Tekstweergave van GA-1910_JB008_00172

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
luide verkondigt de beteekenis van haar hier in Amsterdam aange - vangen bedrijf. Rohloff zette het drukkerijbedrijf alleen voort en was in 1816 gevestigd inde Nes No. 63. Brockhaus was ruim honderd jaar geleden niet de eenig Duitsche importeur in Amsterdam; op een voorkamer op den Nieuvvendijk was in 1809 een magazijntje van Duitsche boeken, meest stereotype uit - gaven van Carl Tauchnitz. Dat bedrijfje werd geleid dooreen duitscher Johannes Müller, geboren te Krefeld 21 October 1786, een broeder van Samuel Müller (gehuwd met Femina Geertruida Mabé), den lateren hoog - leeraar aan het seminarie der Doopsgezinden te Amsterdam (overl. 1875), wiens kleinzoon Pieter Bodewijk, gehuwd met een dochter van den Haarlemschen boekhandelaar Fr. Bohn, zich een welverdiende ver - maardheid verworven heeft als hoogleeraar inde geschiedenis te Groningen en te Leiden en als auteur van Onze goitden eeuw en, van wiens zoons voorzeker hier niet veel gezegd behoeft te worden; immers Frederik Muller (overl. 1881) was destijds de wetenschappelijke boekverkooper bij uitnemendheid, terwijl de beteekenis van Pieter Nicolaas Muller (overl. 1908), den wakkeren, kloeken en onvermoeiden strijder van Amsterdam’s belangen onlangs zoo uitnemend geschetst is door mr. De Beaufort in De Gids en door dr. Joh. Dyserinck ineen bij P. N. van Kampen & Zoon verschenen boekje. De oude Johannes Müller, den grootvader van den heer Paulus Müller, die nog immer onder den ouden firma-naam den debiethandel uitoefent, thans te Amsterdam in de Van Baerlestraat no. 18, nam bij het vertrek van Brockhaus diens magazijn over en associeerde zich onder de firma J. Müller & Comp. met Isaac Tirion, den lateren schoonvader van Scheltema, van moeders zijde den kleinzoon van Isaac Tirion, die komende van Utrecht in Mei 1727 ingeschreven werd in het gildeboek van het Amsterdamsche boek - verkoopersgilde en tot aan zijn overlijden omstreeks 1769 met zulk een succes als boekverkooper werkzaam was geweest in Hugo Grotius in de Kalverstraat (thans no. 10). Immers T. irion was de uitgever o. a. van Rademaker’s Kabinet van Nederlandsche en Kleefsche oudheden, de Tegenwoordige staat, Het verheerlijkt Nederland (1745), de periodiek De patriot, gedeeltelijk door Jan Wagenaar geschreven (30 nrs., 26 Juni 1747—16 Jan. 1748), en Andriessen, Plegtige inhuldiging van Willem Karei Henrik Friso als markgraaf van Vere (1751). Maar vooral staat hij in nauwe betrekking tot onze historiografie, doordat hij als uitgever verzorgde de Vaderlandsche historie van Wagenaar (21 dln. 1749 1759), en de plaatsbeschrijving van Amsterdam (3 dln. fol. 1760—1767; 13 dln. B°. 1760—1768), kloeke ondernemingen, op welker wetenschap - pelijke waarde hier voorzeker niet gewezen behoeft te worden. 135