Tekstweergave van GA-1911_JB009_00153

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
HET HUIS HEERENGRACHT 412 (TUSSCHEN LEIDSCHESTRAAT EN LEIDSCHEGRACHT) DOOR J. F. M. STERCK Uit de geschiedenis der huizen valt vaak die der families op te maken: hun opkomst, bloei en ondergang. Dit bovengenoemde huiswas ongeveer drie vierden vaneen eeuw in het bezit van notabele en vermogende katholieke geslachten, die onder de eersten in Amsterdam geteld werden, en waarvan we vele leden terugvinden onder de regenten der katholieke godshuizen en godsdienstige instellingen van de stad. Geeft dit aan de geschiedenis er van reeds een bijzonder karakter, ook de fata van Amsterdam hebben niet nagelaten op het verleden van dit grootsch gebouwde huis merkteekenen achter te laten, en zoowel inde verkoopwaarde, als inde bewoners en de bezitters weerspiegelt zich de politieke en econo* mische toestand inde Amstelstad: eerst bloeiend, dan dalend, later weer stijgend. Guillaume Belin La Garde, een fransch koopman van die in 1655 op de Koningsgracht (Singel) woonde, is van dit grachtpaleis de stichter geweest. Den 25'en November 1664 werd hij eigenaar van twee open erven No 7 en 8, gelegen aan de westzijde van de Heerengracht in het park gemerkt A. De terreinen waren toen namelijk voor de verkooping in parken verkaveld. De beide erven waren door „Burgemeesteren ende Thresorieren”, op 3 Januari 1664 publiek verkocht in tegenwoordigheid van den Schout, alle Burgemeesters, alle schepenen (behalve Jan van Maarsseveen, Dr. C. Burgh en Mr. G. Bois) en alle thesaurieren (behalve Corn. Witsen). La Garde betaalde voor No 7: ƒ 9900. en voor No 8: ƒ9780.—. Beide erven waren even groot: lang 180, breed 26 voeten. Als borgen voor den kooper traden op Henrick Scholten en Jacob de Gooijer. De overdracht voor schepenen geschiedde eerst den 25«i November.