Tekstweergave van GA-1912_JB010_00011
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
ELFDE
JAARVERSLAG,
1910-1911,
UITGE*
BRACHT
DOOR
DEN
SECRETARIS
AAN
DE
ALGEMEENE
VERGADERING,
OP
DEN
15E™
MEI
1911,
IN
HET
MUNTGEBOUW
Moest
het
vorige
jaarverslag
aanvangen
met
de
mededeeling
dat
de
heer
mr.
dr.
W.
F.
van
Leeuwen
tegelijk
met
zijne
aftreding
als
Burgemeester
van
Amsterdam
ook
het
beschermheerschap
van
Amstelodamum
had
nedergelegd,
met
groote
voldoening
kunnen
wij
thans
vermelden
dat
de
nieuwe
Burgen
meester,
jhr.
mr.
dr.
A.
Röell,
het
voetspoor
zijner
beide
ambtsvoorgangers
volgend,
bereidwillig
aan
het
verzoek
van
het
Bestuur
heeft
gehoor
gegeven
en
als
Beschermheer
onzer
vereeniging
is
opgetreden.
Amstelodamum
kan
dus
bij
voortduring
op
zich
toepassen
den
versregel
van
Vondel:
„Op
s’
Burgemeesters
wacht
magh
Rome
veiligh
slaepen”
met
dien
verstande
dat
wij
onder
de
burgemeesterlijke
schuts
niet
wenschen
te
slapen
maarte
werken
en
te
waken.
Op
de
laatst
gehouden
algemeene
vergadering
werden
tot
bestuursleden
benoemd,
inde
vacaturesmr.
Veder,
de
heer
jhr.
mr.
J.
F.
Backer,
en
inde
vacaturesDe
Vries,
de
heer
J.
F.
L.
de
Balbian
Verster,
terwijl
de
heer
L.
Calkoen,
die
aan
de
beurt
van
aftreding
was,
werd
herkozen.
Allen
namen
de
bes
noeming
aan,
doch
door
den
heer
L,
Calkoen
werd
ons
in
December
het
verlangen
kenbaar
gemaakt
om
af
te
treden.
Het
mocht
ons
niet
gelukken
onzen
penningmeester
tot
andere
gedachten
te
brengen,
en
zoo
zagen
wij
ons
tot
ons
leedwezen
genoodzaakt
in
zijne
ontslagaanvrage
te
berusten.
Werden
wijdoor
zijn
heengaan
zeer
teleurgesteld,
dit
neemt
niet
weg
dat
wij
met
hooge
waardeering
den
arbeid
herdenken,
door
den
heer
Calkoen
met
groote
toewijding
voor
de
vereeniging
verricht.
In
Juni
1906
tot
lid
van
het
Bestuur
gekozen,
verving
hij
in
het
volgende
jaar
onzen
tegenwoordigen
secretaris
als
penningmeester.
Ruim
drie
jaren
werd
het
penningmeesterschap