Het Bestuur der Vereeniging „Amstelodamum”: (w.g.) H. Brugmans, Voorzitter. (w.g. Joh. C. Breen, Secretaris. XIV