Tekstweergave van GA-1911_JB009_00168
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
NASCHRIFT
Aan
het
verdienstelijke
opstel
van
dr.
Halberstadt
kan
ik
nog
enkele
bij*
zonderheden
toevoegen.
Gaande
grondpapieren,
waaruit
de
schrijver
heeft
geput,
terug
tot
1640,
de
op
het
amsterdamsch
archief
berustende
bescheiden
stelden
mij
in
staat
de
historie
van
het
huis
hooger
op
te
halen.
Uit
het
quohier
van
den
lOden
penning
op
de
huizen,
uit
den
jare
1558,
blijkt
dat
het
huis
toen
toebehoorde
aan
Jan
Pieterz.
Kies,
die
in
1553
nog
schepen
te
Haarlem
was
geweest,
en
zich
daarna
als
houtkooper
hier
had
gevestigd.
De
eigenaars
der
belendingen
waren
toen
Jan
Claesz.
van
Edam
aan
de
west*
en
Jan
Visscher,
waarschijnlijk
de
oom
van
Roemer
Visscher,
aan
de
oostzijde
1
.
Het
perceel
van
den
laatstgenoemde
kwam
eenigen
tijd
later
ook
in
handen
van
Kies,
want
in
1567
grensde
de
houttuin
van
wijlen
den
houtkooper
Pieter
Jansz.
Sem,
die
vroeger
ten
westen
door
Visscher
was
helend,
aan
het
eigendom
van
Kies
3
.
In
het
quohier
van
den
lOOsten
penning,
geheven
van
de
„immeubele
goederen
in
1578,
vinden
wijde
beide
perceelen
op
naam
van
de
weduwe
van
Jan
Pietersz.
Kies.
Hij
zelf
was
in
1569
overleden.
De
betaling
geschiedde
door
Cornelis
Kies,
den
zoon.
Van
het
hier
behandelde
huis,
waarin
de
familie
woonde,
moest
20
gl.
16
st.
worden
betaald
8
.
De
huizen
bleven
inde
familie
Kies
tot
in
1611.
Den
13den
mei
van
dat
jaar
transporteerde
Jacob
Pietersz.
Coppit,
lid
der
vroedschap,
zoo
voor
zich
zelven
als
uit
naam
van
de
andere
erfgenamen
van
Griet
Jan
Kiesendochter,
het
tweetal
perceelen
aan
Jan
Claesz.
van
Hoorn.
Het
oostelijkste
perceel
omschreven
als
„huis,
erve
en
houttuin”
heette
„het
Ossenhoofd”
en
werd
ten
noord*oosten
helend,
niet
meer
door
de
erfgenamen
van
Sem,
maar
door
die
van
Claes
Jansz.
Verloren*arbeyt;
terwijl
het
andere
ook
„huis,
erve
en
houttuin
-
aangeduid
als
het
huis
„daer
Pieter
Kies
in
gestorven
is”,
ten
zuid*westen
werd
helend
door
Willem
Willemsz.
Block
4
.
1
Quohier,
fol.
134
v°.
2
Weeskamer,
Reg.
8,
285.
Aangehaald
bij
Elias,
de
Vroedschap
van
Amsterdam,
I.
252
3
Quohier,
fol.
2.
4
Quytschelding*register
33.
321
v"
en
322
v°.
Denzelfden
13den
mei
1611
gaven
de
erven
van
Griet
Jan
Kiesendr.
aan
den
kooper
ƒ
17650
hypotheek,
af
te
lossen
op
1
november
1611
en
1
mei
1612.
(Schepenkennissen-regisfer
15
:
570
v°.)
142