Tekstweergave van GA-1911_JB009_00151

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
De echtgenoot van Maria Rodenburg was van goeden huize. Bij de nieuwe stadsregeering die te ’s Hertogenbosch na de inneming in 1629 optrad, werd ook een mr. Jan Pelgrom benoemd en hy bleef schepen tot 1647. Hy voerde: van goud met een heen en weer getinneerde faas van sabel, in het hoofd eene bij van sabel. Het wapen van Hendrik Pelgrom de Bye stemt daarmee overeen, in zoover dat het en tête 4, en pointe 3 bijen draagt. Inderdaad behoorden zij tot hetzelfde geslacht, dat zyn naam ontleende aan een voor? vader die ter kruistocht was gegaan. Door het huwelijk vaneen Laurens Pelgrom met Judith van Veen, mochten zij er roem op dragen af te stammen van de graven van Teisterbant en de heeren van Heusden. 1 Uit het huwelijk van Hendrik Pelgrom de Bye en Maria Rodenburg werden in het geheel 6 kinderen geboren, waarvan er drie óf ongehuwd, óf zonder kinderen na te laten zijn gestorven. Daarbij ook een meisje, Aeltgen Pelgrom, blijkbaar een petekind van de vrouw van burgemeester de Graeff, Aeltge Boelens uit de Niezel, die bij het huwelijk van Maria had geassisteerd. De oudste dochter, Elisabeth, ondertrouwde op 15 februari 1664, met Philips Engebrecht, notaris inde Korte Keizersdwarsstraat. Bij die inschrijving was de moeder, Maria Pelgrom de Bye, geboren Rodenburg, nog aanwezig. De bruid was 28 jaar en woonde inde Spinhuissteeg. Engebrecht werd later sub? stituut?schout. Door zijn huwelijk met een poortersdochter was hij poorter ge? stelt haar dood tien jaar vroeger, 29 aug. 1620). De rijke burgemeester de Graeff woonde dus inde Niezel. In het quohier van den 200 sten penning van 1631 staat een huis in het Liesdel (de Niezel), ten name van „Aeltis Andris Boelesz erven” aangeslagen voor ƒlOOO, dus voor een vermogen van ƒ2OOOOO. Vlak daarnaast is een huis van „d'erffgenamen van de Heer Jacob Bicker Jacobsz”, nóg hooger aangeslagen, nl. voor ƒ 1100 en vlak inde buurt, inde Warmoesstraat, dat van Dirck Alewijn voor ƒ 1625. Zoo woonden dus de hoogst aangeslagenen der oudere regentemaristocratie in deze jaren nog voor een deel in de omgeving van de Oude Kerk. 1 mr. C. C. N. Krom, de toenmalige Rijksarchivaris in Noordbrabant, aandeel nemende ineen pennestrijd over de afstamming van Bilderdijk, heeft in 1884 (inden Ned. spectator ) de beteekenis van het geslacht Pelgrom de Bye op historische gronden uiteengezet. En ook hy was (als Alberdingk Thym in „De dietsche warande ") een verdediger van ’s dichters aanspraken (tegenover J. G. Frederiks, mede inden Spectator). Maar Bilderdijk zelf schijnt toch onkundig gebleven van het feit, dat het wapen van het geslacht Rodenburg (van zilver, met een faas van lazuur, beladen met 3 ruiten van goud; boven: een vlucht van sabel, onder: een fort van keel), voor Maria Rodenburg gebroken moest worden met den smallen linkerschuinbalk over alles heen. 125