Tekstweergave van GA-1911_JB009_00160

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
slechts ƒ25500. , over aan Jan Jacob van Voorst, predikant bij de Hervormde Gemeente te Amsterdam. Deze, een geleerd en kunstlievend man, bracht in dit huis eender meest kostbare en met kennis verzamelde wetenschappelijke bibliotheken bijeen, die Amsterdam ooit heeft bezeten. Deze boekverzameling, begonnen door zijn vader, domine D. C. van Voorst, is tot 1858 in het huis gebleven en gaf daaraan een bijzondere vermaardheid. In 1859-’6O is deze bibliotheek publiek verkocht bij Frederik Muller. De catalogus omvatte vijf boekdeelen, waarvan het laatste het merkwaardigste was, met vele oostersche handschriften en autografen van beroemde personen, welke documenten op 27 Januari 1860 geveild werden. Evenals zijn bibliotheek, verkocht domine Van Voorst ook zijn huis nog bij zijn leven in 1859, en wel voor ƒ42000. aan den bankier Carl Wilhelm Ferdinand Becker, die het inwendig geheel liet verbouwen in duitschen trant. De herinnering aan dezen kunstlievenden man leeft nog te Amsterdam voort door het fraaie hek met beeld aan den ingang van het Vondelpark, dat hij, bij zijn vertrek naar Duitschland, zijn stadgenooten ten geschenke gaf. Met hem is het huis in handen gekomen van vertegenwoordigers der hooge financiëele wereld. Bij zijn afscheid van Amsterdam deed de heer Becker het perceel in 1883 voor ƒ9OOOO.- over aan den heer Carel Wertheim, die kort daarna stierf, doch wiens gezin het tot 1898 bewoonde, in welk jaar het in eigendom overging, voor ƒ75000.—, aan Gebroeders Wiegman, die er hun Bank in vestigden, terwijl het tevens woonhuis bleef van den heer F. F. Wiegman. Veranderde in 1901, door het uittreden vaneen der vennooten, den Heer Hugo Wiegman, de firma haar naam in Wiegman s Bank, in 1910 is het huis, onder leiding van den architect Eduard Cuypers, inwendig verbouwd en ge* heel tot bankgebouw ingericht. AI is van de pracht, waarmede dit huis inde 17e eeuw moet zijn versierd, niets meer te bespeuren, dank zij herhaalde ver* anderingen, de gevel is nagenoeg ongewijzigd gebleven, en behoort nog door zijn strenge lijnen tot eender fraaiste en meest monumentale oude gevels van Amsterdam, die veroordeeld schijnen om al meer en meer te verdwijnen. Aan dit kunstwerk van Vingboons zal zoo ongetwijfeld een veeljarig bestaan verzekerd zijn, nu de gevel is schoongemaakt en de mooie witte zandsteen weer voor den dag gekomen. Behalve van de grondbrieven en eigendomsbewijzen, die de eigenaar, de heer 134