Tekstweergave van GA-1911_JB009_00175

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Niet de geringste reden voor den bloei der gemeentewas wel de ijver der paters. Eender werkzaamste was de haagsche pater Josephus de Longas, sinds 1728 hoofd der statie en als zoodanig tevens overste der hollandsche franciscaner Missie. Hij liet ook de „fraaye betimmering” uitvoeren, die Wagenaar vermeld en die tot op deze dagen de hoofdversiering van het inwendige uitmaakte 1 . Volgens een gedenk* penning vierde hij in 1748 zijn 50*jarig priesterjubilé in het Boompje. De aanleiding tot een uitgebreidere vertimmering is waarschijnlijk de onder* staande verklaring, onlangs toevallig door mij gevonden in het ook voor bouwquesties zoo merkwaardige notariëele archiet van Amsterdam. „Dirk Borsman en Willem van Diede stadsmetselaars en timmerbasen en Pieter Hesse* ling en Abraham van Willige, rooymeesteren mitsgaders Pieter de Moyelles, mr. timmerman en Cornelis Kuyff, mr. metselaar verklaren ter requisitie van d’ Eerwaardige Heer Josephus de Longas, Rooms*priester inde kerck 't Boomken dat zij op order van de h. h. Burger* meesteren de kerck nauwkeurig hebben geinspecteerd en bevonden dat zij was geheel en al bouwvallig en gantsch niet buiten gevaar, dat ze niet gerepareert, maar geheel verniewt moet worden, dewijl de fondamenten gantsch onbekwaam zijn" 2 . Nu vestigde Jan Kalf in De katholieke kerken in Nederland de aandacht op het volgende jaarvers in het plafond; In DULCeDIne tUa paUperl DelJs LarglUs parastl, wat op 1730 wijst als het jaar der verbouwing. Onze archiefvondst komt nu dit vermoeden bevestigen. Na de noodzakelijke vertimmering kreeg het oude huiskerkje inden loop der achttiende eeuw de grootendeels rococo*versieringen, die tot op heden behouden zijn gebleven en die in hun betrekkelijke weelde een sprekende herinnering waren van de flnantiëele draagkracht dezer achttiende*eeuwsche r. k. gemeente. Het vierkante ruim, meer het resultaat van wegbreking dan van constructie, kreeg dooreen hooge lambrizeering een stemmige wandbekleeding, de zuilen gaven afdoenden steun aan de galerijen, door eenvoudige balustraden afgesloten. Uit 1775 dagteekent het orgel, dat in dit, niet georiënteerde, kerkgebouw geplaatst was tegen den oostmuur op de bovenste galerij, door den orgel* maker J. P. Hilgers te Aken, onder pastoorschap van pater J. van der Enden. Honderd jaar later is het gemoderniseerd door W. en H. Gradussen te Winssen. De klaviertafel was ter zijde aangebracht. 1 Dirks, Repertor. 111, 1090. 23 en 4 augustus 1728. Protocol Notaris Noblet. 149