Tekstweergave van GA-1910_JB008_00162
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
wij
aan
hem
de
volgende
mededeelingen
betreffende
de
architectuur
van
het
huis.
De
voorgevel
is
opgetrokken
van
baksteen,
met
hardsteenen
onderpui,
stoep
en
raamdrempels.
De
gevellijstversiering
is
vermoedelijk
van
bremersteen.
De
omlijsting
van
de
voordeur
én
de
middenversieringen
tusschen
de
balusters
der
stoep
zijn
van
hout;
terwijl
de
stoeppalen
en
tusschenleuningen,
evenals
de
fraaie,
kleine
hekwerken
tusschen
de
balusters,
van
gesmeed
ijzer
zijn.
De
deuromlijsting
en
de
gevellijst
zijn
zeer
fraai.
De
buitenkant
der
voordeur
is
van
latere
dagteekening,
vermoedelijk
uit
het
laatst
der
achttiende
eeuw.
Boven
de
deur
is
een
bas-relief
met
het
borstbeeld
van
Lodewijk
den
dertiende,
dat
alzoo
bij
den
geheel
nieuwen
bouw
omstreeks
1735
is
behouden
gebleven.
De
achter-
en
plaatsgevels
zijn
uit
den
tijd
van
den
nieuwen
bouw
omstreeks
1735.
De
plan-verdeeling,
de
trap
met
balustrade,
de
deuren
met
plafonds
aan
de
gangzijde
en
de
geheele
betimmering
der
groote
achterzaal,
die
de
breedte
heeft
van
het
oorsponkelijke
perceel
en
achter
no.
62
omloopt,
is
uit
dien
tijd.
Vooral
deze
laatste
is
bijzonder
fraai
be
-
timmerd
met
schoorsteenen,
kasten,
lambriseeringen,
marmeren
schoor
-
steenmantels,
enz.
De
wanden
en
plafonds
zijn
met
vaste
schilderstukken
voorzien,
vermoedelijk
door
Jacob
de
Witt;
ofschoon
diens
onderteekening
niet
is
gevonden.
Zeer
opmerkelijk
is
ook
het
met
beeldhouwwerk
versierd
privaat,
dat
op
de
binnenplaats
uitgebouwd
is
bij
de
achter
-
kamer
van
het
voorgebouw.
De
zij-
en
binnenkamers
en
de
slaapkamers
op
de
bovenverdiepingen
van
het
voorgebouw
zijn,
blijkens
enkele
ornamenten
inde
plafonds,
uit
het
laatst
der
18e
eeuw.
Zoo
ook
een
gedeelte
der
voorgang,
waarin
zich
Louis
XVI-details
bevinden.
Daaren
-
tegen
is
het
groote
Neptunusbeeld
inde
voorgang
en
de
versiering
bij
het
trappenhuis,
evenals
de
achterkant
van
de
voordeur,
uit
den
stichtingstijd.
De
schoorsteen
met
de
betimmering
der
zij-
en
binnen
-
kamer,
de
ramen
inden
voorgevel,
benevens
de
ramen
en
de
deur
aan
de
binnenplaats
uitkomende,
zijn
laat
19e-eeuwsch
werk,
uitge
-
zonderd
het
snijraam
boven
de
biunenplaatsdeur,
dat
nog
oorspronkelijk
is.
Het
is
opmerkelijk
dat
de
later
bijgemaakte
ramen
zoo
slecht
in
den
stijl
zijn
gehouden,
niettegenstaande
men
er
zich
blijkbaar
veel
moeite
voor
heeft
gegeven.
Van
de
geschiedenis
van
no.
62
moge
hier
nog
een
kort
overzicht
volgen.
Het
perceel,
dat
den
12'len
Januari
1758
was
overgedragen
aan
Pieter
van
Dijk,
bleef
in
diens
bezit
tot
zijn
dood:
hij
werd
den
6den
Januari
1775
inde
Nieuwe
Kerk
begraven.
Uitbet
begrafenisboek
der
Weeskamer
blijkt
dat
hij
het
huis
bewoonde.
Zijne
eenige
dochter
127