Tekstweergave van GA-1911_JB009_00086

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
in Den Haag of in Utrecht, werd de amsterdamsche ratelwacht een plaatse* lijke eigenaardigheid 1 . Wijst daarop b.v. niet het feit, dat, toen in 1600 de zeevaartkundige Robbert Robertsz le Canu meende te moeten opkomen tegen de onverdraagzame dogmatische theorieën van den middelburgschen predikant Johannes Seu, hij als vorm van zijn polemisch geschrift koos een gefingeerd gesprek tusschen een amsterdamschen ratelwacht en een torenwachter 3 ? Inder* daad, in het midden der zeventiende eeuw 3 , en het systeem is naspeurbaar Venetiaansche ambassade in ’s Gravenhage, in 1632 te Venetië gedrukt, De behandeling van ’s Gravenhage geeft hem aanleiding allerlei te vertellen over zeden en gebruiken in de Nederlanden, waaruit ik citeer: „II rubbare e lo inquicttare di notte non è conos* ciuto, o se pur conosiuto, non pratticato in Olanda; si perchè Ia giustizia non permette cotali scherzi, si anco perchè vanno intorno huomini deputati dal publico, i quali con vod tremende, per non dire con muggili taurini e con certi stromend come quelli, che usano i frati nello svegliari al matutino, avisano buona guardia al fuoco e fugano, se ve ne fossero le persone di mal talento. E per lo fuoco appunto hanno un magistrato parti* colare, il quale non poche volte per anno visita tutte le case e se in alcuna non vi trova tutte !e cose opportune ad ispegnerlo, la condanna con molto rigore”. (Venetiaansche berichten over de Vereenigde Nederlanden van 1600—1795, verz. en uitg. d. dr. P.J. Blok.) ’s Rijks geschiedkundige publicatien [groote serie] VII (1909), 216. Welke zijn de instrumenten, die deze nachtwakers gebruiken en volgens den schrijver overeenkomen met die, welke de monniken bezigen bij het morgenwekken, wordt niet gezegd; het kan de klep of den ratel geweest zijn. 1 Vgl. de beschrijving der volksaardige gebruiken te Amsterdam vóór de Satisfactie op schortebwoensdag (woensdag inde Stille week) en op Paaschavond, gegeven door Wallich Syvaertszoon in zijn Roomsche mysteriën ontdekt bij Le Long, Historische beschry » ving van de reformatie der stadt Amsterdam. Amst. 1729, 511. Op den eersten dag werd de „dommelde metten” gespeeld, hondenslager en scholieren ratelden met hun ratels en trapten om het hardst inde kerk. Zie ook Ter Gouw, Volksvermaken, 200. 2 Ratelwachts ende toren wachters waerschouwinge, voor de poppen ende heymelicke vuyren geleyt, ghestroyt, ende verspreydt van eenen nieuwen stokebrant onder de gerefor* meerden, genaemt Joannem Seu, predicant tot Middelburch. Gedruckt int jaer 1600. (Gat. Meulman—van der Wulp no. 936) Vgl. Paul Fredericq, Het nederlandsche proza inde zestiende=eeuwsche pamfletten. Brussel 1907, xxx, xxxi, 363; dr. C. P. Burger in Tijdschrift voor boek= en bibliotheekwezen. V (1908), 36 vlg.; Moes en Burger, De amsterdamsche boek= drukkers. 111, 68, 98. 3 „Neben diesen 300 Nacht* und gassen*wachtern hat man auch auf den meisten Türmen einen Trompetter; welche des nachts nicht allein fast alle stunden, wan die glokke ge* schlagen, blaset, sondern auch wan er einigen brand vernimt, den Gassenwachtern, mit der Trompete, ein zeichen giebet: darauf sie dan von stunden an, mit einem stahfigen geklapper, und brand*rufen, durch alle gassen der stadt die bürgcr wakker machen. Und 60