Tekstweergave van GA-1911_JB009_00164

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
andere stukken bewaard gebleven, en daaruit kan ik vaststellen, dat op 18 april 1640 de Erven van Hoorn en Cornelis van Vlooswijck aan Adriaen Claes een teertuin met een huis en erve daarachter, hebbende een plaats tusschen beide, inde Oudezijds Teertuinen hebben verkocht. Teertuin met huis waren 212 voet lang, het huiswas 31 voet breed, de tuin 21 voet. Verder is er een grondbrief uit 1663, waarin wordt gemeld dat C. van Vlooswijck, heer van Diemerbroek en Papencop, Raad en oud*burgemeester van Amsterdam, aan Hendrik Bodisco, wijnkooper, een huis inde Oude Teertuinen, genaamd Wijburg, verkocht, naast het huis het Ossenhooft ten N. O. en Willem Willemsz. Block ten Z. 0., strekkende voor van het IJ tot achter aan de Oudezijdskolk. Twintig jaar later was Adam Damen voor ƒ 9420 kooper vaneen huis, zijnde twee woningen met een achterhuis en erve inde Oude Teertuinen, daar het Jacht Royael uithangt, naast Jan Wijncoop ten Oosten, dat, zooals uiteen grondbrief van 1688 blijkt, aan het tegenwoordige perceel 68 belendde. Toen verkocht de familie Bodisco het perceel aan Paulus Rosenberg met de pakhuizen, loopende tot aan de Kolk. De buren waren Mr. C. Swanenburg en Willem Ackerboom en Matthias Beukelman en Adam Damen ten Oosten; achter deze huizen strekte zich een pakhuis uit tot aan de Oudezijdskolk. In 1699 werd het huis inde Teertuinen gekocht door Jacob Wijncoop in het Heerenlogement voor ƒ 14.700. De overdracht geschiedde bij Willig Decreet. Hoe nauw de perceelen aaneensloten blijkt uit enkele aanwezige dadingen. Op 13 juli 1701 hebben de rooimeesters Cornelis en van Ditmar de vernieuwing en het herstel accoord bevonden van het perceel van Jacob Wijnkoop, beien* dende aan dat van Jacob Swanenburgh, staande inde Oude Teertuinen, en op 17 maart werd tusschen Beukelman en Wijncoop een contract gesloten over de snijding van den muur van het pakhuis en de woning van genoemden Beukelman. De perceelen waren naar het schijnt zoo dicht op elkaar gebouwd, dat er telkens vrees bestond voor betimmering van licht en lucht of voor hinder bij het waterloozen. Na den dood van Jacob Wijncoop kwam het perceel aan zijn oudsten zoon, Johannes Henricus Wijncoop, en toen deze den lOden september 1754 onge* huwd overleed, werd het geërfd door zijn broeder Hendrik en zijn zusters Johanna Elisabeth, weduwe van Johannes de Neys, en Cornelia. De zusters 138