Tekstweergave van GA-1913_JB011_00020

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Onderwijs, den heer mr. S. de Vries Czn. Door den Voorzitter werd hierna de volgende rede gehouden: Dames en Heeren! Inde eerste plaats roep ik een hartelijk welkom toe aan den Burgemeester van Amsterdam, die zoo welwillend is geweest persoonlijk het gedenkteeken van Jan van der Heyden voor de Gemeente in ontvangst te nemen. Dat welkom wordt ook toegeroepen aan den Wethouder van Onderwijs, aan den Commandant en de Officieren der Brandweer, hier tegenwoordig, benevens de andere autoriteiten en genoodigden. In het bijzonder komt een woord van welkom, maar daarnaast van dank toe aan de vereenigingen en particulieren, die de Vereeniging „Amstelodamum” welwillend in staat hebben gesteld om deze hulde aan een beroemd Amsterdammer tot stand te brengen; met name herdenk ik den ruimen steun, welken wij bij de nakomelingschap en de familie van den grooten schilder en technicus hebben mogen vinden; van die verwanten is het mij een genoegen hier mevr. Gouda-de Vries en de leden der familie Brants aanwezig te zien. Wij staan hier op historischen bodem; waar staat men het niet in deze wijdvermaarde stad, waarvan een geleerde heeft gezegd: „On a partout de si grandes idéés de cette ville que quelque chose qu’ on dise, on dit toujours trop peu”. Op deze plaats stond de kerk van het Bethaniënklooster, tot welker bouw in 1462 verlof werd gegeven. Ongeveer een eeuw later werd de Koestraat gerooid; de kerk kwam zoo aan de straat te liggen. Na de Alteratie van 1578 werd zij ingericht voor de school der Oude Zijde; op een gedeelte werden de drie woningen gebouwd voor den rector, den conrector en den praeceptor; waar later de nog bestaande huizen Geloof, Hoop en Liefde verrezen. Weer ongeveer een eeuw later werd deze school met die der Nieuwe Zijde vereenigd en zoo geplaatst op het Singel. Een gedeelte der gebouwen werd gekocht door Jan van der Heyden, die er in 1681 zijn woonhuis en werkplaats stichtte. En ook na zijn dood, heden vóór 200 jaren, bleef het huis voor technische doeleinden in gebruik, totdat de stad het in December 1867 aankocht, het deed sloopen en de school bouwde, waarin wij thans zijn samengekomen. Kloosterkerk, Latijnsche school, fabriek van Vander Heyden, Openbare lagere school men kan dus zeggen, dat dit huis en deze plek steeds gewijd zijn geweest aan de verlichting. XII