Tekstweergave van GA-1911_JB009_00163
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
GESCHIEDENIS
VAN
HET
HUIS
PRINS
HENDRIKKADE
68
DOOR
D
R
.
A.
HALBERSTADT
MET
NASCHRIFT
VAN
D
R
.
JOH.
C.
BREEN
Zijn
woning
te
versieren,
de
binnenkamer,
waarin
men
verkeeren
moet,
tot
een
aangenaam
verblijf
te
maken,
kenmerkt
de
volken,
die
een
zekere
hoogte
inde
beschaving
hebben
bereikt.
Zoo
verhieven
zich
de
Trojanen
bij
meer
dan
een
gelegenheid
op
de
schoone
inrichting
hunner
woningen
en
op
de
vele
kostbaarheden,
daarin
aanwezig,
van
oudsher
besteden
de
Chineezen
veel
tijd
en
kosten
aan
den
opsmuk
hunner
vertrekken,
maar
tevens
wijst
de
neiging
tot
goeden
sier
op
een
zekere
welvaart,
een
mate
van
overvloed.
Van
zulk
een
welvaart
nu
droegen
honderden
huizen
in
zeer
verschillende
buurten
van
Amsterdam
de
duidelijke
blijken,
die
nu
voor
een
groot
deel
hier
verdwenen
zijn
of
bezig
zijn
te
verdwijnen
en
voor
het
meerendeel
inde
woningen
der
rijke
Franschen,
Amerikanen
enz.
overgebracht
worden.
Over*
bekend
zijnde
grauwtjes
en
witjes,
ontelbaar
de
geestige,
verrassende
schilderstukjes,
als
sleutels,
brieven,
honden,
banken,
mannetjes,
vrouwtjes
enz.,
die,
hoewel
zij
den
binnenkomende
misleidden,
toch
een
opwekkenden
indruk
gaven
en
vroolijk
stemden.
De
tand
des
tijds
en
meer
nog
de
kunst*
koopers
berooven
ons
van
menig
verrassend
moment
en
van
menige
aan*
gename
herinnering
aan
ons
voorgeslacht,
en
ik
acht
het
daarom
niet
ongegrond
om
de
geschiedenis
vast
te
leggen
van
het
boven
genoemde
perceel,
dat
slechts
enkele
nommers
verwijderd
is
van
de
oudste
voor
korten
tijd
afgebroken
huizen,
61
tot
64,
en
welks
bewoner,
de
heer
N.
Jacobson,
zich
nog
niet,
evenals
anderen
in
die
buurt,
van
de
kostbare
nalatenschap
zijner
voorgangers
ontdaan
heeft.
De
brieven
over
het
huis
68
op
de
Prins
Hendrikkade,
vóór
dezen
Oude
Teertuinen
geheeten,
zoowel
de
papieren
als
de
perkamenten,
zijn
met
enkele