Tekstweergave van GA-1911_JB009_00087

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
tot aan de negentiende eeuw 1 , moesten de trompetters op de torens, zoodra zij brand ontdekten door het steken van de trompet de ratelwachts daarvan kennis geven, die ieder in zijn wijk door het geroep brand, brand en een eigenaardigen langgerekten ratelslag, hen die tot het brandwezen behoorden, alarmeerden. Toen de goudsmid, graveur, etser, kunstverkooper, boekverkooper en hors logemaker Daniël de La Feuille, die om des geloofs wille in 1683 uit Sedan naar Amsterdamwas uitgeweken 2 , in 1701 een vreemdelingengids over Am* sterdam publiceerde, liet hij niet na op deze ratelwachts uitvoerig de aan* dacht te vestigen en ik citeer hier des te liever wat hij over hen schreef in Le guide d' omdat zijn relaas een inderdaad heel juiste beschrijving geeft van hun bedrijf ook in datgene, waarin zij, ongeschoolde lieden uit het volk, naar zijn oordeel te kort schoten. Ce sont des hommes que I’on nomme Ratelswach, qui sont gagez pour faire comme une espece de Patroüille pendant la nuit. lis ont chacun leurs départemens qu’ils tirent au sort tous les soirs. Ils font ensuite la ronde de leurs Quartiers toutes les heures &~ les demy heures, S. crient a haute voix I’heure qui vient de sonner, que I’on prenne garde au feu S. a la chandelle, ayant auparavant donné deux ou trois tours avec un Brouant. Ces hommes vont toüjours deux ensemble &. sont armez d’une épée S. d’une demiespique; S, s’il arrivé qu’ils rencontrent quelques yvrognes impertinens qui soient en nombre, ils touchent un certain ton lugubre qui fait accourir leurs Camarades 4 leur secours, S. qui viennent boucher les avenues des ruës en telle sorte que ces insolens sont bienstost pris S. conduits dans un Corps de Garde. Ces Hommes sont obligez lors qu’ ils rencontrent quelques Habitans, ou quelques Etran* gers qui se sont égarez pendant la nuit, de les reconduire dans leurs logis. lis ont un soin tout particulier d’avertir ceux qui oublient de fermer leurs Maisons. Ils sont ausSi obligez d’arrêter tous ceux qu’ils trouvent aprés dix heures transportant des Meubles, also komt fast in einem augenblikke die gantze Bürgerei auf die beine: da dan dieselben, in derer nachbarschaft der brand ist, verpflichtet seind, den nöhileidenden nachbahren ihren hausraht retten zu helfen, die andern aber aus den zween nachstgelegen strichen, begeben sich ins gewehr, und besetzen die zugange, das unnütze völklein, damit es nicht inden weg lauffe, oder vonder geretteten gühtern etwas wegtrage, zurükke zu halten”. (Filips von Zesen, Beschreibung der stadt Amsterdam. Amsterdam, bei Marcus Wilhelmsen Doornik, 1664, 12°, 524.) 1 I. van Ollefen, De nederlandsche stad- en dorpsbeschrijver. 111. Amst. H. A. Banse, 1795. Afd. Amsterdam p. 27. 2 F. D. O. Obreen in Bulletin des Églises wallonnes. VI (1894), 45. 3 p. 51. 61