Tekstweergave van GA-1911_JB009_00166
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
droegen
den
Oden
mei
1760
hunne
twee
derde
gedeelten
voor
ƒ
13333.*6=
10
over
aan
hunnen
broeder.
Deze
had
uit
zijn
huwelijk
met
Catharina
Brugman
twee
dochters:
Catharina,
gehuwd
met
Jan
Lambers
Jr.
en
Hillegonda,
gehuwd
met
Pieter
de
Jong
Jacobsz.
Deze
dochters
verkregen
na
den
dood
harer
ouders
het
huis
bij
erfenis.
Hillegonda
verkocht
op
27
december
1811
hare
helft
aan
Barend
Jan
Weymar,
koopman,
wonende
op
de
Keizersgracht
721,
voor
ƒ
3500,
zeker
een
geringen
prijs
voor
een
huis
aan
de
levendige
kade,
waar
nog
steeds
de
schuiten
uit
het
geheele
land
en
uit
OoskFriesland
aankwamen
met
visch,
boter,
kaas
enz.,
die
er
verkocht
en
vandaar
door
de
stad
gevent
werden.
De
andere
helft
werd
door
Catharina
Wijncoop
nagelaten
aan
hare
dochter
Catharina
Lambers,
die
gehuwd
was
met
George
Hendrik
Matthes
en
dat
deel
bij
haar
kinderloos
overlijden
op
19
october
1822,
aan
haar
echtgenoot
als
erfgenaam
naliet.
Vervolgens
werd
het
perceel,
dat
in
1829
verhuurd
was
aan
I.
Heere
voor
ƒ
1100,
den
17den
februari
door
de
gezamenlijke
eigenaars
verkocht
aan
Frederik
Smelt
voor
ƒ9400.
Deze
overleed
den
sden
januari
1844
in
zijne
woning,
Haringpakkerij
6,
en
had
uit
zijn
op
28
februari
1808
gesloten
huwelijk
met
Christina
Sara
ten
Hagen
twee
kinderen,
Gerrit
en
Bernardus
Johannes.
Den
27sten
juli
1844
werd
bij
boedelscheiding
tusschen
de
weduwe
en
de
kinderen
het
huis
voor
ƒI2OOO
aan
Gerrit
toegewezen,
die
er
reeds
woonde.
Diens
opvolger
H.
Smelt,
gaf
in
1891
de
zaken
op,
en
toen
werd
het
perceel
voor
ƒ
30.000
eigendom
van
Gebrs.
Jacobson
&.
Co.,
welke
firma
door
haar
betrekkingen
in
verschillende
deelen
der
wereld
den
goeden
naam
van
ons
land
in
het
tabaksbedrijf
helpt
handhaven.
Tot
zoover
het
verleden.
De
pakhuizen
achter
het
huis,
loopende
tot
aan
de
Kolk,
bij
den
koop
in
1891
nog
aanwezig,
hebben
plaats
gemaakt
voor
een
zeer
groote,
geheel
naar
de
eischen
van
den
modernen
tijd
ingerichte
fabriek;
het
woonhuis,
aan
de
kade
gelegen,
is
vrijwel
onveranderd
gebleven.
Evenals
bij
vele
huizen
in
die
buurt
is
er
geen
geheide
fundeering,
en
is
het
huis
op
het
zoogenaamde
Muiderzand
neergezet.
De
vertrekken
zijn
zeer
lang,
4.50
meter
breed
en
vrij
hoog,
het
bovenvertrek
op
de
eerste
verdieping
is
echter
het
merkwaardigst.
Het
is
7
m.
lang
en
de
wanden
daarin
met
beschilderd
doek
van
de
lambrh
zeering
tot
aan
den
zolder
behangen.
Een
stuk,
3m.
hoog
en
2.80
breed,
stelt
een
gezicht
aan
den
buitens
Amstel
voor
op
het
einde
der
achttiende
eeuw
met
bosch
en
weide,
visschers,
trekschuit
en
een
sjees
met
inzittende
heer
en
140