Tekstweergave van GA-1911_JB009_00085

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
zullen mogen spreken, als oick allen denghenen die zij zonder licht off andersints tegens die voorsz. willekeure op strate zullen vijnden, breder naer inhouden van de geconcipi* eerde keure daer op gemaect ende den Raeden voorgelesen. Ende bij den Raede commu* nicatie op der zakken gehouden zijnde, hebben die voorn, aennemijnghe en ’t stellen van de voorn, ratelwacht geapprobeert, mitsgaders oick bewillicht inde publicatie van de ordonnantie opt misdoen van de voorn, ratelwacht, sulx desen voorgelesen es. Bijkans driehonderd jaar heeft die amsterdamsche ratelwacht bestaan, tot dat zij in 1881 vervangen werd door de nachtpolitie van het politiecorps. Met hun tweeën gaande in burgerkleeren van het vallen van den avond tot het krieken van den morgen, gewapend met sabel en piek en, hoewel zulks niet tot hun oorspronkelijke uitrusting behoorde, met een lantaarn inde hand, wat dein 1668 ingevoerde straatverlichting deed buiten gebruik stellen 1 , maar later weer werd ingevoerd, hadden zij bij zich een ratel, het geraasmakend werktuig, bij de Gemeente*reiniging gelukkig nog in practisch gebruik gebleven. Die ratel, het legitimatie*bewijs van de wacht 3 , tevens haar signaal* en alarm* instrument was haar distinctief ook in dien zin, dat in andere steden de wacht voorzien was vaneen klep 3 . Tegenover den klapperman of den klepper in Leiden, 1 „De heeren burgermeesteren hebben den raad voorgedragen een concept om bij duystere nachten de gehele stad met lichten te voorsien om te verhoeden het verongelucken van veele menschen die bij duysternis in ’t water vallen ende versmoren, ten anderen om de ratelwacht sonder licht inde hand te doen gaan, ten derden om de burgerwacht ende ronden mitsgaders alle andere burgers ende ingesetenen sonder lantarens te doen ge* bruyken [Uit de hiervoor geciteerde resolutie d.d. 15 dec. 1585 blijkt, dat de burgerij ’s avonds en ’s nachts op straat zijnde van licht voorzien moest zijn] —; wijders om huysbraken te ontdecken ende moetwille te weren ende dan oock om bij brant alorame licht bij de hand te hebben. Waer op gedelibereert wesende, sijnde de heeren Burger* meesteren ende Thesorieren geauctoriseert, gelijck die geauctoriseert werden mits desen, bij alle duystere nachten van ’s avonts tot ’s morgens met lampen en lantarens door de gehele stad licht te doen branden ende de kosten over de bewoonders van de huysen nae proportie van de verponding ofte achtste penning om te slaen, sodanich als voor de meeste dienst van de stad bevonden sal werden te behoren, des dat in cas van wanbeta* ling der bewoonders de huysen aansprakelijk blijven voor dit lantarengeld, oock voor alle onbewoonde huysen de eigenaers dese belasting sullen hebben te dragen”. (Resolutie Vroedschap dl Tl (1667—1669) 19 nov. 1668 fol. 115). Zie ook Bontemantel, Regeeringe. 11, 524. 2 Ordonnantie 1597 in Handvesten van Amsterdam, 2e stuk, 833, 3 Giorgio Giorgi, ambassadeur vanwege Venetië in ’s Gravenhage, heeft van zijn verblijf inde Nederlanden een beschrijving laten maken door Francesco Belli, kapelaan bij de 59