Tekstweergave van GA-1911_JB009_00100

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Schoon hij loopt door wind en regen ’t Zingen wordt hij nimmer moe 1 . Kleppen, roepen en neuriën. Hoe die algemeene psychologische neiging der klepperlieden, ratelwachts of hoe die menschen meer genaamd werden, is te verklaren om zich in muziektonen te laten hooren, blijve onbeantwoord; ’t zou ons zeker vreemd aandoen, indien wij ’s nachts de politieagenten en de nachtwakers van den gecontroleerden particulieren nachtveiligheidsdienst daar* mede hun tijd hoorden verdrijven. Het feit zelve echter is onbetwistbaar, en gezien de muzikale straatroepen, waarin reeds van ouds de amsterdamsche smalle gemeente haar koopwaar vent, is het dus niet zoo heel wonder, dat de ratelwachtsgalm ook zulk een muzikale roep was. Uit notaties opgeschre* ven na 1800 kan ik u enkele dier vroegere tonenreeksen doen hooren, want het is gereedelijk te gelooven, dat er verscheidene in zwang geweest moeten zijn. Immers, er waren eenige honderde ratelwachts in dienst ter nachte* lijke stadsbeveiliging. In 1663 was de stad daartoe verdeeld in 26 wijken in de Oude en 24 wijken inde Nieuwe Zijde, de eerste haar wachthuis, haar kortegaard hebbende onder de bogen van de Beurs, de ander inde Tuin* straat. Ter controle van de wakers werd elk wachthuis ’s nachts betrokken dooreen sergeant, een korporaal en zes adelborsten, wij zouden zeggen, een inspecteur, een brigadier en zes agenten eerste klas, terwijl de wakers zelf in elke wijk ten getale van vier dienst deden, twee inde voor* en twee in de nanacht 2 . Later, na de invoering der straatpolitie ressorteerden zij, althans in 1848 onder zes commissariaten 3 en het is bij dit groot aantal lieden, als* mede om de organieke dienstverdeeling gereedelijk te gelooven, dat iedere sectie wel haar eigen geluid, zoo niet meer dan één geluid gehad zal hebben. Trouwens, ook nu nog zijnde Jordaan, de Zeedijk, de Jodenbuurt, Katten* burg en de Pijp in opvatting, in zeden en gewoonten en in taaleigen be* paaldelijk van elkander onderscheiden. Voor een paar jaar (1906) schreef mij wijlen de heer A. van Voornveld te 1 Ik gebruik den elfden nog anoniemen druk van de Proeve van kleine gedigten voor kinderen. Utr. 1781, 43. 2 De geheele organisatie uitvoerig by O. Dapper, Historische beschryving der stadt Am= sterdam. Amst. Jacob van Meurs. 1663, 531, 532. 3 Staalstraat, Oude*Brugsteeg, Muidergracht, Botermarkt, Rozengracht en Noordermarkt; de commissariaten zijn afgeheeld op de Nachtwachts nieuwejaars wensch van 1848. 74